“Nu stop ik écht!” (4)

Trudy (Zonnetje40)

De vorige aflevering lees je hier.

Met een zucht van zaligheid laat Pien zich op haar ligbed neerploffen. Zon, zee en zaligheid, de vakantie kan beginnen! De jongens zijn al richting zee verdwenen en Pien kijkt genietend naar de zee, terwijl ze zich insmeert met factor 8. Tjonge, als ze zo om zich heen kijkt mag ze wel haar uiterste best doen, wat is haar huid nog angstig wit! Maar ach, ze heeft er twee weken de tijd voor. Twee welverdiende weken rust, dat mag ze rustig zo stellen.

Gelukkig voelt ze zich weer wat beter; een paar dagen geleden werd ze ’s morgens wakker met verschrikkelijke oorpijn. Niks hielp, ze at pijnstillers alsof het snoepjes waren. In haar lunchpauze had ze toch haar huisarts maar even gebeld, en aan het eind van de middag kon ze langskomen. “Je hebt een middenoorontsteking,” was de conclusie van haar huisarts geweest. “Ik geef je een antibioticakuurtje. Geen alcohol drinken tijdens de kuur, en de kuur ook helemaal afmaken. Als je de pil slikt, dan moet je uitkijken, want de pil is niet betrouwbaar in combinatie met antibiotica. En zorg ervoor, dat je even geen water in je oor krijgt.”
Geen alcohol. Die twee woorden waren het sterkst blijven hangen bij Pien. En meteen schaamde ze zich daar ook voor. De volgende dag was ze weer naar haar werk gegaan, en Chris, haar baas, had daar zijn waardering over uitgesproken. Het laatste gesprek rond haar functioneren had wel degelijk indruk op haar gemaakt!

Gek genoeg had het haar geen enkele moeite gekost om niet te drinken. ’s Avonds was ze druk bezig met het inpakken voor de vakantie, het huis netjes achterlaten en nog allerlei kleine dingetjes regelen. Als ze naar bed ging viel ze meteen als een blok in slaap. Misschien had dat ook wel met de medicijnen te maken, maar eigenlijk beviel het haar best zo. ’s Morgens werd ze niet zo duf wakker als anders, en haar energie nam met de dag toe. Maar toen ze gisteren dan eindelijk op vakantie gingen, voelde ze pas hoe moe ze eigenlijk was. De jongens waren gisteravond al naar het strand gegaan, en zij had de tijd genomen om de spullen uit te pakken en een plekje te geven in de stacaravan van haar ouders. Heerlijk, twee weken Egmond aan Zee, wat had ze hier naar uitgekeken! De oorpijn was zo goed als over, het weer was prachtig, de jongens lekker om haar heen, ze had niets meer te wensen.

Na een heerlijke stranddag gaan Pien en de jongens wat eten in het restaurantje op de camping. Ze hebben er eenvoudige, maar zeer smakelijke en betaalbare maaltijden. Pien vindt dat ze best even een uitzondering mag maken, een bestelt een wijntje bij haar eten. Die antibioticakuur heeft z’n werk toch al gedaan, de pijn is zo goed als weg, en het is tenslotte vakantie! Jos en Koen kletsen honderduit en zitten vol met plannen. Ze willen na het eten naar het jeugdhonk, waar alle pubers ’s avonds samenscholen. Pien vindt het best, en realiseert zich hoe snel de jongens groot worden. Vorig jaar hadden ze nog helemaal geen aandacht voor dit soort dingen, maar Jos is zestien en erg bezig met meisjes. En Koen laat zich natuurlijk meeslepen door zijn oudere broer, tegen wie hij enorm opkijkt. Pien spreekt met haar zoons af, dat ze de sleutel onder de mat zal leggen, want misschien wil zijzelf ook even wat gaan drinken in de kantine, waar een gezellige bar voor volwassenen is. De jongens vinden het helemaal prima.

Ze slenteren terug naar de caravan en de jongens smeren een halve pot gel in hun haar. Pien slaat het ritueel glimlachend gade. Laat ze maar lekker gaan! Zelf trekt ze een vrolijk zomerjurkje aan en ziet tot haar voldoening in de spiegel dat ze best verkleurd is vandaag. Meteen besluit ze om nog even wat meer werk van zichzelf te maken. Als de jongens weg zijn lakt ze op haar gemak haar nagels, ze maakt zich licht op, en ze steekt haar krullende haar op. Zo, dat ziet er een stuk beter uit! Oké, ze mag dan een paar kilootjes te zwaar zijn, maar ze mag er nog best wezen voor een vrouw van bijna veertig!

Met die zelfverzekerde houding stapt Pien na een uurtje naar de bar. Ze heeft vandaag al een paar bekende gezichten gezien op de camping, er zijn meer mensen die hier elk jaar komen. In de bar ziet ze onmiddellijk Gijs aan de bar zitten. Gijs en zijn vrouw Loes komen hier ook elk jaar met hun kinderen, maar de laatste jaren heeft ze hen hier niet gezien. In het verleden hebben Rob en Pien menig avondje klaverjassend doorgebracht met het aardige stel. “Hee, Gijs!” roept Pien verheugd. Verrast kijkt hij haar aan. “Pien! Dat is een poos geleden!” Pien knikt en bestelt een wijntje bij de barman. “Jij ook nog wat?” Gijs wil een biertje. Even later zitten ze te praten alsof ze elkaar gisteren nog gezien hebben.

