Weg van de Broekriem

Redactie

Column door Asberg

Wat vooraf ging: De Broekriem-annalen


De caissière van D van de Broekriem was correct en vriendelijk geweest, en onderweg naar huis vroeg ik me af of het kassawerk iets was voor Bé, mijn lieftallige wederkwart. Ik zeg kwart, niet omdat ze onvolwaardig is maar omdat ze fysiek veel kleiner is dan ik en bovendien afkomstig uit een cultuur waar onderdanigheid een deugd is. Maar zou ze beschikken over de juiste eigenschappen voor D van de Broekriem?

In de begintijd hadden Bé en ik vooral contact via de trunktaal van sms. Ze noemde zich BB, wat bleek te staan voor Bombay, waar ze was geboren in één of andere opbergkaste. Ze was op jonge leeftijd onder vage omstandigheden in Nederland beland en had een keuze moeten maken tussen India en Nederland, een couskeuze tussen twee culturen.

Er was een vagemoer die pretendeerde haar moeder te zijn, een vaaglieger van een tante die gezien uiterlijk en eigenschappen nooit familie kón zijn en dan nog een opoe op het Indiase platteland, een korstegrootje waarvan Bé tenminste nog het idee had dat het haar echte oma was. Toen een vermeend broertje bij een religieuze rite de dompeldood stierf gaf dat de doorslag in Nederland te blijven. Bé ging werken als luikmiep bij een afhaalchinees. Ze werd daar al snel een soort raamgoeroe, met voor iedereen een klein, spiritueel advies. Ze kon dat doen door haar achtergrond en haar geschiedenis. Het is de afhaalchinees waar ik haar ontmoette.

Toen ik thuiskwam vroeg Bé me hoe het was geweest in D van de Broekriem. Ik gaf haar de piklikthee en vertelde over de gebrekkige groenteafdeling, over de onvindbare slingerkaas en de lage prijzen. Ze vond het niet erg dat ons favoriete toetje er niet was. Ik liet haar mijn draagblaar zien. Ze adviseerde me volgende keer een blaarhoeder mee te nemen. Ik bedankte haar voor haar zorgzaamheid, omhelsde haar en dacht: ze is ongeschikt voor D van de Broekriem. Overgekwalificeerd in deugden.