Een muzikale dreun voor je kop

Laurens (Gramps)

1989, of eigenlijk een jaartje eerder. Op een verjaardag had mijn broer het over een muzikant die hem hevig aansprak. Dat moest dus wel wat zijn, gezien het feit dat die broer een buitengewoon introvert tiep is en bovendien nauwelijks enthousiast te krijgen voor wat dan ook. Als hij over iets de loftrompet steekt wil ik dus best effe luisteren. Zoiets als een inkijk in de zieleroerselen van iemand met de emotionaliteit van een tuintafel. De werkelijkheid is natuurlijk anders, maar dat weet alleen zijn gezin.  


Kitaro, dat was het helemaal volgens broer. Synthesizer, maar heel anders dan JM Jarre of Vangelis. We schaften ons dus een paar CD’s van deze figuur aan en waren het hevig met hem eens. Dat is toch wel muziek. Symfonisch, veel instrumenten zoals een elektrische viool. Iedere keer denk je dat je een melodie herkent, maar vrijwel meteen gaat het dan een andere kant op. Heel duidelijk geen westerse muziek, maar wel kunstig en mooi. Ieder nummer begint heel zachtjes, subtiel, dromerig, maar bouwt in een paar minuten op naar een grootste, luide finale.

We waren in die tijd helemaal geen concertgangers, maar op een of andere manier kwam ons ter ore dat Kitaro een concert ging geven, ik geloof in het Rai Congrescentrum. En wij dachten: doe eens gek, we gaan erheen. Mijn vrouw en ik, de broer die zo enthousiast was kon niet. Het was ook maar 1 concert, dus het was echt gaan of niet gaan. Ik waarschuwde mijn vrouw, die op dat moment vijf maanden zwanger was voor het feit dat haar oren wel een fikse plens geluid binnen zouden krijgen. Geen bezwaar? Dan gaan we, gezellig samen.

Typisch een incrowd-publiek, weten we nu. Allemaal liefhebbers of mensen die door liefhebbers aan hun oren waren meegesleept. Kitaro was bijzonder om te zien. Heel klein en iel. Sluik, zwart haar tot zijn kont. Geitebaardje. Echt een pond broek en een ons kontje zoals Kortooms zou zeggen. Ge zoudt hem zo bij de afgekeurde piepers lazeren, zou een Brabantse boer zeggen. Een heel orkest bracht hij mee, ondermeer een fraaie juf die de elektrische viool bespeelde. Een heel stel Japanse trommels, heel veel Synthesizers. Kitaro zat met zes van die dingen in een U-opstelling om hem heen. Roland? Korg? Kwenimeer. De muziek was magistraal. De opbouw kenden we al en live klonk het geweldig, de studio-kwaliteit werd dicht benaderd.

Alleen met een bepaald aspect hadden we geen rekening gehouden. We kenden de opbouw, maar als je dacht dat het nummer, gezien de lengte en het geluidsniveau zowat ten einde was, bleek het net te beginnen. Mensenkinderen, wat een geluid. De lage tonen denderden door je hele lijf heen. Op sommige momenten zat mijn vrouw met haar handen tegen haar oren. Dan werd het haar echt even te veel.

Haar ongeboren zoon echter had die luxe niet, die kreeg de hele handel maar ietsjes gedempt door haar buikwand toegediend. Tot dan had ze geregeld twijfels over haar kind, want het was haar veel te rustig, ze voelde het nauwelijks. Maar tijdens het concert was dat helemaal over. Zoon maakte compleet amok. Bewoog en schopte alle kanten op. De oortjes waren dus dik in orde.

Nee, hij heeft er niks aan over gehouden, al zouden we wel twee keer hebben nagedacht als we dit van te voren hadden geweten. Hij is een muzikale maf van het zuiverste water. Hedendaagse muziek is troep in zijn optiek, nee, jaren veertig tot hooguit zeventig, dat moet je hebben. We zijn het op heel veel terreinen luidkeels oneens met elkaar, maar muziek is een bindende factor. Ik zat afgelopen week aan dit concert te denken en googelde wat rond. U-tube heeft heel wat nummers van Kitaro. Maar goed ook, want onze CD’s zijn peite. Ik ga zoonlief dus een kool stoven. Ik ga hem uitgebreid blootstellen aan Kitaro en dan vragen of er ergens een jeugdtrauma terug te vinden is. Babytrauma? Bestaat dat? Ik denk dat-ie het wel goeie muziek zal vinden, we horen wel van hem. En we lezen het wel, want ik ben van plan hem effe een arrempie op zijn ruggetje te draaien. Net zo lang zaniken tot hij een submitje naar FOK stuurt over deze ervaring. Per slot is het nu zowat twintig jaar geleden en dat moet dus gevierd worden.

Kan hij ook mooi twee stukkies schrijven over de twee concerten die we later samen hebben bezocht. De eerste was naar een ouwe liefde van mij, de Moody Blues in de Heineken Music Hall, de andere naar ‘zijn’ Jerry Lee Lewis in Eindhoven. Toen we van dat laatste concert terug reden hadden we de raampjes open en draaiden, net van de parkeerplaats af knetterhard het live concert uit 1964 in de Star Club in Hamburg. Volgens kenners het beste live optreden ooit. We reden tussen rijen bezoekers die allemaal lachten en hun duim opstaken. Incrowd, wat ik je brom.

Komt goed, die submitjes komen er wel. Zoon kan schrijven. En naar verluidt nog goed ook.

 

Kitaro - The Silk Road