Kroonridder

Jean-Paul (Days-Of-Wild)
Afgelopen week is kapitein Marco Kroon tot Ridder der Militaire Willems-Orde geslagen. Nou ja geslagen, geschouderklopt. Ondanks het ontbreken van de zwaardslag is het voor een militair toch een mooie en zelfs redelijk unieke titel. Zelden wordt deze namelijk nog gegeven aan personen. De laatste keer was meer dan vijftig jaar geleden. Kapitein Kroon is nu één van de elf nog in leven zijnde personen die deze onderscheiding hebben.

Ik wil voorop stellen dat ik absoluut niets heb tegen de heer Kroon. Wat gebleken is uit de diverse berichten over de uitreiking ervan, is dat hij een prima militair is. In de verschillende gevechtshandelingen heeft hij ervoor gezorgd dat zijn peloton zonder verliezen uit de strijd is gekomen. Hij heeft zelfs een aantal Australische militairen die in de problemen zaten zonder kleerscheuren uit een hinderlaag laten ontsnappen. Dit zijn acties waarvoor iemand uiteraard alle lof en hulde verdient. Waar ik echter problemen mee heb is de plek en de aanleiding voor deze onderscheiding; Afghanistan.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het Westen enorm kwaad dat de Russen daar binnengevallen waren. Wat was men blij dat de Russen met de staart tussen de benen door die "holbewoners" uit Afghanistan verdreven werden. Dit met steun van de VS, die ook daarna het land nog geholpen hebben. Tot zij na 9/11 besloten het land aan te vallen omdat Afghanistan Osama Bin Laden niet uit wilde leveren. Bij die oorlog werd Nederland op dubieuze wijze betrokken. Nederland had en heeft daar absoluut niets te zoeken. Het is een land en een oorlog waar we niet bij horen. We zijn daar officieel bezig met een opbouw missie, maar we doen weinig anders dan oorlog voeren. Met negentien Nederlandse doden en een onbekend aantal Afghaanse als voorlopig resultaat en een situatie die niet tot nauwelijks verschilt van toen men er begon. De kans is daarnaast ook bijzonder groot dat zodra onze jongens daar hun hielen lichten de Taliban de regio weer compleet onder controle nemen. Dan hebben we daar zinloos Nederlands en Afghaans bloed vergoten.

Voor heldhaftige handelingen tijdens deze missie krijgt een Nederlandse kapitein een heel hoge onderscheiding. Het heeft iets weg van het krijgen van een beloning voor het van de verdrinkingsdood redden van iemand die je kort daarvoor zelf in het water hebt gegooid. Als militair heb je geen keuze. Je kiest ervoor om in dienst te gaan en als gevolg daarvan bestaat de kans dat je in het kader van een internationale (vredes)missie uitgezonden wordt. De mogelijkheid bestaat dat je in gevechtssituaties terecht komt. Dan moet je doen waar je al die tijd voor getraind hebt. Vechten, en het leven van jou en je kameraden zo goed mogelijk beschermen. Als militair heb je ook niet de keus om deze onderscheiding te weigeren, als je dat zou willen. Alleen is Marco Kroon nu wel ongewild een politieke marionet geworden.

Het initiatief tot het aanvragen van deze onderscheiding komt bij zijn ondergeschikten en meerderen vandaan, al zal het me helemaal niets verbazen als er ook een politieke achtergrond is. De Nederlandse deelname in Afghanistan is nooit onomstreden geweest en heeft hierdoor nu het koninklijk zegel van goedkeuring gekregen. Deze onderscheiding zou zelfs gebruikt kunnen worden in de discussie over een eventuele verlenging van de Nederlandse missie. Ik denk dat deze uitreiking in Amerika en andere landen en organisaties die voor verlenging van de Nederlandse missie zijn, met gejuich is ontvangen. Voorstanders zullen zeggen dat als men voor het eerst in vijftig jaar deze onderscheiding uitreikt, er toch wel iets bijzonders verricht moet zijn daar en dat blijven dus een goede beslissing zou zijn.

Het verheerlijken van oorlogsgeweld, zeker als agressor, stuit mij tegen de borst. Zonder hierbij de daden van kapitein Kroon teniet te willen doen. Gegeven de situatie heeft hij heldhaftig werk verricht, dat staat buiten kijf. Het belonen van vechten en doden van anderen, al is het "voor de goede zaak", geeft aan dat we het stadium van holbewoner nog niet echt gepasseerd zijn. Zolang er legers zijn en overal ter wereld oorlog gevoerd wordt, zijn we nog niet echt een geciviliseerd ras te noemen. Ik ben iemand die een hekel heeft aan rangen en standen. Er is in deze zaak echter één ding dat mij wel kan plezieren. Dat is dat er nu in de streng hiërarchische organisatie die het leger is iemand rondloopt die door iedereen met een hogere rang gegroet moet worden.