Ik geloof niks, geloof ik

Laurens (Gramps)

Ik geloof niks, geloof ik.
Maar eerst effe wat anders:

Stil verwijt

Toen ik u laatst om een bijdrage vroeg
Mocht gij u daarover verwonderen
Maar was het ook nodig om mij daarna
Vierkant de trap af te donderen?

John O’ Mill

Wiki hem maar even, dan weet je ongeveer wat ik bedoel. Ik wil al zijn dichtbundels hebben. Als je van Battus houdt met zijn Opperlandse taal- en letterkunde, dan is John’s Dutch and double-Dutch helemaal top. Ik heb zelden zoveel mafs in een klein bundeltje gelezen. Ik lig geregeld in het tapijt te happen.

Nog eentje?
Wie ’t koeren van mijn cactus
Van heel dichtbij wil horen
Die steekt-ie in zijn baccus
Met een lange scherpe doren

Het eerste rijmpje schoot me te binnen toen ik de krantenjongen zijn jaarlijkse fooi gaf. Een euro? Ik hoor het al, jij hebt nooit kranten gelopen. Voor de bezorger van je ochtendblad is dat tien of vijftien euro. Voor mensen die je leesvoer bezorgen mag je nooit knieperig zijn.

Nu de titel. Ik kwam deze week in aanraking met de denkbeelden van een skepticus, en dat was fascinerend. Reden om eens even fiks te gaan googelen. Zo’n figuur die over alles een vaste mening heeft. Als het niet bewezen kan worden gelooft hij er niet in. Of liever, dan is het zijns inziens niet waar. Geloven doet hij niet want dat is al helemaal nooit te bewijzen. Een beetje doordenken over dit fenomeen roept nogal wat vragen op, en een conclusie: arme donder. Gramps, verklaar u nader. Volgaarne.

Je blundert in je leven toch tegen een aantal verschijnselen en feiten op die geen verklaring hebben maar waarvan iedereen klemvast overtuigd is. Neem iets als intuïtie, het zonder voldoende gegevens tot de juiste conclusie geraken. En daarnaar handelen. Ik ben ervan overtuigd dat het bestaat en dat het bijvoorbeeld veel voorkomt onder goede zakenlui. Het bespaart je als je het hebt een heleboel moeizaam gedoe. Bovendien ben je met dat gedoe vaak al te laat voor iets goeds. Nee, voor mij bestaat het, voor een rechtgeaard scepticus wordt dat toch een ietsepietsie lastiger. Want hoe bewijs je dat iemand intuïtief handelt en niet stiekem wat voorkennis bezit?

Iets anders is verliefdheid. Inmiddels is men zover dat dat hele heerlijke proces kan worden ontleed in een mallemolen van hormonen en feromonen. Hiep hiep, wat een vondst. Verliefdheid is wetenschappelijk aantoonbaar. Ik heb niet het idee dat dit ons ook maar ene biet interesseert, terwijl het bovendien iets geweldigs van al zijn charme en geheimzinnigheid ontdoet. Maar als sceptisch wetenschapper moet dit toch logischerwijze door je hoofd gaan als het jou overkomt. O o, ik ben onder de invloed van feromonen van die mevrouw. Als ik niet heel hard wegren wordt mijn wezen in beslag genomen door onbeheersbare fysiologische processen. Logica is dan een hele tijd ver te zoeken, althans op dit vlak. Voor de veiligheid kunnen die feromonen beter afkomstig zijn van een andere strikt logische wetenschapster. Het hek is van de dam als het een leuke kapster is. Nee, niet aan beginnen.

Trouwens, ik wil zo’n figuur ook niet horen beschrijven hoe hij een orgasme ervaart. Ik ga volledig op in de vreugdevolle belevenis, en als er ooit gedachten aan te pas komen is dat wellicht iets van: als ze iets uitvinden wat nog geweldiger is, blijven we dit er toch bij doen. Daarentegen traceert hij de stroom hormonen die een en ander sturen.

