Mariah Carey en een Verticale Glimlach

Arno (Arnohari)

Als de wereld een spin was, dan kocht ik een gigantische krant. Geen slappe Spits, maar een jaargang New York Times. Spletten die ellende! WAARSCHUWING: Eet eerst je boterhammetjes op voordat je verder leest!

We hebben nieuwe buren. Wekenlang mochten we meegenieten van de verbouwing. Er zijn zeker tienduizend badkamertegeltjes weggebikt. Heerlijk geluid is dat, vooral om acht uur in de ochtend. Ze hamerden tot uurtje of half elf, en dan pauze tot één. Eikels, begin dan om elf, kan ik nog uitslapen. Anyway. Nu is de verbouwing afgerond, de verhuizing achter de rug en zitten we opgescheept met iemand die denkt dat ze kan zingen, een uur per dag. Toch maar weer eens mijn collectie metalmuziek onder het stof vandaan halen. Tegengas. Het is ook alweer een tijdje geleden dat ik Motörhead gehoord heb.

Dus, de buren zijn klaar met de verbouwing. Relatieve rust? Dacht het niet. Onze landlord heeft besloten dat de kozijnen in ons huis vervangen moeten worden. Daar heeft-ie gelijk in. Het tocht hier binnen niet, er waait een mistral. Maar nu, in december, kozijnen vervangen? Een normaal mens doet dat in juli. Het zal wel goedkoper zijn, nu. Om half negen in de ochtend gaat de bel. Drie mannen met een opmerkelijk gezonde look stormen de trap op. Ach ja, nadat ik mijn ongeschoren spiegelbeeld gezien heb vanmorgen, lijkt zelfs Magere Hein zonder make-up gezond.

Het huis trilt. De Bob de Bouwers met verticale glimlach gebruiken gereedschap dat de hele buurt laat verzakken. Binnen een kwartier is het eerste kozijn eruit. Het begint echt koud te worden in huis. Buiten is het mistig, binnen nu ook. Ik denk dat ik de koelkast ga koloniseren. Daar is het nog zeven graden en daar hoef ik niet te kijken naar de ingang van een wijnkelder. Volgens mij zie ik een vleermuis. Nee, dat is geen vleermuis. Help! Dat had ik niet willen zien!

Dan begin ik echt te vloeken. Nu is de ellende compleet. Ik kan niet aan mijn koffieverslaving toegeven vandaag. Ik heb geen koffie meer. Geen vitamine K. Geen bruine essentiële motorolie. Maar ik ga het niet kopen. De Kerst komt eraan en in deze tijd haat ik supermarkten, of commerciële ruimten in het algemeen. Kerst moet een feest zijn van vrede en geluk. In de winkelcentra merk je daar weinig van. Mensen vechten om het meest luxe product. Parkeerplaatsen zijn meer waard dan een tanker vol olie en de oorlogen hierom zijn vergelijkbaar. We willen allemaal parkeren, liefst voor de ingang. Dat mag best een mensenleven kosten. Eng.

Doe niet zo flauw, Arno. Ga gewoon naar de winkel en aanvaard de Nederlandse kerstgedachte. Ga de strijd aan. Geef niet op, je kunt het! Emile Ratelband zweeft door mijn hoofd, maar dat werkt niet echt motiverend. Toch, ik ga naar de super. Het moet. Koffie. Jas aan, das om en lopen. Het valt mee, het is niet zo druk en ik hoef geen ‘excellente’ producten te proeven. Snel naar afdeling Douwe Egberts. Mijn neus loopt leeg boven het vak met roerbakgroenten en ik ben vergeten zakdoekjes mee te nemen. Dus als je iets in je maaltijd vindt dat je niet vertrouwt, sorry. Ik hoef het overigens niet terug.

Alsof de Duivel vandaag besloten heeft dat het 'mijn' dag wordt. Eenmaal thuis zet ik de radio aan. Per ongeluk Sky Radio gevonden toen ik gisteren zocht naar een zender zonder ruis. 'All I want for Christmas'. Iemand, alsjeblieft, schiet me neer. All I want is Mariah Carey tien jaar jonger, maar dan met een stempoliep. Ik vraag onze klussende vriend bij het raam of ik een hamer mag lenen. ‘Die heb ik zelf nodig’, bromt-ie. Gelukkig, er zouden ongelukken kunnen gebeuren.

Ik denk dat ik het Hans Dorresteijn-syndroom heb. Waarom houden mensen geen winterslaap?

De mist begint op te trekken, ook in huis. Misschien gaan we nog een waterig zonnetje zien vandaag. Misschien is mijn neus ondertussen leeg. Splet, groene klodder op de Enterknop. Niet dus. De radio jankt George Thorogood’s Bad to the Bone, als ik weer een andere zender gevonden heb. Arrow, denk ik. Voorzichtig komt er iets van levenslust in me los. Ergens onder het slijm pruttelt er iets dat lijkt op zin in het leven. Verstopt achter vijf kilo noro-virus spartelt er een beetje hoop, op zoek naar een uitgang. De postbode! Ja, die gaat mij gelukkig maken! Blauwe envelop. Die open ik beter morgen maar.