Het K-woord

Esther (Estherschrijft)

Persoonlijk krijg ik het woord niet over mijn lippen. Daar is het allemaal te vreselijk voor. Een besmet woord is het. Alsof je het, door het uit te spreken, over jezelf af zou roepen. Dat wil je niet. Voor een ander trouwens ook niet. Dus ik zeg: ‘Je moet de goden niet verzoeken.’ Je wenst het gewoon niemand toe. Vooral de zwakkeren niet. Bij hen pakt het natuurlijk extra hard aan. Zul je altijd zien dat het juist dáár toeslaat. En de tijd dat je het als verwensing kon gebruiken, al dan niet ironisch bedoeld, is allang gepasseerd. Ook niet gescandeerd vanaf een voetbaltribune. Is gewoon nooit grappig.

En toch, overal vallen de slachtoffers. Wereldwijd. En ook in mijn naaste omgeving zie ik er mensen zwaar onder lijden. En wat doe je eraan? Je staat erbij en je kijkt ernaar. Als simpele ziel kan je niet anders doen dan de getroffenen steunen en hopen dat het ze niet fataal wordt. Soms helpt het als je iemand net dat beetje moed in kan spreken om te vechten. Dan sta je gewoon te kijken van het resultaat. Een enkeling vindt de lange, moeizame weg terug. Het lijkt verdomme wel of het besmettelijk is ook.

En iedereen denkt: “Dat overkomt mij niet. Ik heb goed voor mezelf gezorgd.” Logisch. Die ontkennende fase zie je vaak. Maar het besluipt je gewoon en dan kun jij ook de pineut zijn. Plotseling zit je thuis, met je ziel onder je arm. Je kunt steeds minder en dat moet je lijdzaam accepteren. Daar gaat je comfortabele leventje. Je moet er toch niet aan denken.

Ik ben niet gelovig en toch doe ik af en toe een schietgebedje dat het mij maar niet mag overkomen. Of een van mijn naasten. Tja, je voelt je eigen leed het hardst. Neemt niet weg dat ik het niemand gun. En toch is het volksaandoening nummer één, tegenwoordig. Dat heeft niks met gunnen of niet gunnen te maken. Het overkomt je gewoon. Bam! Van het ene op het andere moment moet je wennen aan de diagnose: jij hebt het ook.

Voorkomen is beter dan genezen, maar is er een manier om het te ontlopen? Degenen die veel weerstand opgebouwd hebben, kunnen de dans ontspringen. Maar soms blijkt het om een schijnveiligheid te gaan. Er zijn ook slachtoffers die volslagen gezond leken. Eén zwakke plek en deze sluipmoordenaar ziet zijn kans schoon om binnen te komen en zijn desastreuze werk te doen. De schade is vaak groot en een ingrijpende operatie is in veel gevallen het enige redmiddel. En dan maar hopen dat het helpt.

Maar er is hoop. Er wordt naarstig gezocht naar genezing. En de resultaten zijn hoopvol, hoewel sommige therapieën een placebo-effect schijnen te hebben. Nee, voor het wondermiddel moeten de specialisten nog even doorgaan met hun onderzoek. Maar gelukkig hebben we ze wel, die specialisten die zich daar fulltime voor inzetten. Wij hier in het Westen mogen toch maar van geluk spreken. Sommige middelen bleken niet erg succesvol – er waren er zelfs bij die erger waren dan de kwaal – maar er gloort onmiskenbaar hoop aan de horizon. Dat is maar goed ook. Hoop moeten we hebben, anders blijf je nergens. Ik zeg: ‘Keep up the good work!’ En ik heb er alle vertrouwen in met de goedopgeleide vakmensen die Nederland rijk is.

Maar ja, het kost geld, hè? Klauwen vol met geld. Wat zeg ik, bérgen geld. En waar moet het vandaan komen? Kijk, er wordt al een groot deel gedaan met overheidssteun, maar dat is niet genoeg. Er moet meer geld komen. En dan heb je als burger ook je verantwoordelijkheden. Omdat het in je eigen belang is dat er eindelijk een remedie voor gevonden wordt. En dan bedoel ik niet de lapmiddeltjes die er nu al zijn. Die geven soms ogenschijnlijk veelbelovende resultaten, maar doen uiteindelijk niet echt hun werk. Ze kunnen het proces in het beste geval vertragen. Maar iedereen wil natuurlijk dat de echte remedie gevonden wordt. Vooral ook omdat de specialisten zeggen dat die bestaat. Dan wil je niet dat ze vlak voor de eindstreep af moeten haken vanwege een gebrek aan fondsen. En misschien is het niet één remedie, maar zijn het er meer. Meer bergen geld dus ook, maar ik wed dat we er dat allemaal graag voor over hebben. Het zou je tenslotte maar overkomen.

Daarom klopt de regering ook bij u aan. Als we allemaal ons offer brengen, kunnen we deze situatie het hoofd bieden en onze economie er bovenop helpen. Als we nu de broekriem aanhalen, zal dat tijdelijk zijn en profiteren we daar allemaal van. Laten we collectief het landsbelang, het bedrijfsleven en de middenstand steunen. Leuker kunnen we het niet maken. Makkelijker ook niet.

O… u dacht dat ik het over een enge ziekte had? Nee, godbetere! Dat is allemaal nog tien keer erger. Geeft u daarom ook gul aan de collectant van het Kankerfonds. Waar ik op doel is de K******crisis. En ik krijg dat K-woord nog steeds niet uit mijn bek.