Nachtritten: Sexy lading (5)

Dick (Bornfree)
Sexy lading deel 4
Radeloosheid sloeg om in woede. Sjaaks lontje brandde snel op. De ambulance gierde over snelwegen naar het AMC in Amsterdam Zuidoost
‘Ze lijkt door iets geraakt te zijn. Het lijkt een kogelwond.’
‘Ik hoorde een felle tik tegen het raam, maar dacht aan kinderen of een vogel die iets uit de lucht liet vallen. Pas later zag ik het kleine, ronde gaatje in het glas zitten, een kogel verdomme. Wie? Wie in godsnaam?’
‘Vraag dat straks in uw ondervraging bij de politie’, zei een ambulancebroeder terwijl hij Vicky probeerde te helpen.

Vicky werd direct bij aankomst naar een operatiekamer gereden. Sjaak moest wachten. Een grote, blanke man kwam snel op hem af lopen. Sjaak zette zich schrap. De onbekende man stak zijn hand uit naar Sjaak. Zijn handdruk voelde als een bankschroef.
‘Max van Schie, recherche moordzaken. Wat is er gebeurd?’ Sjaak lichtte hem uitvoerig in. ‘Waarom niet eerst kijken waar die harde klap tegen uw raam vandaan kwam?’
‘Omdat die zeurderige buurman zijn auto wilde hebben.’
‘Juist, duidelijk. En wanneer merkte u dat uw vrouw gewond was?’
‘Vriendin. Ik zou willen dat ze mijn vrouw was.’ Sjaak beet op zijn onderlip en keek weg. Hij hield van haar en voelde dit zinken tot in het diepste van zijn lichaam. ‘Ze voelde zich plotseling niet zo lekker. Ze lag op haar rug in bed, ik wilde net op haar gaan liggen. Het was gewoon goed weet je. Ze voelde dat haar schouder warm werd, ik deed mijn hand onder haar schouder om haar te draaien. Het ging allemaal snel toen. Ze zag mijn hand onder het bloed, haar bloed. Het leek of het leven uit haar stroomde.’
‘Ze heeft dus niets gevoeld van de kogel?’
‘Ik weet het niet, ik heb het haar niet gevraagd. Nog meer vragen?’
‘Ja, die buurman van je, waarom is hij zo gestrest?’
‘Weet ik veel, ik ken hem zo ook niet. Het leek erop alsof hij direct weg wilde, hij maakte zich gewoon onnodig druk.’
‘Ik ga hem eens een bezoek brengen.’ Van Schie ging weg, Sjaak ging weer zitten. Een wachtkamer waar duidelijk lang gewacht kon worden. De zachte stoelen nodigden uit om te slapen.

Max reed de camping op en spotte Sjaaks stacaravan na vijf minuten rondrijden. Ook hij zette de wagen van Bart van de Wetering klem, hij stond naast zijn wagen. Max deed het alleen expres
‘Ziet u niet dat u mijn wagen klem zet?’
‘Bart? Bart van de Wetering?’
‘Wie vraagt dat?’
‘Max van Schie, recherche moordzaken Hollands midden. Hij probeerde Barts ogen te vangen. Het lukte niet, hij keek naar de grond.
‘Ik heb geen moord gepleegd, dat is zeker.’ Hij toverde een minzame glimlach tevoorschijn.
‘Niemand zegt dat je dat gedaan hebt. Ik kom hier voor informatie. Ook wel aardig dat je vraagt hoe het met je buurvrouw gaat.’
‘Buurvrouw? Ik ken alleen Sjaak. Kan best zijn dat hij een scharrel heeft.’
‘Een scharrel ja. En waarom ben je zo zenuwachtig?’ Deze vraag had Bart niet verwacht. Hij keek de rechercheur nog steeds niet aan. Max begon zijn kaarten open te leggen.
‘Vicky van Straatten werd vanochtend door een .22 kaliber kogel getroffen in haar schouder. Ik weet niet hoe het nu met haar gaat, maar toen ik voor het laatst bij haar was ging het niet goed. Ze was nog steeds buiten bewustzijn.’
‘Jezus, ik wilde alleen mijn auto hebben en vroeg hem zijn auto te verzetten. Dat is alles.’
Max zag iets bewegen in Barts caravan.
‘Ben je alleen?’
‘Nee, Fabian is hier ook, mijn  aangenomen zoon.’
‘Haal hem even, praat wat makkelijker.’
‘Hoezo?’
‘Haal hem nou gewoon even’, zei Max geïrriteerd.  Een duidelijk zenuwachtige jongeman kwam naar buiten. Max trok direct zijn dienstwapen en richtte het op Fabian. Hij schatte hem niet ouder dan twintig.
‘Laat dat geweer vallen, sufferd!’ Hij liet het wapen direct vallen. Een traan rolde over zijn wang, hij viel op zijn knieën.
‘Ik deed het niet expres.’
Max pakte het wapen en inspecteerde het terwijl hij zijn dienstwapen weer in zijn schouderholster deed. Op dat moment besefte hij dat zijn wapen nog op de veiligheidsstand stond. Hij had geen enkele kans gemaakt als de jongen geschoten had.

