Topverkopers

Jacob (JacobKrasblog)

Nee, nee, nee, niet ook nog een programma over een competitie tussen zogenaamde topverkopers was het eerste dat ik dacht toen Jort Kelder dit vorige week aankondigde in P & W. Het pedante snobje meldde dit voor de KRO te gaan presenteren..

De KRO, gerenommeerd onder andere door respectabele programma’s als Spoorloos, Memories en De Reünie is blijkbaar zo wanhopig op zoek naar kijkcijfers dat ze nu de strijd willen aanbinden met de Commerciëlen, immers daarvan zijn we al die competitieve onzin als Van Del tot Dame, Hollands Next Topmodel en het geflopte Million Dollar Wedding gewend. En juist daarom kijk ik zo graag naar de Publieke Omroep want ik heb geen zin in siliconen barbies in een bubbelbad vozend met opgepompte spierbundels die alles voor de camera doen om een miljoentje of een villa te winnen.

Topverkopers, dat zijn die types die op een feestje opeens naast je staan en vragen hoe het met de handel is terwijl ik helemaal niet in de handel zit. Die figuren die in het gesprek dat daar op volgt al hun successen opdissen, waarbij de behaalde omzetten in een tijdsbestek van een half uur astronomisch stijgen. Of zo’n nietsontziende boef, zoals ik ooit meemaakte bij een accountmanager in lijfrentepolissen, die zijn gehoor adviseerde om een kredietverstrekker in de tv-gids te zoeken, daar vervolgens een lening af te laten sluiten, om uiteindelijk bij hem met dat geleende geld een lijfrenteverzekering af te sluiten. Dat is vragen om een kredietcrisis.
Snelle jongens die nooit namens het bedrijf praten dat ze vertegenwoordigen maar altijd in de ikvorm. “Ik heb daar nog voor drie ton weggezet”, en “Die moet je bij mij kopen”. En die gaan strijden om de felbegeerde titel van topverkoper.

Inmiddels heb ik de eerste uitzending gezien en na de introductie van de kandidaten bleek mijn primaire weerzin bevestigd. Bovendien draagt het niet bij tot een goed imago van de beroepsgroep. Een merkwaardige selectie van, zoals Kelder verwoordde, bijna allemaal rokend, “zuipend als een bootwerker”, en bijna allen behept met ADHD. Wat mij opviel aan deze, niet aan valse bescheidenheid lijdende -ik weet vanaf mijn geboorte dat ik een topverkoper ben– babbelaars, is dat ze allemaal erg jong zijn en blijkbaar is ervaring geen criterium.

Laat ik bekennen dat ik zelf ooit in de commerciële sector actief ben geweest en in principe heb ik niets tegen aanbieders van producten en diensten. Maar ik heb wel geleerd dat een goede verkoper ook ‘nee’ moet kunnen zeggen. Wanneer je beseft dat je product niet aan de gestelde eisen zal voldoen of wanneer je bij voorbaat al weet dat je een gevraagde levertijd niet gaat halen dan moet je de klant afraden om te kopen. Het gaat immers ook om een tevreden klant, want die komt namelijk terug hetgeen extra omzet genereert en levert bovendien gratis reclame op. Lange termijn visie, after sales, betrouwbaarheid, kwaliteit, ethiek, dat zijn ingrediënten die bijdragen tot een goed verkoopproces.

Hierover vind je in de eerste aflevering helaas niets terug. Tijdens de opdrachten worden uitspraken gedaan als “liever een order mét een probleem dan geen order” en “….ik doe alles, ik lieg en bedrieg….”, wat ook tijdens de uitvoering van de eerste opdracht duidelijk werd omdat de topverkopers in spé geen middel schuwen om maar te kunnen dealen. Leugentjes om bestwil als “de opbrengst is volledig voor Unicef” en “met deze aankoop draagt u bij aan de bouw van een zendmast in een ontwikkelingsland” spatten van het scherm, al moet ik toegeven dat dit in één geval zelfs Kelder te gortig werd en tot een berisping leidde.

Het niveau deed me onwillekeurig denken aan een ervaring welke ik begin jaren 90 opdeed tijdens een bezoek aan China waar ik onder andere een trip maakte naar de Chinese Muur. Geweldig om dat monumentale bouwwerk te beklimmen met die veel te hoge treden die ik zuchtend en steunend bedwong. Na afloop van deze survival of the fittest zag ik een kraampje staan waar een alleraardigst Chinees jongetje samen met zijn moeder T-shirts verkocht met de opdruk ”I’ve climbed the Great Wall”. Die moest ik hebben, die zou ik met trots dragen in Nederland of stoer aandoen wanneer ik naar de afhaalchinees zou gaan. Na te hebben afgerekend stapte ik in onze bus om bij het aantrekken, zoals het een goed toerist betaamt, te constateren dat het shirt een maat te klein was. Terwijl de chauffeur de motor al gestart had, sprong ik naar buiten, rende naar de kraam en vroeg hem te ruilen.
“Ah you want biggel size, no ploblem, I give you othel one”. Het vriendelijk lachende topverkopertje pakte hem van me aan, rommelde wat onder zijn geïmproviseerde toonbank en gaf me een nieuw exemplaar. Tevreden nam ik weer plaats in de bus en nog nagezwaaid door de kleine Ling en zijn moeder (maLing) reden we terug naar Beijing. Ik ontdekte te laat dat het exact hetzelfde shirt was hoewel in een ander zakje. Topverkopertje.

Uiteindelijk zal de winnaar door een, zichzelf benoemde, Topverkoper gecoacht worden aan zijn naamdragende Academie. Deze constant grijnzende bestempelde Hoge Priester van de verkoop, ooit succesvol in de vastgoedsector maar waar ik nog geen tuinhuis van zou kopen laat staan een schaar bij zou laten slijpen wanneer hij aan mijn voordeur staat, evalueert de opdrachten met de met dollartekens-in-hun-ogen-kandidaten. Hij gaat hen eveneens in deze List en Bedrog Contest helpen met het starten van een eigen bedrijf. “Een goede verkoper is een wolf in schaapskleren”, nou wees er maar trots op.

Consumentenprogramma’s als Radar en Opgelicht kunnen de messen slijpen want van deze Topverkopers zullen we nog veel, zij het in goede programma’s, horen.