Gescand voor de popcornkraam

Neuskleuter
Ongeduldig staan ze in de rij voor de popcornkraam. Ik schep de ontplofte maïs in de zakjes en geef het door aan mijn collega. Mijn haar plakt tegen mijn voorhoofd en de sliert mensen lijkt maar niet op te houden. Door het vette glas zie ik de vage gestaltes staan. De scholieren worden elk jaar kleiner en eigenwijzer. Iedere keer als ik werk op de open dag van mijn hogeschool vraag ik me vertederd af hoe oud ze zouden zijn. De een hangt zijn ouders op aan een kapstok en neemt zelf het woord, terwijl de ander als een volgepropte handtas door moeder mee wordt gezeuld van voorlichting naar voorlichting.

Plotseling weekt een van de modeaccessoires zich los van haar ouders en opent haar mond. Haar schitterende lach valt direct op door de vele lampen die op haar beugel zijn gericht. ‘Is die popcorn nou eens klaar?’ klinkt het uit haar brute smoeltje. Ik dacht dat de opvoedkundige tik verboden was, maar moeder geeft haar een pets om U tegen te zeggen en sleept haar jammerend achter zich aan naar de informatiestand van pedagogiek. Ik betwijfel of de opleiding tot Supernanny iets voor die beugelbek zal zijn, maar dat is er tenminste een minder.

Het volgende jongetje leunt met zijn hoofd tegen het glas van mijn kraampje. Ik werk extra hard door uit angst dat een van zijn puisten zal uitbarsten als hij hier langer blijft staan. Gelukkig pakt hij de plattegrond van het gebouw weer vast om zijn route richting techniek te vervolgen. Zijn moeder volgt hem lijdzaam naar de afdeling met computers, bouwkundige modellen en programmeertaal.

De rij houdt maar niet op. Tussen de kraagjes, kortgerokte anime-meisjes en punkjongetjes door denk ik aan mijn eigen studiekeuzetijd. Ik zocht via Google naar opleidingen en plaatsen, hoorde wat vrienden wilden, las eens wat reclameteksten door en maakte vooral rationeel mijn keus. Ik ging niet eens naar een open dag, omdat ik verwachtte dat het toch maar mooier was dan het zou zijn. Het was niet echt. Bovendien kon ik mijn specifieke studie maar in twee plaatsen volgen.

Dat lijkt nu wel anders. Deze kinderen in de rij voor mijn zoete kraampje kijken wijs rond. Ze zien alles, maar kijken door de schreeuwerige reclamestand heen. Pepermuntrolletjes, gratis koffie en thee, de eenmalige bioscoop, de immer lachende studenten die hen voorlichten en de weg wijzen, mijn popcornkraam. Zij voelen de sfeer, zien de houding, de uitstraling. Zij verstaan de kunst te ervaren hoe het is om hier te studeren, terwijl ze nog geen collegezaal van binnen hebben gezien.

Ik krijg ineens het gevoel dat ik van alle kanten word aangestaard door priemende pientere oogjes. Ik voel me naakt, ook al draag ik een Crewshirt, een petje en een grote glimlach. Voor een moment schrik ik van die aandacht. Die röntgenogen in de rij scannen mijn identiteit, mijn oprechtheid. Mijn wimpers knipperen het beeld weg. Voor ik het weet, sta ik weer aangekleed achter de popcornkraam. Gescand en al, maar ik ben goedgekeurd. De blikken stralen weer verveeldheid uit.

Enigszins verward richt ik mij weer op mijn taak. Ik kijk toe hoe de kleine korreltjes maïs zich met elke plof ontpoppen tot een waar stukje popcorn. Net als deze scholieren, als ze hier over een paar jaar zullen afstuderen. Ik voeg nog iets olie en wat extra suiker toe aan de hete pot en wacht tot de hele portie klaar is. Door het glas van mijn popcornkarretje kijk ik naar de rij, die zich opnieuw heeft aangevuld. Ik weet niet in hoeverre het vet mijn beeld vervormt, maar deze scholieren lijken heel echt te zijn. Oprecht van zichzelf. Zo zouden alle onderwijsinstellingen zich ook op open dagen moeten vertonen. Geen valse opsmuk, geen gedoe, geen popcorn. Gewoon zichzelf. Maar dan net iets beter.