Het nut van de GFT

Sabina (RSJ)

Ik gooi gelijk alle kaarten op tafel. Ik ben een bomenknuffelaar, ik recycle, ik ben begaan met het milieu, ik stem links en ik ben voor een multiculturele samenleving puur omdat ik zelf buitenlands ben. Meestal voel ik mij geroepen om de misstanden te verhelpen in de wereld, maar weet ik geen stap vooruit te zetten om daadwerkelijk wat te betekenen. Ik zadel mezelf op met problemen die mij totaal niet aangaan, maar mijn hulpverlenende gevoel neemt het dan over; geheel zonder met mijn rationaliteit overlegd te hebben. Hoe lang ga ik dat nog volhouden?

Twee over twee; mijn trein kwam er aan. Gelukkig, dacht ik. Ik ergerde me namelijk kapot aan de twee meisjes die alle mensen op het perron tot dan toe hadden uitgelachen. Vroeger wist ik mezelf in dezelfde positie te brengen als deze twee dames. Redelijk luid, fronsen tot je er rimpels bij krijgt, uit de hoogte doen, etc. Het was vanzelfsprekend dat iedereen moest weten dat zij aanwezig waren, en dat zij ‘cool’ waren. Het waren ‘coole’ buitenlandse meisjes. Als het op buitenlanders aankomt, ben ik zo onpartijdig als Zwitserland; de bemiddelaar, de vredesstichter, het make-love-not-war-type.

Bij deze jonge vrouwtjes, die het waarschijnlijk onnodig vonden om conventionele gedragsnormen toe te passen, kon ik het niet laten slecht over ze te denken. Zulke figuren zetten mij namelijk aan het denken. En dat ben ik, een denker. Ik probeer niet in stereotypen te denken, maar genoeg dingen weerhouden me ervan. Deze dames waren asociaal. Mijn stempel hadden ze al gekregen. Ik probeerde me te plaatsen in de mensen die zich emotioneel belaagd voelden door de twee aso’s. Als ik al zo denk, wil ik dan weten wat door de hoofden spookt van die personen? Liever niet.

In de trein voerden de twee dames al 22 minuten lang het hoogste woord. Er werd hard gelachen, om zich heen gekeken en vervolgens weer een beetje harder gelachen. Alle communicatie die plaatsvond, was natuurlijk niet door middel van de Nederlandse taal. Ik voelde me op dat moment niet geroepen om deze misstand in de samenleving (lees: trein) tot orde te roepen, hoewel ik in andere gevallen vast wat had proberen te verbeteren. Deze meisjes, die in mijn hoofd een dikke rode stempel op hun voorhoofd hadden met het woord aso, zijn precies de reden van alle onbegrip binnen deze maatschappij. Het zijn rotte appels. Ze zijn hier geboren (het meerendeel althans), maar denken toch anders te zijn dan de rest. Niet dus.

Eenmaal uitgestapt, terwijl ik een diepe zucht slaakte, zei ik zachtjes, als een oud vrouwtje, "waar gaat het toch heen met dit land?" Ik kreeg een half lachende blik naar me toe geworpen van een man die waarschijnlijk precies hetzelfde dacht. Weg ermee; zo in de GFT. Feitelijk gezien, is het zo dat niet alleen de typische Hollander zo over de asociale mensen in dit land denkt, maar het merendeel van de buitenlanders, die wel enige manieren van huis uit hebben meegekregen, denkt het ook.

Opvoeding. Daar draait het om. Ik heb me neergelegd bij het feit dat ik deze misstand niet kan verbeteren, maar dat dit wel mijn eerste stap er naartoe is. Sommige mensen kan ik niet in beter daglicht stellen, omdat ze daartoe geen reden geven. Het lichtpuntje aan het eind van de tunnel is dat ik besef dat de samenleving niet alleen uit dit soort figuren bestaat. Helaas krijgen ze wel de meeste aandacht.

Ik eis hierbij mijn aandacht.