Fabian Koet was pas 22 jaar en had weinig goede kansen gehad in zijn leven. Hij creëerde ze ook niet, simpelweg omdat hij het geestelijk vermogen niet bezat. Het was een jongen waar andere jongens van zijn leeftijd tegenaan trapten. Hij kreeg ook altijd de schuld en zijn keuzes na deze schuldopleggingen waren altijd fout. En met een bijna natuurlijke drang had hij ‘ja’ gezegd tegen twee voor hem onbekende mannen, een week geleden. Ze beloofden hem een nieuwe auto als hij zijn buurman zou neerschieten, alleen in zijn benen, met zijn eigen geweer waarvoor Bart een vergunning had. Het was geen zwaar kaliber geweer, een .22.
Zijn echte moeder was gestorven aan een overdosis drugs, zijn vader heeft hij nooit gekend. Bart was Fabian tegen het lijf gelopen, letterlijk, op straat. Samen leken ze het gewoon goed te hebben, er was respect.
 
‘Voor galg en rad groeide hij op. Meer in opvangtehuizen en pleeggezinnen dan in een normaal gezin.’ Zei Bart.
‘Een wapen op een politiebeambte in functie richten is niet zo handig, vind je niet? Maar vertel eens: waarom doet hij zoiets?’ Zei Max.
‘Hij wilde het gevang niet in! Trouwens noem je dat op je richten? Hij nam het wapen mee naar buiten om het aan je te geven waarschijnlijk.’
‘Gelul! Maakt niet uit hoe je hem vast hebt, de loop was op mij gericht en dat is gewoon niet snugger. Bang voor het gevang, natuurlijk!’ Zei Max sceptisch.  ‘Het is een lul, waarom doet hij zoiets!’
‘Weet ik veel. Het zal wel iets te maken hebben met de twee mannen die hem een nieuwe auto beloofd hadden.’
‘Twee mannen? Het wordt steeds leuker hier. Een beschrijving graag?’
‘Rot op man, zie niet je niet dat ik stuk zit?’
‘Ja, dat zie ik, en wat hebben ze jou beloofd?’ Bart vloog Max aan. Een kansloze zaak; binnen een paar seconden lag Bart op het gras. Beter gezegd: hij at het. Max van Schie was verschillende malen Nederlands kampioen Aikido geweest.
Met de knie van Max in zijn nek en het geloei van sirenes van politiewagens die de camping op reden, hield hij Bart onder controle ‘Weet je het al?’
‘Laat mij overeind komen!’  siste Bart.  Fabian had Bart uitvoerig ingelicht over de twee mannen en wat zij wilden. Bart wilde naar de politie met deze informatie. Hij besloot het niet te doen toen Fabian meldde dat hij zoiets nooit zou doen. Hij zou de mannen niet bellen en dat zou een teken voor deze mannen zijn dat het niet doorging. De vertrouwensbreuk was nu een feit en dit deed Bart nog wel het meest pijn. Fabian werd afgevoerd, hij zou voorlopig niet meer vrij komen. Bart lichtte Max uitvoerig in, alles wat Fabian hem gezegd had, zei hij tegen Max.
‘Je blijft in Nederland, Van de Wetering. Sterker nog: je blijft dicht bij je caravan, zodat ik niet naar je hoef te zoeken, begrepen?’ Bart knikte.

Sjaak stopte een gevouwen A4 tussen een grote bos rode rozen.

Een prille liefde overvalt
mij,
dacht het nooit meer te
ervaren of voelen,
maar met jou voelt mijn
hart zich voor het eerst
echt vrij.

Ik kan het laten stromen
in jou,
gesproken woorden vertalen
het niet,
wat ik voel, hoeveel ik van je
hou.

‘Och Sjaak, wat lief! Wat een mooi gedicht! Dit is voor het eerst dat ik zoiets moois krijg van een man. En de bloemen? Allemaal van jou?’ Hij pakte haar hand, kneep er zacht in.
‘Ben blij dat je wakker bent. De kogel is eruit, hè? Wist je dat?’
‘Ik heb nog geen dokter gesproken, alleen zusters.’
‘Je ging onderuit omdat er een slagader kapot was en je snel veel bloed verloor, binnen in je lichaam. Het is een hele operatie geweest. Je bent vier uur onder het mes geweest.’
‘Maar een kogel!  Een kogel, Sjaak?’
‘Een .22. Niet zo groot, maar verwoestend genoeg. En ik weet inmiddels al meer. Max van Schie onderzoekt deze zaak. Het schijnt dat twee getinte mannen de zoon van Bart van de Wetering hebben weten te ronselen. Fabian heet hij. Hij heeft op je geschoten, de kogel was voor mij bedoeld. Hij zat in een boom vlakbij de caravan. Fabian belde Bart via zijn mobiel vanuit de boom, met het geweer in de aanslag. Hij zou in Noordwijk met een lekke fietsband staan. Bart wilde hem ophalen. Mijn auto moest weg. Ik loop naar buiten, hoor een felle tik tegen het raam, dacht dat het een steentje was. Ik keek wel vluchtig naar het raam maar zag het kleine gaatje niet direct. Hij miste mijn hoofd maar net, jij werd geraakt. Fabian is geen sterke persoonlijkheid, snel te beïnvloeden. Hij schoot met het geweer op konijnen in de duinen. Bart had een vergunning en vertrouwde hem. Maar wie zijn die twee getinte mannen?’
‘Giovanni, hij laat mij, ons niet los. Hij wil je dood hebben.’
‘Nee, niet dood. Zijn opdracht was ‘mijn benen’. Een waarschuwing. Hij blijkt geen scherpschutter te zijn, dat is nu wel duidelijk.’
‘We zijn er nog schat, we zijn er nog.’