Bloed op de achterbank

Trudy (Zonnetje40)

Wij columnisten hebben het heus niet zo gemakkelijk. Elke mug moet worden gezift en iedere komma geneukt. Lezen en herlezen. Schrijven is schrappen. Kill your darlings, om maar eens wat kreten te noemen die door elke schrijver zorgvuldig in de praktijk worden gebracht. En als de kritische lezer een spelfout heeft gevonden, een kromme zin, een slappe titel, dan kan je je als schrijver wel voor de kop slaan. Zó zorgvuldig gecontroleerd, zó vaak nagelezen. Wat stom, dat je dáár overheen gelezen hebt… Nee, dan is het handiger om liedjesschrijver te worden in plaats van columnschrijver.

Het blijkt echt geen bal uit te maken wat voor tekst je maakt op een melodie, als maat en ritme maar kloppen. En de melodie moet niet al te ingewikkeld zijn, zodat je het liedje na het twee keer te hebben gehoord al kunt meezingen. Dat is altijd al zo geweest. Liedjes van vroeger hingen ook al van losse zinnen aan elkaar. Wat dacht je bijvoorbeeld van:

“Zagen, zagen, wiede-wiede-wagen,
Jan kwam thuis om een boterham te vragen.
Vader was niet thuis, moeder was niet thuis,
“piep”, zei de muis in het voorhuis.”

Dat gaat toch helemaal nergens over? Die boterham kan ik nog plaatsen, en dat Jan zijn moeder nodig had om het te smeren, nou oké, maar die zaag en die piep? Geen idee. Meer informatie krijg je trouwens ook niet. Komen die vader en moeder nog thuis? Waarom zijn ze eigenlijk weg? Waar naartoe? Was Jan in paniek? Waarom was er geen oppas geregeld voor de hongerige Jan? Woonde die muis daar gewoon, of kwam hij even langs? En die zaag? Had Jantje zijn hand er misschien afgezaagd en kon hij dáárom zijn brood niet zelf smeren? We zullen het nooit weten.
Nog zo’n klassieker:

“Berend botje ging uit varen
Met zijn scheepje naar Zuidlaren
De weg was recht, de weg was krom,
Nooit kwam Berend Botje weerom.”

Heel beroemd liedje. Waarom eigenlijk? Welke gek probeert er nou met een boot over de weg naar Zuidlaren te varen? Nou ja, het zal ook wel moeten op die manier, want er is geen rivier, zee of meer te bekennen in de buurt van Zuidlaren.

Maar niet alleen vroeger werd er bagger geschreven, tegenwoordig zijn er ook teksten te horen waar je oren van gaan krullen. En dan niet door de schoonheid van het lied.
Hoewel… sommige schrijvers verstaan de kunst der poëzie uitstekend. Zo vind ik persoonlijk de teksten van de liedjes van Frank Boeijen erg mooi. Dat wil zeggen: voor zover ik ze kan verstaan. Als puber luisterde ik al graag naar hem, samen met mijn oudste zus, maar we hébben wat met onze oren tegen de geluidsbox aangelegen om de letterlijke tekst te kunnen verstaan. Bijvoorbeeld bij het liedje: “Zwart-wit” verstond ik altijd: “wie wil er bloed op de achterbank, van het Leger des Heils.” Ik snapte wel dat er iets niets klopte, want wat had het Leger des Heils in vredesnaam met bloeden op een achterbank te maken, maar ik heb het toch jarenlang luidkeels zo gezongen. Weer later zong ik in plaats van Leger des Heils: “wie wil er bloed op de achterbank, van een lelijke geit.” Kijk, dat klonk al veel logischer. Ik weet pas sinds kort wat er in “werkelijkheid” gezongen wordt…

Jammer is dat. Want de mooie teksten van Frank komen toch niet zo goed uit de verf als ze zo onverstaanbaar gezongen worden. Bij andere zangers vind ik het juist weer jammer dat ze wél te verstaan zijn. Ik heb echt nooit begrepen dat het liedje van René Froger: “alles kan een mens gelukkig maken” ook wel bekend als : “een eigen huis” , zo’n enorme hit geworden is. Die tekst slaat echt he-le-maal nergens op. Lees die zinnen nou eens door voor de gein. Is er enige samenhang in te ontdekken?

“Ik kan niet zeggen dat ik iets te kort kom
Geen idee, geen benul wat gebrek aan liefde is.
Vandaag kocht ik mijn derde videorecorder
Van nu af aan is er dus geen programma dat ik mis
Mijn vader en mijn moeder zijn nog allebei in leven
Dankzij hun heb ik zo’n fijne jeugd gehad
En voordat jij en ik vanavond vroeg onder de wol gaan
Gaan we met z’n tweeën drie keer uitgebreid in bad.”

Neem nou het gedeelte: “ gaan we met z’n tweeën drie keer uitgebreid in bad.” Hoe smerig moet een mens zijn om drie keer uitgebreid in bad te gaan? Achter elkaar? Na twee keer ben je het toch zo langzamerhand wel spuugzat? Slecht voor je huid ook nog. En dan mag je ook wel opschieten, wil je óók nog vroeg onder de wol gaan. Ook leuk voor die ouders: eerst wordt de derde videorecorder genoemd, dan pas de ouders die nog in leven zijn en hun zoon zo’n fijne jeugd hebben bezorgd.

Denken al die mensen in die meedeinende en meezingende zalen nou nooit: “Tsjonge, die tekst slaat eigenlijk nergens op?”

Ik hoorde op de radio een liedje van Jeroen van der Boom, een nieuw licht aan het zangfirmament.
Het liedje heet “Betekenis” en deze kromme zin doet mijn tenen krommen:
“Alles wat je deed dat herbeleef ik weer.” Welke schrijver maakt er nou zo’n blunder? Dat is net zoiets als: een terugkerende traditie. Of: ik eet nooit geen spruitjes. Wat is het prachtig weer, buiten.

Maar goed, als het zo makkelijk is om liedjes te schrijven, dan ga ik me dáár maar aan wijden voortaan. Alles mag, alles is leuk, als het maar op een melodie past die goed in het gehoor ligt. Een liefdesliedje opgedragen aan mijn vriend:

Ik kwam jou tegen op internet
nu slapen wij samen in één bed
Jij bent het aan wie ik de hele dag denk,
Zit er nog genoeg benzine in de tank?
Ik hou zoveel van jou, mijn schat,
Maar Amsterdam is zo’n grote stad.

Platenmaatschappijen opgelet: here I come!