What is real?

-Mzraki-

“Forza Motorsport, the most realistic console racer ever made”. Dat is hoe de nieuwste racegame van MGS ons werd geserveerd. Een game vol met spannende, uitdagende en met name realistische ervaringen. Ja, zolang een game maar lekker realistisch is is het prima, dan gaat het verkopen.

Wanneer wordt een game als realistisch beschouwd? Meestal voldoen realistische games aan de volgende punten:

Het moet er belachelijk mooi uitzien. Detail is het sleutelwoord; wij willen bomen met bewegende blaadjes, physics die blikjes natuurgetrouw van een tafel af laten rollen en daarna verder naar beneden laten stuiteren. Wij willen geluid dat overtuigend is, niet langer zijn wat simpele bliepjes voldoende. Met de mogelijkheden neemt ook de kritiek toe en dus gaat het grootste gedeelte van de tijd van de ontwikkelaar naar dit onderdeel. Ook wel logisch, het is het enige element van een game waar het met keiharde cijfers op beoordeeld kan worden: Dat karakter bestaat uit drie miljoen polygonen, dús is het een goede game.

Ook moet het spel moeilijk zijn. Flight simulators waarbij je minstens vijf ‘User Manuals’ door moet spitten voordat je weet hoe de motor aan moet. Een AI die machinaal perfect is en daarmee een vrijwel onverslaanbare tegenstander vormt. Wanneer een spel minstens drie slachtoffers op zijn naam heeft staan die uit pure frustratie van het telkens verliezen een einde aan hun leven hebben gemaakt mag het spel zich pas echt realistisch noemen. Dan pas is het een spel waar je echt lekker voor moet gaan zitten, en waarbij het loont om te oefenen.

Als laatste moet het spel in bezit zijn van de officiële licenties van het desbetreffende onderwerp. Gaat het over auto’s, dan willen wij de Ferrari 355, gaat het over vliegtuigen willen wij de F-18. Voetballen kan niet zonder FIFA en ijshockey zonder NHL is als taart zonder slagroom. Althans, dat is wat wij te horen krijgen. En het kost de ontwikkelaar een hoop geld, om die licenties in de wacht te slepen, geld dat ze anders misschien wel aan de daadwerkelijke ontwikkeling hadden kunnen besteden. Verder is de keerzijde van zo’n licentie dat de mensen die belangen hebben bij die licentie natuurlijk geen gezichtsverlies willen leiden. Dit leidt vaak tot verdraaiing van de werkelijkheid waarbij het realisme overboord wordt geworpen. Zie Gran Turismo, waar auto’s onkreukbaar zijn, of kijk weer naar Forza Motorsport, waar je wel schade kunt oplopen (Ja, Microsoft heeft een dikke portemonnee), maar waar je na een crash bij 300 km/h wel vrolijk verder kunt rijden.

Waarom het realisme nastreven? De enige ‘realistische’ spellen die ik leuk vond waren alleen maar leuk omdat de ontwikkelaar er niet in geslaagd was het spel realistisch te maken. Natuurlijk zijn er altijd fanatici die een ‘echt realistisch’ spel de hemel inprijzen omdat dat spel de ideale manier is om hun ego tevreden te stellen, maar afgezien van deze marginale groep drukt de massa na een aantal keer proberen zuchtend op eject, waarop het spel stof mag gaan vangen in de collectie van games die nooit meer gespeeld gaan worden.

Realisme is overrated, games bieden ons de mogelijkheid heel eenvoudig aan de realiteit te ontsnappen, waarom zouden we onze tijd dan verspillen met het proberen na te bootsen van die, saaie, realiteit? Ontwikkelaars kunnen beter hun tijd stoppen in het uitwerken van de andere mogelijkheden van games; het is overduidelijk dat gameplay tegenwoordig onder de graphics moet leiden. Er moet meer aandacht besteed worden aan wat de game moet zijn, en hoe dat dan in de game naar voren komt. Dat hoeft niet per se een roze sprookjesbos te zijn met allemaal fladderende elfjes, maar een minder fanatieke focus op het realisme zou zeker geen slecht idee zijn. Zeker als je kijkt naar wat ons met de next gen consoles te wachten staat. Dan gaan er technologisch gezien nieuwe deuren voor ons open, maar gaan de games dan ook veranderen? Of blijven ze hetzelfde principe toepassen, en poetsen ze de games enkel wat op?