Life beyond the game

Bram (Sigmund666)


Ik ben een fervent lezer. Sterker nog: Ik kan me op de basisschool nog herinneren dat de bieb een bloedhekel aan me had. Toen ik alle saaie boeken uit had (AVI-niveau 9 voor de PABO-studenten) begon ik maar aan de biebboeken.
De mensen aldaar kregen al snel een hekel aan me omdat ik wel eens betere boeken wou gaan lezen. Zo was ik razend benieuwd naar 20.000 mijlen onder zee van Jules Verne, maar achtte het arrogante en ‘wij weten wel wat jochies van jouw leeftijd leuk vinden’-personeel mij te jong voor zulke moeilijke boeken. Maar vooruit, nadat mijn ouders langs waren geweest mocht ik netjes zulke boeken lenen, onder het mom ‘onderdruk de intelligentie van deze jongen niet’. Het leek wel op een ‘free Aung San Su Kyi’-actie destijds.

Topseries die ik toen verslond waren bijvoorbeeld de Griezelbus van Paul van Loon, de Kippenvel series van R.L. Stine (hoewel ik die nu om te huilen zo slecht vind) en natuurlijk de klassieke avonturen –en romanverhalen. Uur na uur zat ik soms met een zaklamp onder de dekens te griezelen, mee te leven of te snotteren. Tegenwoordig (en 14 jaar ouder) waag ik me aan de zware literaire kant. Met of zonder biertje erbij, tegen het ochtendgloren of midden in de nacht: dan is het tijd voor mijn literaire helden!
Charles Bukowski, Henry Miller, Jean Genet, Jack Kerouac. Het is fantastisch om zulke grote geesten te mogen lezen en soms in een deuk te liggen bij de hilarische avonturen die ze beleven.
Maar terwijl ik deze column schrijf, is het net ochtend geworden. Het raam staat open. Het is best koud geworden, maar de zon komt op en de eerste vogels kraaien van plezier als kinderen in een speeltuin met een waterijsje en een speeltoestel. Ik heb net mijn laatste biertje op en denk dan aan de reden en het idee dat ik deze column heb geschreven. Dan zie ik het voor me (visualisatie is een absolute vereiste zodra ik ga schrijven; naast liters koffie, paracetamol en/of Red Bull.) Terwijl ik op ‘Save’ druk, alle vensters sluit en het blauwe ‘instellingen worden opgeslagen’ zie verschijnen, wordt het scherm donker. Game Over.

quote
“Sex is interesting, but it\\\\\\\'s not totally important. I mean it\\\\\\\'s not even as important (physically) as excretion. A man can go seventy years without a piece of ass, but he can die in a week without a bowel movement.”
Charles Bukowski

En dat feit is juist mijn punt. We genieten eindeloos van games. Onze schermhelden vliegen van A naar B, rammen schurk X en Y in elkaar tot ze vier maanden appelmoes door een rietje kanen of redden de wereld van dominantie door een buitenaards ras of een pygmee met Napoleoncomplex. Samengevat: Ze leveren de meest bovennatuurlijke (of voor hun dagelijkse) prestaties alsof het niks is. Ik snap alleen niet wat ze in de tussentijd doen. Dat kan misschien komen omdat mijn perceptie op game characters nogal beperkt is, of omdat we gewoonweg geen idee hebben wat ze doen. Soms wordt er nog wel eens een biografietje geschreven voor het realisme van de game. Zo weet ik bijvoorbeeld dat Sam Fisher (die we natuurlijk allemaal kennen van de Splinter Cell-reeks) in zijn vrije tijd aan conditietraining en sporten doet om zich zo lenig mogelijk te houden en dat hij verzot is op zwarte humor. Maar van de meeste andere helden is het mij (en menigeen) vaak een raadsel wat ze verder allemaal nog doen.

Ze doen wat wij willen dat zij doen! Om even wat te gaan eten, even naar de WC te gaan met een puzzelboekje, of een broodje kapsalon halen, dat korset uittrekken en die bierbuik laten hangen terwijl ze naar Friends, House M.D. of CSI kijken. Misschien heeft Donkey Kong in zijn vrije tijd wel te kampen met een vreselijke obstipatie door het kolossale aantal bananen dat hij naar binnen schranst. Of heeft Pacman scheurbuik van het rondjes eten omdat hij die ene sappige ananas maar niet kan opeten. Wat zijn we toch egoïstisch eigenlijk als gamers. Is er wel een leven voor die helden nadat het spel waarin ze net een hoofdrol hebben volbracht in de kast wordt gezet en stof mag gaan happen? Heeft Kitty uit de Hello Kitty-serie (als je het al een serie wil noemen) last van wormen, zit ze onder de vlooien als een verwaarloosde zwerfkat en barst ze van de oormijt. Sad but true, maar het zal ons een zorg zijn. En misschien ook wel terecht.

Ik geeuw nog even een keer, terwijl ik me omdraai en de eerste auto’s hoor vertrekken. De dag is weer begonnen, voor mij is hij net afgelopen. Een leven in de omgekeerde wereld.