Het brein (1) - Gokken op God

Frank (drulovic)

Ik geloof in God, maar hij bestaat niet (Jan Hein Donner).

 

In de Quest van gisteren, 13 november, staan resultaten van een enquête over het geloof, die het populair wetenschappelijke maandblad liet uitvoeren onder 1151 Nederlanders. Het blijkt dat een kwart van de gelovige Nederlanders God belangrijker vindt dan zijn of haar partner en kinderen. Ik stond perplex toen ik dit las. Het is toch onthutsend dat iemand van wie het bestaan nimmer is aangetoond, voor veel mensen hoger in de rangorde staat dan iemand met wie zij hun leven lang lief en leed delen, en zelfs hoger dan hun eigen vlees en bloed!?

Hoewel ik ben ontsproten uit een agnostische moeder en atheïstische vader, kan ik me voorstellen dat sommige mensen in een hogere macht geloven. Als je het product bent van een diepgelovige vader en moeder uit Staphorst, wekelijks naar de kerk wordt meegetorst, en dagelijks de bijbel krijgt voorgelezen op de strengst christelijke school van het dorp, begrijp ik best dat God een plaatsje krijgt in je leven. Hij wordt als het ware met de paplepel ingegoten. Voordat er een vleugje twijfel kan ontstaan, zegt een stemmetje in je hoofd: 'Je doet al die opoffering toch niet voor niets?' En dat stemmetje is van God. Voor jou althans.

Religie wordt immers bij uitstek gezien als hét voorbeeld van een cultureel bepaald fenomeen. Wie opgroeit met God in het gezin, ontkomt niet aan zijn grijpgrage klauwen. Maar God een plaatsje geven in je leven, vind ik toch even wat anders dan hem plaats te laten nemen op het hoogste ereschavot, nog boven de kinderen (eervolle 2e plaats) en de echtgeno(o)t(e) (roemloze 3e plaats). Ik als simpele (heidense) ziel, kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze rolverdeling zorgt voor een stuk minder levensvreugde dan mijn levensinstelling. 'Heb uw naaste lief', zeg ik altijd. Dat heb ik ergens gelezen, alleen weet ik niet meer waar.

Gokken is verboden in de meeste religies, maar dat is toch eigenlijk vreemd als je bedenkt dat de praktiserende volgelingen van De Belangrijkste niets anders doen dan gokken op een hemels hiernamaals. Het kopen van een kras- of staatslot steekt daar schril bij af. Zelfs maandelijks je hele salaris laten verdwijnen op de roulettetafel is kinderspel, vergeleken bij de immense gok dat het aardse leven slechts het voorportaal is van een hemels paradijs.

Het feit dat het geloof zo diepgeworteld en wijdverbreid is, roept de vraag op of er niet meer aan de hand is dan culturele of omgevingsinvloeden. Zit religie misschien in onze genen? Met andere woorden, misschien zit die paplepel al in je mik voordat je goed en wel kunt eten. En als dat zo is, waar heeft God zich in ons brein genesteld?
Je kunt je voorstellen dat deze vraag lastig te beantwoorden is. Het scheiden van 'nature' en 'nurture' vereist een streng gecontroleerde omgeving, wat in de huidige maatschappij een ondoenlijke onderneming lijkt. De godganse dag worden we in meer of mindere mate overstelpt met al dan niet subtiele uitingen van religie. Toch zijn er aanwijzingen dat wij mensen tot op zekere hoogte zijn geprogrammeerd om in God te geloven.

Zo blijken mensen die lijden aan een bepaalde vorm van epilepsie, plotseling diep religieuze ervaringen te hebben. En dan bedoel ik niet de mensen die schokkend op de grond vallen omdat hun hele brein op tilt slaat, maar personen met een mildere vorm van epilepsie, welke zich beperkt tot de linker temporaalkwab. Dat wil zeggen dat de neuronen in dit hersengebied -grof gezegd, boven je linker oor- extreem vuren.
Het interessante is dat mensen die voordat ze aan epilepsie leden niet gelovig waren, ook dergelijke ervaringen hebben gehad. Overtuigde atheïsten verklaren na een aanval zich plotseling verbonden te voelen met het hiernamaals, of zelfs Jezus te hebben gebaard. Toen één van hen werd gevraagd of ze in God geloofden, antwoordde hij: "Natuurlijk, wat is er anders nog?".

Interessant in dit licht is het dat ook 'normale', niet-gelovige mensen soortgelijke ervaringen hebben wanneer door middel van elektrische pulsjes ditzelfde hersengebied stimuleren. Uit een onderzoek van de neurowetenschapper Michael Persinger, verklaarde 80% van de proefpersonen tijdens het toedienen van de pulsjes te voelen dat ze niet alleen waren. Ze voelden een sterke aanwezigheid van iets alomvattends. De authenticiteit van deze ervaringen blijkt ondermeer uit experimenten waarbij de personen allerlei woorden krijgen te zien, terwijl hun huidrespons wordt gemeten. Dit is een goede indicator voor de emoties die de beelden bij hen oproepen. De 'patiënten' reageren zeer sterk op religieuze woorden als God of Maria. Daarentegen reageren ze juist minder op erotische of neutrale woorden dan anderen.

De openbaringen die bijbelse figuren als Mozes of Paulus zouden hebben gehad, komen overeen met die van de epilepsie patiënten en de proefpersonen uit Persingers experiment. Dit roept de vraag op of de hoofdpersonen uit de bijbel epileptisch waren in plaats van heilig. We zullen het nooit weten. Net zoals we nooit met 100% zekerheid kunnen bewijzen dat God bestaat. Dat wil zeggen, tot het moment dat de gehele wereldbevolking overgaat tot elektrische stimulatie van de temporaalkwab.

Tot die tijd schenk ik alle aandacht nog even aan mijn vriendin. Als God het niet erg vindt tenminste........