Radio Arnohari in Somalië

Arno (Arnohari)

Bij piraten denk ik onmiddellijk aan twee typen mensen die niets met elkaar te maken hebben: die op een groot schip met kanonnen en die op een zolderkamertje de hele dag illegaal Nederlandstalige muziek draaien. Het is dan steeds weer een hele teleurstelling als ik die Somalische varianten zie: een clubje magere mannen op een gammel bootje. Geen groot zeilschip, geen kanonnen, geen papegaai, geen kraaiennest en geen zwarte zeilen met wit doodshoofd. Zouden ze op die bootjes Frans Bauer en Wolter Kroes draaien en uitzenden? Zouden de piraten uit Somalië ook een houten been, een haak en een papegaai hebben? Ik denk het niet.

Toch zijn het helden. Met die zinkende kano krijgen ze het voor elkaar om gigantische olietankers, volgekaviaarde Amerikaanse cruiseschepen en imposante containerschepen te kapen. Soms roeien ze dan met een juten zak vol losgeld in hun versleten kano weer naar land. Roeien met de riemen die je hebt, het is daar uitgevonden. De oorlogsschepen die het Westen gestuurd heeft, komen te laat of hebben niets te zeggen. Die koekwausen hebben de Amerikaanse droom subtiel uitgevoerd: beginnen met een lekkende opblaaskrokodil en stinkend rijk met pensioen gaan, twee jachten aan je privésteiger. Uiteraard is het misdadig wat die mannen doen, niet in de laatste plaats voor de mensen die ze gijzelen. Zij zijn hun leven niet zeker. Ja, het moet aangepakt worden. En toch heeft het iets romantisch of filmisch, zo je wilt.

Radiopiraten. Ook ik vond het als jong manneke leuk om plaatjes aan elkaar te praten met een cassetterecorder en microfoontje. ‘Hallo luisteraars, welkom bij Radio Arno’ en ‘Dan gaan we nu luisteren naar Charlie Lownoise en Mental Theo’. Ook ik zat op een zoldertje. Maar ik deed niet aan uitzenden. Uiteraard geen geld om zendapparatuur te kopen en als ik mezelf terughoorde, vond ik dat ik een vreselijke stem had. Ik had maar een paar cd’s en een aantal cassettebandjes met van Radio 538 opgenomen muziek of met Henk Westbroeks Wat is Waar? Dus Radio Arno had iedere dag dezelfde muziek, de Dance Smash Hits van 538 en één luisteraar: de dj zelf.

Bestaan de radiopiraten eigenlijk nog? Zijn er nog mannen die op een zoldertje illegaal muziek de ether in sturen? Of heeft Internet dat overgenomen? En wat is illegaal tegenwoordig? Ingewikkeld.

Met Somaliërs heb ik niet zoveel. Ik ben dan ook behoorlijk bevooroordeeld. Ik heb één Somalisch gezin gekend, en die mensen hebben geen positieve indruk achtergelaten. Althans, in mijn herinneringen. Het is alweer een tijdje geleden, nog voor mijn radioavonturen op zolder. Ik zat nog op de basisschool. In mijn buurt kwam een gevlucht gezin uit Somalië te wonen. De gemeente had een woning aan het park ter beschikking gesteld en de buren hadden het huis ingericht. Het was maar een treurig gezin, vond ik. Pa miste een been en een arm. Landmijn, geloof ik. Hij had wel een houten been. Van ma kan ik me niets herinneren. Of ze werd verborgen gehouden in huis, of ze leefde al niet meer. De twee zonen in de familie kwamen bij mij in de klas. Ik snapte dat zij geen Nederlands spraken, ze waren hals over de kop gevlucht. Maar ook na een tijdje kon ik alleen met ze communiceren met ‘shit’ en ‘fuck’, de enige woorden die ze kenden. Ook heeft één van die jongens mijn fiets een keer gejat in het park. In de buurt werd geroddeld over het gezin. De televisie zou ‘niet naar wens zijn’ en de gordijnen dienden als soort apenkooi. Stank voor dank, dat soort kreten. Nee, ik noem die Somaliërs geen apen, maar ik refereer aan het spel tijdens de gymlessen waarbij alle toestellen, rekken en touwen opgesteld werden. Die jongens namen school gewoon mee naar huis. Het duurde ook niet lang voordat het gezin vertrok naar de grote stad. Onduidelijk voor mij is of de buurt ze wegpestte of dat ze op eigen initiatief zijn vertrokken. Inderdaad, mijn enige ervaring met Somaliërs is er niet één waar ik graag aan terugdenk.

Als ik in Amsterdam kom en ik zie de replica van de Amsterdam, een schip uit de tijd dat wij peper, zout en Somaliërs verhandelden, krijg ik stoute fantasieën. Soms droom ik ervan om dat schip te kapen en naar Somalië te varen. Ik neem zendapparatuur mee en de antenne verstop ik in het kraaiennest. Ook gaat er een container Nederlandstalige plaatjes mee. Ik meet me een houten been aan en ik ga in Veldhoven een papegaai scoren. Lorre zingt de jingles in. Als er een cruiseschip voorbijkomt, zal ik de passagiers een onvergetelijke vakantie bezorgen met mijn kanon, papegaai en Frans Bauer. Ik nodig de lokale piraten uit voor een handelsovereenkomst. Zij de miljoenen, ik een nieuwe fiets en berscherming. Henk Westbroek, ga je mee? Wat is waar? Stelling 1: De Amsterdam is gebruikt om slaven uit wat nu Somalië heet naar West-Indië te transporteren. Stelling 2: Arnohari heeft nog zeker tien cassettebandjes met amateurradio. Stelling 3: In Somalië moet je veertig procent belasting betalen over ontvangen losgeld.