“Hoe gaat het met Loes?” wil Pien weten. Gijs haalt zijn schouders op. “Ik denk dat het wel goed met haar gaat. Ze lijkt erg gelukkig met haar nieuwe vriend.” “O, sorry!”  roept Pien geschrokken. “Dat wist ik niet!”  Gijs glimlacht. “Dat kon je ook niet weten. Maar hoe is het met Rob? Komt hij ook zo?” Hij kijkt naar de deur alsof Rob elk moment binnen kan komen lopen. Pien kijkt ondeugend als ze zegt: “Ik denk wel dat het goed gaat met Rob. Hij lijkt erg gelukkig met zijn nieuwe vriendin…” Even kijkt Gijs alsof hij vreselijk in de maling genomen wordt, en dan schieten Pien en hij in een bevrijdende lach. Ze vertellen om beurten hoe het gelopen is de afgelopen jaren en er blijken veel overeenkomsten in hun verhalen te zitten. Gijs bestelt nog een biertje en een glas wijn voor Pien. Normaal heeft ze er niet zo snel last van, maar al snel begint de drank naar haar hoofd te stijgen. Ze is vergeten dat ze al een tijdje niet meer heeft gedronken, dat ze medicijnen slikt, ze wil alleen nog maar genieten van deze avond. Ze toasten op hun vakantie, op hun hernieuwde contact, op hun kinderen en op alles waar je maar op kan toasten.

Pien raakt een beetje in een overmoedige stemming. Een beetje verliefd, lijkt het wel. Eigenlijk is die Gijs best wel een heel erg aantrekkelijke man. Gek, dat ze dat in de voorgaande jaren nooit zo bewust heeft gezien. Ze bestelt nog wat te drinken, maar Gijs wil geen bier meer. “Nee, doe maar een colaatje. Ik heb wel genoeg gehad,” zegt hij glimlachend. “Misschien heb jij ook genoeg gehad. Wil jij ook een frisdrankje?”  Maar Pien wil geen frisdrank. Ze wil wijn! Pien wil altijd een wijntje! Pien begint de avond steeds leuker te vinden. Ze voelt zich eindelijk weer eens vrouw, aantrekkelijk en begeerlijk en in het gezelschap van een heel erg leuke man. Als Gijs even naar het toilet gaat maakt ze overmoedig het bovenste knoopje van haar toch al laag uitgesneden jurkje los. En als Gijs terug is begint ze een beetje te flirten met hem, legt af en toe ‘toevallig’ haar hand op zijn knie. Ze vist een beetje naar complimentjes door te zeggen dat ze bijna veertig is, maar zich geen dag ouder voelt dan achttien…

Maar dan opeens, een klein uurtje later, staat Gijs abrupt op. Het lijkt wel of zijn stemming een beetje is omgeslagen. “Ik ga maar eens naar bed. Morgen komt Loes de kinderen brengen, dus dan moet ik wel bijtijds opstaan,” zegt hij, een beetje kortaf. Pien snapt er niks van en vindt het jammer. Ze hadden het zo gezellig! Maar misschien is hij gewoon verlegen, en wacht hij op haar initiatief.
“Maar je gaat toch niet weg zonder afscheidszoen!” zegt ze speels, en voordat hij erop bedacht is slaat ze haar armen om zijn nek en zoent hem stevig op zijn mond. Hij zoent haar niet terug. Even laat Pien hem los. Dan lacht ze lief. “Kom maar, we willen het toch allebei graag?” Weer perst ze haar lippen op die van hem en probeert zijn hand op haar borst te leggen. Als door de bliksem getroffen trekt hij zijn hand terug. “Niet doen!” zegt hij fel. Pien kijkt hem stomverbaasd aan. “Ik dacht…ik dacht dat jij ook op mij viel…” stamelt ze dan.
Gijs schudt gedecideerd zijn hoofd. “Ik vond het begin van de avond erg gezellig, Pien. Maar als ik ergens niet op val, dan is het wel op vrouwen die geen maat kunnen houden met drank. Je zuipt als een gek, ik kan bijna niet meer verstaan wat je er allemaal uitkraamt… ik heb er bij mijn eigen moeder genoeg ellende van gezien. Nee, sorry, dat is niet mijn ding.” Pien kijkt hem met grote verschrikte ogen aan. “Normaal drink ik echt niet zoveel! Maar het is vakantie, en…en..”  Maar Gijs is al verdwenen.

En als Pien met wankele stappen in het donker de caravan probeert te vinden, terwijl de tranen van teleurstelling, vernedering en spijt over haar wangen lopen, neemt ze zich voor de zoveelste keer voor: “Nu stop ik écht!”

De volgende aflevering lees je hier.