Goodbye, my lover (deel 22)

Trudy (Zonnetje40)

Vorige aflevering: http://frontpage.fok.nl/column/9233/1

Doelloos loop ik door straten waar ik normaal gesproken nooit kom. Mijn hart bonst in mijn keel. Driftig veeg ik mijn tranen weg. Wat heb ik toch een kutleven. Als ik terug denk aan mijn leven van zo’n anderhalf jaar geleden dan kan ik bijna niet bevatten wat ik allemaal heb meegemaakt. Er lijkt geen eind te komen aan alle tegenslagen. Eigenlijk is de ellende begonnen op het moment dat ik Tim leerde kennen. Als dat niet was gebeurd, dan had mijn moeder nog geleefd, en hadden we ons rustige leventje gewoon voort kunnen zetten. Dan had ik mijn school afgemaakt en was ik nu misschien wel met een geweldige universitaire studie bezig.

Maar dan had ik de waarheid ook niet geweten. Dat mam mijn moeder helemaal niet was. Dat mijn vader nog leeft en mijn biologische moeder ook. Dat ik nog broers en zussen heb. Nou, die waarheid kan me op dit moment gestolen worden. Ik had liever in onwetendheid gebleven. Nu heb ik tot de conclusie moeten komen, dat niemand te vertrouwen is. Mijn eigen moeder niet eens. En zo kan ik haar niet eens meer noemen. Maar Tim. Hem vertrouwde ik wel. Hij is verliefd op mij geworden, maar met die gevoelens heeft hij niks gedaan totdat de relatie met mijn moeder beëindigd was. Ik vond dat zo loyaal van hem. En nu blijkt, dat hij een ander heeft! Eigenlijk was het wel te verwachten; hij was wel érg snel over mijn moeder heen. Dus toen ik het uitmaakte, heeft hij zeker de eerste de beste avond een scharrel in een kroeg opgedoken. Maar waarom dan liegen tegen zijn baas? Dat slaat toch helemaal nergens op? Terwijl ik mijn gedachten op een rijtje probeer te krijgen word ik ook gaandeweg rustiger en ga ik helderder nadenken.
Ik ben ervan overtuigd dat de liefde van Tim voor mij echt is. Ik ken geen betrouwbaarder persoon dan hij. En ik schaam me bijna, omdat ik zo snel conclusies heb getrokken. Waarom heb ik die vrouw niet uit laten praten?

Tim was thuis, zei die vrouw. Maar ik weet helemaal niet wie zij is! Wie zegt dat hij een relatie heeft met haar? Dat lees je in boeken ook altijd: dan blijkt die knappe vrouw ineens het nichtje te zijn, of de zus. Het kan toch zijn, dat Tim al wel weg had zullen zijn, maar dat zijn vlucht vertraging heeft opgelopen of zoiets? Of dat zijn baas het verkeerd begrepen heeft, en dat Tim volgende week pas vertrekt, maar al eerder vakantie heeft opgenomen om alles te regelen hier? Misschien is die vrouw inderdaad zijn zus en gaat zij voor de periode dat Tim weg is in zijn huis wonen. Dat kan allemaal.
Deze gedachten vrolijken me weer een beetje op. Ik loop een restaurantje binnen en bestel een kop koffie. Stel dat mijn idee klopt, dan zou het dus kunnen zijn dat Tim en ik elkaar vanavond weer in de armen kunnen sluiten. Ik word zenuwachtig bij het idee. Of zou hij niks meer van me willen weten? Dat geloof ik niet.

Ik denk aan Manon. Die heb ik ook maar mooi laten staan. Zou zij zich ook meteen hebben omgekeerd? Een verontschuldiging mompelend misschien? Of zou ze een praatje hebben gemaakt met die vrouw? Zou zij Tim hebben gesproken? Ik zoek naar mijn mobieltje in mijn tas. Shit. Ik kan het ding nergens vinden. Ik voel in mijn jaszakken: ook niet. Het ligt zeker nog op mijn nachtkastje. Snel reken ik de koffie af. Ik wil zo snel mogelijk naar huis, naar Manon.

Het is een eind lopen. Af en toe versnel ik mijn pas om maar zo gauw mogelijk thuis te zijn. Als ik de straat waar Manon woont in loop, zie ik haar autootje staan. Gelukkig. Ze is er. Haastig loop ik het tuinpad op en zoek mijn sleutels. Als ik binnenkom zit Manon op de bank. Ze kijkt heel even op als ik binnenkom. Ik zie aan haar ogen dat ze heeft gehuild. Geen goed nieuws, dus. Onmiddellijk wellen bij mij ook de tranen weer op. Als ik naast haar ga zitten slaan we de armen om elkaar heen en huilen samen. Ook bij de sterke Manon komen de spanningen van de laatste tijd eruit. Ik kan me bedwingen en vraag niet meteen wat er aan de hand is.
Want eigenlijk weet ik het al.

