Boebla

Arno (Arnohari)

Even met huize Oplopers gebeld: ‘Goedemiddag, is Driek daar ook?’ Ik kreeg zijn woordvoerder aan de lijn: ‘Nee, hij zit in een sollicitatiegesprek bij de belangenvereniging voor driebenige albinomarmotten met linksdraaiende hoogtevrees.’ ‘Ah, jammer, ik wilde hem graag persoonlijk spreken, ik zoek namelijk inspiratie voor een nieuwe column’, antwoordde ik gespeeld teleurgesteld. Nog maar een paar minuten en ik moest 'on-air', maar ik had nog geen letter getypt. Drieks woordvoerder probeerde me te helpen. ‘Is er niet iets opmerkelijks gebeurd in je omgeving waar je over wilt schrijven?’ Ik pakte de regionale kranten erbij.

Onzin natuurlijk, ik ging snuffelen op internet. Op zoek naar columnvoer. Toevallig op de site van de regionale krant kwam ik op het bericht dat de lokale seksshop weer open is. Geen advertentie, maar een serieus bericht. De Boebla is weer open. Euh, hoera?

De naam alleen al is een column waardig: Boebla. Ik ken de winkel al sinds mijn jeugd. Niet dat ik daar klant ben of was, want net als de rest van het dorp ontken ik dat. Laat staan dat ik er ooit gewerkt heb. Ben d’r zelfs nooit binnen geweest, eerlijk waar. Ik ken het winkeltje omdat daarnaast een kapsalon gevestigd was die de ouders van een, destijds, goede vriend van mij exploiteerden. Naast de achteringang van de seksshop, de uiteraard meest gebruikte ingang en ook de ingang van de filmcabines, lag een veldje slash parkeerplaats. Daar ben ik erachter gekomen dat ik nooit een voetballer zou worden. En nooit zou willen worden. Tonny, waarom moest ik altijd keepen? Daar ben ik ook nog een keer terechtgekomen in een uit de hand gelopen stenengevecht. Het begon met een onschuldig ridderverhaal, maar het ontaarde al snel in een heen en weer gegooi van kiezelstenen waarbij één van ons bloedspugend naar huis jankte. Hoewel ik niet die steen gooide, alsnog, sorry Maarten! Ontsporende jeugd is van alle tijd en zeker niet iets van alleen de grote stad. Het verschil met nu is dat wij niet geïnspireerd waren door gewelddadige films of videoclips (zoals je vaak hoort), maar door Lego. We probeerden de kanonnen van onze kastelen in blokjes in het echt na te bouwen. Gelukt, helaas.

De Boebla is gevestigd in een oud, klein pand aan de doorgaande weg. Een tijd geleden had het nog een dubbele etalage. Lachen, met verbleekte foto’s van dames met jaren 90 permanentjes en in pikant ondergoed badend in wat showroommodellen van dildo’s, vibrators en andere hulpmiddelen voor uitgebluste paren of alleenstaanden. Omdat het dak op instorten stond, werden er grote balken geplaatst tussen dakgoot en stoeptegels. Eerst werd één etalage dichtgetimmerd, niet veel later volgde de andere en keken voorbijgangers alleen nog maar naar twee rood en zwart geschilderde mdf-platen. Het gebouwtje staat er maar zielig bij. Het zakt en hangt, alsof Viagra hier nog niet ontdekt is.

De shop was een tijdje gesloten. De vergunningen waren niet in orde en ook liet de brandveiligheid te wensen over. Boebla was te heet, denk ik. Nu zijn de vergunningen weer oké en zijn, denk ik, alle sierdildo’s met brandwerende spray geïmpregneerd. Boebla trekt weer klanten in, euh, naar de filmcabines, de showroom en de bioscoop die er volgens het krantenartikel allemaal binnen zouden zijn.

Dat dit alles gebeurt, is nog niet eens zo boeiend. Het is vooral opmerkelijk dat de krant er zoveel aandacht aan besteed. Als de groenteman of de viswinkel heropent, zal de redactie de enthousiaste handelaar doorverwijzen naar de advertentieafdeling. De middenstander van de seksshop heeft geluk, er wordt gratis voor hem geadverteerd, de goedkeuring van de burgemeester incluis. Misschien zijn de redacteuren klanten? Of de burgemeester…

‘Ben je klaar?’, vroeg Drieks woordvoerder. ‘Klaar? Hoezo? Ow, met mijn verhaal?’ De woordvoerder hing nog steeds aan de lijn. Aan zijn stem te horen, wilde hij het gesprek afkappen. Toch wilde hij mij nog helpen. ‘Heb je nog een onderwerp voor je column nodig? Misschien heb ik iets voor je.’ ‘Dat hoeft niet meer’, antwoordde ik. ‘Heb ‘m al af.’