Voor mij geen hulpsinterklaas!

FOK!sinterklaas

5 December vieren de columnisten van FOK! Sinterklaas met je. Een horde columnisten heeft onder het overduidelijke pseudoniem “FOK!sinterklaas” columns geschreven.

Aan jou de uitdaging, de columnisten aan hun anonieme columns te herkennen. Zet in de comments onder de columns wie volgens jou de schrijvers zijn. Onder degenen die de meeste columnisten raden, worden leuke prijzen verloot. Maar het gaat natuurlijk vooral om de eer:  deze winnaars valt immers Eeuwige Roem ten deel, alsmede een uitnodiging om langs te komen op de columnistenmeet die binnenkort wordt gehouden.

 Tijdelijke UserIcon

Speelgoedwinkels puilen uit, winterpenen en chocoladeletters zijn niet aan te slepen en mijn schoenen staan, met opvallend weinig succes, naast de schoorsteen in plaats van voor de deur. Maar bovenal is het een rustige tijd voor de ouders. Want de doodsbenauwde kinderen halen het niet in hun hoofd om iets te doen dat in het grote wetboek van Sinterklaasrecht staat. De bekendste kinderrechter van Nederland regeert met ijzeren staf over het land, vanaf het moment dat zijn pakjesboot 12, uit het niets, een kleine binnenhaven in komt varen. Zijn alziend oog heeft jeugdig Nederland in de greep, tot de Xbox 360 of Nintendo Wii in the pocket is.

In mijn jeugd was dat niet anders. Zodra de Sint in het land was, deed ik alles wat mijn moeder vroeg en was de liefste leerling van de klas. Ik at zelfs prei of spruitjes als het moest. De dag dat de goedheiligman onze kleuterschool vereerde met een bezoekje, trok ik pas echt alle registers open. Terwijl ik danste als Michael Jackson, brulde ik uit volle borst de Sinterklaasliedjes in zijn oor. Want stel je voor dat de jaren zijn gehoor zouden hebben aangetast. Aan mij lag het in ieder geval niet, als ik dat ene gewenste cadeautje niet in mijn moeders wasmand lag op 5 december!

Ik herinner me een uitputtende performance (‘Je enthousiasme is hartverwarmend, maar het zingen erbarmelijk’ – Henk Jan Smits) toen ik een jaar of vijf was. Na afloop mocht ik even op schoot bij Sinterklaas komen uithijgen. Nieuwsgierig als ik was, inspecteerde ik de spierwitte snor. Ik wilde zeker weten dat ik mijn kunststukje niet voor een nepper had opgevoerd. Gelukkig leerde nauwkeurig onderzoek mij dat het inderdaad de echte betrof. De snor was authentiek. Bij ons op school geen hulpsinterklaas!

Gelukkig maar, want die waren er genoeg. Mijn moeder had me geleerd dat het op zijn leeftijd ondoenlijk was voor de Sint, om het hele land met een bezoek te vereren. Daarom had hij wat hulpjes nodig. Andere kinderen wilden immers ook Sinterklaas vieren. En daar had ik op zich ook wel vrede mee, zo lang de hulpsinterklazen mij niet lastig vielen. Ik zou ze er toch direct uitpikken aan de hand van hun snor...

De hulpsinterklaas was een prachtige verklaring voor alles wat fout kon gaan met de oude kindervriend. Woei zijn mijter af, waardoor een grote kale plek met plakband op zijn hoofd zichtbaar werd? Kan gebeuren, het was immers hulpsinterklaas. Viel hij van z’n schimmel op zijn baard, waardoor deze verfomfaaid op de grond lag? Niks aan de hand, het was hulpsinterklaas maar! Zo waren er natuurlijk ook hulppieten. Niet goed geschminkt? Loszittende pruik? Hulppiet! Het was als het bewijzen dat God niet bestaat. Altijd kwam de verklaring van de hulpsinterklaas. En ik slikte het als zoete koek.

Nu, vele jaren later, is de zoete koek al lang op. Hulp-sinterklaas bleek het schoolvoorbeeld van een pleonasme. Maar toch kijk ik altijd nog even stiekem naar de snor van de dienstdoende Sinterklaas. Want heel diep van binnen zegt een zacht stemmetje nog steeds dat hulpsinterklazen alleen voor de anderen zijn. Mijn vriendin is daar overigens maar wat blij mee. Ik ruim alles netjes op, kook zo goed als ik kan, schoffel de tuin, doe de was, strijk alles naadloos, kijk mee met GTST en ik ruft wat minder.
Want stel je voor......