Zíj

Johan (kuifkrullen)

Dat je niet verliefd zou worden op een man of een vrouw maar op een persoon, dat vond ik altijd maar gelul. (Lesbiennes die dat roepen maar wel altijd op een vrouw vallen, daar geloofde ik weinig van.) Maar ik ben daar toch iets genuanceerder over gaan denken. Niet dat ik me aan de mannen ga wagen, maar toch. Er zijn van die liefdes die zich in een ‘verkeerde’ categorie bevinden. Liefdes die niet mogen. Te jong; te oud; getrouwd.
Liefde waar je jezelf in eerste instantie niet in ziet verliezen.

Liefdes die niet mogen: heerlijke fantasieën levert dat op. Maar meestal blijft het daarbij en kan je je er van afsluiten.
Liefde laat zich niet sturen, weer iets wat ik gelul vond maar wat ik heb leren nuanceren. Want tegenwoordig is zíj er. Zíj.

Ze is adembenemend mooi, vind ik. Want dat blijft uiteraard persoonlijk. Sommige mensen houden van rood haar; sommigen van dikke billen.
Ze is geestig en intelligent. Dat vind ik niet, dat is zo. Dat vindt iedereen, dat kan niet anders.
Ze is het showen waard. Met zo’n leuke vrouw wil ik naar ieder feestje, hoe vervelend de organisator en gasten ook zijn: ik wil haar laten zien. Ik wil óns laten zien.

Maar dat kan niet. Ik mag haar niet laten zien. Ik mag niet de hele wereld laten zien hoe geweldig ze is. Want alles is geheim. De maatschappij valt er over.
En dat frustreert me mateloos.

Onmogelijke liefdes worden prachtig beschreven; de mooiste films worden erover gemaakt. Het is vaak zo hartverwarmend romantisch dat ik er niet bij stil stond dat het ook mij zou kunnen overkomen.

Mensen die de dood in de ogen hebben gekeken verhalen er altijd over dat ze meer genieten van de kleine dingen. Onmogelijke liefde heeft eenzelfde effect. Godzijdank zonder het bijna doodgaan.
Alle momenten samen hebben waarde. Een korte streling kan ik uren lang voelen. Het onmogelijke maakt alles spannender, intenser. Iedere ontmoeting is er een om te koesteren.

Ik weet niet of ik het jammer vind dat alles stiekem is. Het steekt dat ik haar niet kan voorstellen aan mijn vrienden, mijn ouders. Het steekt dat we geen openbare leuke dingen kunnen doen.
Daar staat wel tegenover dat de spanning sensationeel is. Ik voel dat ze het waard is om over te liegen.

Er zijn veel stellen die wel openlijk samen kunnen zijn. Sterker, zo’n beetje alle stellen kunnen dat. Maar zoveel van hen hebben het simpelweg niet leuk, niet geweldig.
Er zijn zoveel stellen die niet jaloersmakend leuk zijn samen.

Wij zijn dat wel. En altijd als ik me dat bedenk is het niet meer relevant of anderen het mogen weten. Het is niet relevant of we buiten leuke dingen kunnen doen.
Fuck alle oordelen van de maatschappij, fuck alle ongeschreven regeltjes.
Zíj maakt me gelukkig. Zíj maakt me een beter mens.

Zíj, ondanks alles, ondanks iedereen.