In ‘t eelt van vaders hand sterven kinderdromen

Karel (Ton-Deuse)
Altijd is alles op de Veluwe op zon- en feestdagen gesloten. Behalve jongensanusjes en jonge meisjeskutjes. Vooral in gereformeerde staat zijn deze ontluikende lichaamsopeningen zeer in trek bij menig bewoner van de mid-Nederlandse zandverstuiving. Godvrezend als men daar is, vergrijpt men zich in de regel niet aan andermans kinderen. Principieel kruipt men bij het eigen kroost in bed, want er gaat niets boven eigen vlees en bloed. Geheel naar het voorbeeld dat de grote roerganger heeft gegeven, want zijn God en diens Zoon immers niet ook één?

Ik ben kwijt waar precies, maar in één van die kruiswoordpuzzelplaatsen weet men wel raad met het beoefenen van pedofilie. Zowel in gezinsverband als daarbuiten dus. En wel zodanig, dat het een plaatselijke traditie lijkt te zijn geworden om rond Hemelvaart heuse kampioenschappen te houden. Weliswaar vindt een en ander anoniem plaats achter gesloten deuren en gordijnen, maar meestal duikt er rond die tijd wel een orthodox-gelovige gymleraar of cliniclown op die zich aan hele schoolklassen of aan zalen vol bedlegerige kinderziekenhuispatiëntjes heeft vergrepen. En menig ouderling zit graag aan een jongeling.

Dit alles onder het motto: incest en pedofilie, plezier voor jong en oud!

Hoewel niet katholiek, heeft men op de zandgronden iets obsessiefs met het kruis. Mits jong en onbehaard natuurlijk. De vleselijke lustbeleving, de opwinding die men beleeft aan de bezoedeling van het jonge kind, is een bijna vanzelfsprekende vorm van loon naar werken voor de noeste hardwerkende en godvruchtige Veluwnaar. Een compensatie voor de omstandigheid dat hij zijn kinderen niet of nauwelijks meemaakt. Een omstandigheid die bijdraagt tot de overtuiging dat het kind in kwestie niet wezenlijk wordt getraumatiseerd door de handtastelijkheden van zijn verwekker. Immers, men ziet de vader des huizes dermate weinig dat de vraag regelmatig wordt gesteld: wie is toch die meneer die zondags zijn warme vlees in zijn kinderen stopt?

Het is die kinderlijke gelatenheid, die seksuele apathie van het nageslacht, die de grondslag vormt voor het eeuwig voortwoekeren van inteelt en kinderverkrachting.

Altijd is alles op zon- en feestdagen gesloten op de Veluwe. Behalve de mond, anus en vagina van de fijn-christelijk opgevoede jeugd. De ongewilde slachtoffers van de meest stiekeme aller vormen van vrijetijdsbesteding: de nageslachtsgemeenschap.

Een ambacht dat al eeuwen overgaat van vader op zoon. En dat daarmee garant staat voor de spreekwoordelijke achterlijkheid, die zo eigen is aan het orthodoxe christendom.

Altijd is alles op de Veluwe op zon- en feestdagen gesloten. Alleen God heeft op Hemelvaart dispensatie om de Hemelpoort geopend te houden. Mits Hij afziet van het onvermijdelijke dixielandorkest, het luchtkussen en de verkoop van saté en tennissokken. Onder Zijn alziend oog voltrekt zich jaar in jaar uit een in Zijn naam beoefend degenererend ritueel.

En Hij zag dat het goed was…