Na een poosje heeft Manon zichzelf weer voldoende in de hand om haar verhaal te kunnen doen.
“Ik snapte er eerst niks van, toen jij opeens wegrende. Toen ging er bij mij een lampje branden. Jij dacht natuurlijk dat die vrouw de nieuwe vriendin van Tim was. Maar ik geloofde dat niet. Ik dacht: ach, het is vast zijn zus, zij past op zijn huis als Tim weg is. Hij zal een dezer dagen wel vertrekken, nou dat is mazzel, dan kan Lidewij hem tenminste nog zien. En misschien annuleert hij de hele reis wel, als het weer goed komt tussen die twee.” Manon snuit haar neus. “Die gedachten schoten allemaal pijlsnel door mijn hoofd. Die vrouw stond zeer verbaasd te kijken toen jij er vandoor ging. Ze werd ook een beetje ongeduldig, merkte ik. “Wat willen jullie eigenlijk van Tim?” vroeg ze mij. “We willen gewoon even met hem praten,” antwoordde ik. En ik werd ook een beetje boos. Door de hele situatie, denk ik. Dus ik vroeg: “Wat wil jíj eigenlijk van Tim?” Zij werd óók boos en zei: “Nou, als je het niet erg vindt… ik ben al zes jaar de vrouw van Tim. Maar ik ga hem er wel even bijhalen, want ik wil nu ook wel weten wat er aan de hand is allemaal. Ik ben zo weer terug.” Ze knalde de deur dicht en toen ben ik ook weggegaan. Helemaal overstuur. Wat een verschrikkelijke toestand.”

Ik zit verdwaasd op de bank. Zijn vróuw? Het is nog veel erger dan ik dacht! “Dan heeft die klootzak mijn moeder ook bedonderd. En mij. Hij was bijna met mijn moeder getrouwd! Geen wonder, dat hij steeds minder enthousiast werd. Hij was gewoon een soort bigamist. Wat zal hij opgelucht geweest zijn toen ik het uitmaakte. En wat een acteur zeg!” Manon knikt somber.
“En nou?” vraag ik huilend. “Wat moet ik nu doen?” Manon weet het ook niet. Ze staat op en gaat naar de keuken. Even later hoor ik de vertrouwde geluiden van het koffiezetapparaat. Tegen wil en dank moet ik toch glimlachen. Manon heeft dat altijd: eerst maar eens koffie.

Ik zet de computer aan. Wat zal Tim lachen, als hij mijn mailtje leest. Zijn gekrenkte trots toch weer opgepoetst. En zijn vrouw? Zij weet natuurlijk ook van niks. Misschien wordt het tijd, dat ze van mij de waarheid hoort, denk ik wraaklustig.

Dan zie ik dat ik een nieuwe mail in mijn inbox heb. Het is van Tim. Met bonkend hart open ik de mail.

Mijn allerliefste Lidewij,

Wat een geluk, dat er e-mail verkeer bestaat! Daardoor heb je me weten te vinden en de allergelukkigste man van mij gemaakt. O schat, weet je wel, hoeveel ik van je hou? En hoe ik je mis?
Ik ben bij mijn tante op Curaçao. Zij heeft hier een prachtig huisje, maar na de dood van mijn oom is er nogal wat achterstallig onderhoud aan het huis. Ik móest er gewoon uit. De gedachte om in dezelfde woonplaats te wonen als waar jij woont kon ik gewoonweg niet verdragen. Maar ik had niet zo heel veel geld. Dus in ruil voor klusjes in en om het huis, mag ik bij mijn tante blijven zolang ik maar wil. Deze brief van jou was wel het laatste dat ik had verwacht. Maar je maakt me zo blij!
Liefste schat, jij kan ook wel wat rust gebruiken na alles wat je hebt meegemaakt. Ik weet dat je het huis van je moeder moet afronden. Maar kan dat nog even wachten? Mag ik een ticket voor je boeken en kom je dan alsjeblieft zo snel mogelijk naar mij toe?

Voor altijd de jouwe,
Je Tim.

Terwijl ik aan het lezen was heb ik Manon gewenkt dat ze moest komen kijken. Samen lezen we de brief. Als ik klaar ben met lezen en Manon aankijk zie ik in haar ogen mijn eigen ongeloof, verbazing en afschuw terug.