Vlekje: een rib uit haar lijf

Neuskleuter
Ik steek mijn vinger voorzichtig door het gaas. Vlekje, 2 jaar, 8 maanden en 11 dagen oud hopt enthousiast dichterbij. Ze drukt haar neus tegen mijn vinger. Ik doe het hok open en trek haar eruit aan haar nekvel, zoals haar moeder dat voor mij deed. We knuffelen. Voor ik het tegen kan houden, stromen mijn tranen in haar zachte vacht. Vlekje, je bent een rib uit mijn lijf. Of jij moet weg, of je moet geld opleveren. Ik kan het niet meer opbrengen.

De economische crisis was voor mij altijd een ver van mijn bed show. Maar nu heeft het mij toch geraakt: ik heb ontslag gekregen. Mijn bijbaan zorgde voor het geld voor Vlekje, maar nu weet ik niet meer hoe ik haar nog moet onderhouden. Huisdieren zijn duurder dan ooit. Ondanks de inflatie zijn haar kosten met 13% gestegen sinds 2006. Ik heb alles geprobeerd om op haar te bezuinigen: minder vers stro, een keer in de twee weken verschonen, meer gras en minder wortels, minder sla en helemaal geen appels. Water en droge brokjes van het goedkoopste merk, afgedankte konijnenspeeltjes en het gat in haar buitenverblijf laten zitten. Maar het helpt niet. Vlekje haalt haar kop steeds open aan het gaas en heeft ernstige vormen van constipatie. Dat betekent een bezoek aan de dierenarts, maar zijn kosten zijn in twee jaar tijd zelfs met 18% gestegen.

Wat moet ik toch met Vlekje aan? Het kost me ruim 40 euro om haar af te zetten bij het dierenasiel. Maar zomaar loslaten kan ook niet. De kat van de buren zit al maanden op haar te azen, evenals mijn studerende huisgenoten. Die eten ook niet zo gevarieerd meer sinds de crisis hen raakte. Kon ik maar geld verdienen met mijn lieve konijntje, dan was er geen enkel probleem.

Ik haal Vlekje uit haar hok en breng haar naar mijn kamer. Misschien kom ik nog achter een van haar talenten. Zou ze keyboard kunnen spelen? Ik heb gehoord van kat Nora, die piano kan spelen. Ze is zo bekend geworden op YouTube, dat iemand nu een klassiek concert voor haar schrijft. Ik schuif mijn keyboard op de grond. Vlekje kijkt me vijf hele minuten vragend aan. Ze snuffelt rond en knaagt aan het vloerkleed. Dat wordt het niet. Haar enige trucje is ballonnen bespringen, maar dat kan elk konijn. Waar kunnen huisdieren nog meer beroemd mee worden?

Ik laat Vlekje rondhuppelen en kijk verder op internet. In China zijn 173 berenpoten gevonden op een transport. Dat zijn 43 normale beren en een beer met maar 1 poot. Of 42 normale beren en een beer met 5 poten. Of 41 normale beren en 3 beren met 3 poten. Of… Ik vraag me af met hoeveel poten Vlekje nog rond kan huppelen. En zou de verkoop van een konijnenpoot genoeg zijn om de restauratieve werkzaamheden van de dierenarts te vergoeden? Of heb ik daar twee poten voor nodig? Hoeveel levert een konijnenpoot eigenlijk op? Vlekje kijkt me aan alsof ze weet wat ik wil en hopt met veel te veel haast onder de bank.

Ik probeer haar eronderuit te trekken, maar ze zet zich met al haar poten en beide oren schrap. Ik lok haar met wat vers stro, een blaadje sla en de tweede helft van de wortel van vorige week, maar ze trapt er niet in. Dan schiet me iets te binnen. In de Berliner Zoo is de directeur gebeten door een chimpansee. Dat beest mag wel van geluk spreken dat de kosten van de dierenarts zo hoog zijn, anders zou hij vast een spuitje hebben gekregen. Als Vlekje bij mij nou ook een vinger eraf bijt, zou ze dan net zo beroemd worden als chimpansee Pedro? Dan zou ik extra geld aan haar kunnen verdienen door haar tentoon te stellen aan het publiek.

Terwijl Vlekje nasidderend van angst onder de bank blijft zitten, geef ik het op. Ik richt ik me opnieuw op het internet. ‘Eerste vat Hollandse Nieuwe verkocht voor 66.000 euro,’ schreeuwt een kop. Ik draai me om en zucht, want ik weet dat ik het niet over mijn hart kan krijgen om mijn arme konijntje in een vat te proppen en te verkopen voor zulke belachelijke bedragen. Vlekje is daar niet bijzonder genoeg voor. Ze doet nooit iets voor me terug. Ze vreet alles op en is een rib uit mijn lijf. Misschien is het vanavond tijd dat ze haar schuld aan mij inlost. Ik trek haar aan haar pluizige witbruine oortjes onder de bank vandaan en houd haar op armlengte afstand. Dan springen de tranen weer in mijn ogen. Ik kan het niet. Het spijt me Vlekje. Vanavond geen rib uit jouw lijf.