Blonde Bianca al aan de Zee

Bert (superworm)

Het is juli 2008 – gezien de time-stamp van het na twee alinea's nooit afgeschreven Word-document. Ik besluit het begin '09 maar eens te voltooien – sommige verhalen blijven je ook ongeschreven een half jaar bij. Het is heet. Ik heb tien weken gewerkt, een saldo van vier cijfers in het groen en ik ga sjoppen. Dat doe ik het liefst alleen. Niemand houdt me bij, en ik hoef op niemand te wachten. Eerst geld pinnen. Ik loop naar de enige Rabobank-pinautomaat van de hele binnenstad. In de rij staan een man en vrouw van een jaar of 35. De vrouw is iets dikkig en heeft te weinig kleren aan voor haar postuur, felrood lang krulhaar, en een zonnebril op. De man loopt erbij in een beige linnen broek en een geruit bloesje. Ik kom hijgend van de drukkende hitte, het zweet van mijn voorhoofd gutsend, achter ze in de rij staan.

---

Gekocht: 24 platen voor 27 euro (Once upon a time in the west 2LP, Jennifer Rush, Steve Miller Band, 3x Dire Straits, 3x Supertramp, Chicago, Blondie, Kim Wilde, Herman Brood and his Wild Romance 2LP, John Denver, Platters, Moody Blues 2LP, Bill Haley, Womack & Womack, Barry Manilow, Kinks, Gerry Rafferty, Baby's, Feargal Sharkey en Rob Hoeke),
5 boeken voor 50 euro (Hitchens – God is not Great; How Religion Poisons Everything, NIOD – v=victorie; oorlogsaffiches 1940-1945, Gorbatsjov – Perestroika, Ira Levin – Rosemary's Baby en een boek over rampen in Nederland van 1400 tot 1940 dat ik aan mijn moeder heb uitgeleend),
2 platen besteld (Duffy – Rockferry, Amy McDonald – This is the Life),
1 grijze spijkerbroek van 35 euro in een snikhete V&D,
1 cd voor 21,95 (Spinvis/Simon Vinkenoog – Ritmebox, gelimiteerde oplage van 2000 stuks, genummerd),
5 euro White Widow,
1 flesje Coca-Cola en 1 blikje powerdrink (de enige gekoelde frisdranken in de binnenstad-AH),
1 appel, Granny Smith,
6 blikjes Palm.

Volgepakt loop ik vijftig minuten nadat ik de bus uitstapte weer richting de bushalte bij de stadsring. Ik koop altijd snel troep, zo ook nu. Zin en onzin. Als ik geld heb en ik zie iets liggen wat ik typisch zou kopen als ik geld had, koop ik het. Snel. Winkel in, broek passen, niet meer uittrekken en snel afrekenen. Ik loop zeker dubbel zo snel als het normale, slenterende, bij elke etalage halt houdende winkelpubliek. Ik had nieuwe platen en een broek nodig, omdat de oude respectievelijk grijsgedraaid en grijsgedragen waren. Ik kocht in de enige LP-winkel van Amersfoort – de Nootzaak – een overvloed LP's, teruglopend langs de Van Veenendaal en Het Ezelsoor ook maar even vijf boeken, langs de AH tegenover de -, en haastig dóór de V&D, langs de coffeeshop richting bushalte.

Gericht shoppen. 400 euro – een volle week werken – uitgeven in een uurtje. U ziet, ik draag graag bij aan de economie. Ik kan ook niks weggooien. Ik ben een raskapitalist achter mijn D66-façade.

Ik zweet peentjes op mijn vrije zaterdagmiddag; 30 graden in de schaduw, warm, drukkend weer, met onweer op komst. Voordeel van die hitte is dat de meisjes er vaak nóg mooier uitzien. Want, bloter. Bij de bushalte langs de drukke weg staat een prachtig schoolvoorbeeld van Het Blondje. Ze telefoneert er lustig op los, is verbaal niet bijster intelligent maar ook niet achterlijk, heeft een diep ingesneden marineblauw shirtje aan met een overheerlijk uitpuilende boezem. Vale spijkerbroek, kontje, make-up: alles klopt. Ze rookt zelfs.

Warenhuizen en kledingwinkels zijn met dit weer gruwelijk. De plaatselijke Vroom en Dreesman zag de crisis blijkbaar aankomen, en heeft flink bezuinigd op airconditioning. Het is ontzettend druk, overal halfnaakte, zweterige, stinkende, knalrode lichamen die zo snel mogelijk weg willen uit deze koopjesoven. De spijkerbroek passen is nog een hele opgaaf. Mijn ándere broek plakt vast aan mijn dijen, de te passen broek krijg ik van het stroeve zweet op m'n benen haast niet aan en bij elke beweging in de pashoksauna vliegen zoutige droppels van me af. Wat een kútweer, denk ik grimmig. Geef mij maar -10 en een fles jachtbitter. Met de broek half uit, half aan, hou ik mijn adem even in om de CO2-lobby te helpen. Zouden meer mensen moeten doen, en een minuut of drie langer. Bijvoorbeeld de CO2-lobby – verbeter de wereld...