Romantiek? Wordt met een strikt fysiologisch gezichtspunt een kansarme onderneming. Nee, de daad wordt teruggebracht tot reproductie en anders niet.

Hij kan ook nooit zeggen: ‘’ik geloof dat…’’. Hij is van mening, en dat is heel wat anders. Religie van iedere denkbare soort is trouwens helemaal uit den boze voor de scepticus, zelfs de ietsistische richting is een onmogelijkheid. Rest de agnostiek. Misschien is free mason iets?

Waar je als scepticus altijd tegenaan blundert is het feit dat de wetenschap zo verschrikkelijk beperkt is. We zijn net gewend aan het hebben van vijf zintuigen en bakkeleien wat af over het al dan niet hebben van een zesde zintuig. Juist, daar hoort die intuïtie waarschijnlijk ook thuis. Inmiddels is men wat scherper gaan kijken in de hele menselijke huishouding en men kwam er ondermeer achter dat het systeem dat de blaas stuurt, een apart zintuig is. Zo zijn er vele systemen die niet onder een van de vijf zintuigen thuis horen. Sommige wetenschappers komen tot een totaal van 34 aantoonbare zintuigen. En de telling gaat door. Je staat als scepticus dus aardig voor paal als je die vijf zintuigen nog steeds te vuur en te zwaard verdedigt.

We bijten altijd meer af dan we kunnen kauwen. Maar goed ook, daar stoelt onze vooruitgang op. Iemand zegt: ‘’ik weet zeker dat het beter kan”. Mooi niet, hij weet het niet zeker, hij gelooft het, en het resultaat van zijn zoektocht loopt soms goed af.

Er zijn ontzettend veel zaken die je nooit wetenschappelijk kunt aantonen maar die een enorme invloed hebben in het menselijk bestaan. Aandacht is er zo eentje. Op alle denkbare manieren, ook in de gedaante van de alternatieve geneeskunde. De reguliere wetenschap begint het nu door te krijgen en er bewust mee te werken, maar het belang ervan aantonen wordt een hele klus. Bijbelkenners vinden het niks nieuws, getuige de tekst in Spreuken 17 vers 22: ‘’Een blij hart zal een medicijn goed maken, maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen’’.

De meest exacte wetenschap, de moeder van alle andere is de wiskunde. En juist die wetenschap is gebaseerd op een aantal onderlinge afspraken, de zogenaamde aannames. Als we iets afspreken is dat iets wat we allemaal rotsvast geloven. Geen twijfels, anders is de beer los. Gramps, noem eens zo’n aanname. Goed, we hebben ooit afgesproken dat de som van 2 en 3 alleen maar 5 kan zijn. Lieden die beweren dat de uitkomst van de som in werkelijkheid een getal is dat met 5 begint, maar achter de komma een miljoen nullen en dan een 1 heeft, belanden prompt op de brandstapel. Vijf is het en verder geen gezanik. Maar het bewijzen, dat kan geen mens.

Zo zijn er een heel rijtje aannames. Als een daarvan onjuist blijkt flikkert het hele wetenschappelijke bouwwerk in elkaar. Je moet er niet aan denken.

Nee, scepticus zijn is een beroepshouding die je in je private leven niet straffeloos kunt doorzetten. En als je alleen in je beroep scepticus bent maar thuis romanticus, om maar eens wat te noemen, is dat dan niet met elkaar in tegenspraak? Het lijkt me in de praktijk ondoenlijk om je professionaliteit als scepticus onder alle omstandigheden van het menselijk bestaan vol te houden. Iedere onregelmatigheid is dodelijk, zo niet voor de buitenstaander, dan toch voor de persoon zelf. Vooropgesteld dat hij slechts één persoonlijkheid heeft natuurlijk.

Ik hoop van harte dat er eens iemand een indringend, intelligent gesprek op tv aangaat met een scepticus. Dat kan fascinerende tv worden. Wie durft?

In ieder geval zou er onder de Icesave-slachtoffers geen enkele scepticus te vinden moeten zijn. Als dat wel zo is kan hij meteen gaan omzien naar ander emplooi.