Ze zet de brand in een sigaret – een Marlboro Light. Ik steek er ook eentje op – Gauloises blonde – en ga met mijn rug naar het aankomend verkeer staan. Zij kijkt naar de spoedig te arriveren bus, ik naar haar. Sluiks, maar duidelijk genoeg om mijn interesse te onthullen. Dit soort meisjes spreek ik vrijwel nooit aan. Een duidelijke categorie boven mezelf, dus why bother. Uit tegengestelde rijrichting, aan de overzijde van de weg, scheurt een enorme, opgepimpte Cadillac voorbij. Als het ding optrekt bij het stoplicht, komen uit twee uitlaten dikke wolken zwarte rook. Een moment kijken Het Blondje en ik beide naar de auto.
“Lekker voor de CO2”, flap ik eruit. “Alsof het nog niet warm genoeg is.” Het meisje kijkt me aan, lacht.
“Ja inderdaad zeg, ongelofelijk, dit weer.” Om te demonstreren dat ze het warm heeft pakt ze haar blauwe shirtje bij de V beet, en wappert het wat op en neer. Ik zie haar kanten BH eronder en voel 'm groeien.
“Jij hebt flink geshopt?” Ze geeft met haar hoofd een knikje naar de tassen die ik om me heen gedrapeerd heb.
“Ja, boeken, platen, broeken, the works. Normaal zou jij ongetwijfeld ook tassen bij je hebben, waar zijn ze?”
“Haha, nee, ik werk hier. Ben net klaar.”

...begin bij jezelf.
Ik steek mijn hand uit. “Ok, hoi, Bert.”
Ze drukt 'm. “Hoi, Bianca.”

Het gesprek gaat verder, over het weer, CO2, auto's, platen, haar werk – hoe heet dat moest zijn geweest. Ze blijft maar terugpraten, nieuwe dingen aansnijden, interesse tonen, lachen om mijn kutgrapjes. Bus 80 komt aanrijden, en we stappen in, ik eerst, ga in de vierzits zitten, zij kiest de plek tegenover me. Is dit een droom? Ik ga erbij zitten als een man (met de enkel van het ene op de knie van 't andere been), en vraag haar wat ze in het weekend gaat doen.
“Ja, met mijn vriendinnen naar Zandvoort aan Zee,” zegt ze blij.

“Neem je ook broodjes en koffie mee?” Ze kijkt me meisjesvragend aan – met haar hoofd een tikje schuin.
“Nee joh, dat kopen we daar wel. En liever milkshakes en fruitdrankjes, trouwens. Koffie is zo slecht voor je tanden en van melk en suiker word je dik.” Vaarwel, jaren-vijftig-Zandvoort-al-aan-de-Zee-klassieker. Ik geef het liedje nog één kans.
“Vind je het ook zo'n heerlijkheid, als je van de duinen glijdt?” Weer gaat het mooie koppie een tikje schuin.
“Haha, we komen er alleen om bruin te worden, hoor. Even de zee in voor verkoeling misschien, maar van de duinen glijden krijg je zand op je en word je gespikkeld bruin.” Moderne inzichten ruïneren wederom de levende muzikale herinnering uit de fifties. Ik gooi het op een andere boeg.

“Maar je werkt dus in een kapsalon. Zijn er veel klanten geweest?” Nee, zegt ze, het was heel rustig vandaag. En de salon, in koopgoot Amicitia (a.k.a. KFC) heeft airconditioning. Ik moet ook nodig naar de kapper, geef ik te kennen. Ze zegt dat ze volgende week zaterdag ook moet werken; ik ben dan weer vrij. Ik beloof langs te komen, concludeer uit haar opmerkingen over haar leven dat ze geen vriendje heeft, erger me een beetje aan het niveau en staar naar haar borsten. Ondertussen besmeur ik het gesprek met gortdroge opmerkingen en semi-geïnteresseerde vragen. Ze lacht en antwoordt. Als we uit de snikhete bus, en in de snikhitte stappen, drukt ze me een kus op m'n wang, knijpje in de hand, “tot zaterdag”, “fijne dag in Zandvoort al aan de Zee”,

vaarwel.

De zaterdag erop had ik een sociale verplichting, die daarna weer iets anders, daarna geen vakantie meer, dus werken. Uiteindelijk heb ik Bianca van de kapsalon tegenover de KFC nooit meer teruggezien. Het gesprek maakte echter wel wat in me los: waar ik tot dan toe altijd stilletjes had aangenomen dat mooie vrouwen een hogere rang hadden en dus niet aangesproken wensten te worden, bleek het omgekeerde waar. Zolang je maar niet teveel je best deed, je moraal flink omlaag schroefde, suggestieve opmerkingen maakte en met gein strooide – oftewel, deed wat van je als man verwacht werd – bleek willekeurig persoonlijk contact met een Blonde Schone helemaal niet uitgesloten. Na dit incident sprak ik vrouwen veel gemakkelijker en vrijer aan, zonder een rooie harses of peinzen over wat ik moet zeggen. Het resulteerde in een bijzondere sloot verhalen die ik de komende tijd zal uitwerken.

Een persoonlijke triomf van een opbloeiend studentje met – heden – voor het eerst in een jaar uitzicht op een kamer. Duimen, dus. The world awaits you. Ik kan niet wachten.

(Amy MacDonald - This is the Life)