Zelfrespect en gezag

Wouter (tuvokki)

Dit is Tuvokki!Het was mistig. Meteor had zijn verlangens, hoop en liefde bedekt onder een wollen deken. Zijn dekbed heette drank, of kwam van de coffeeshop. Eigenlijk maakte het niet uit hoe, als de spijt en het knagende gevoel maar zachter gezet kon worden. De stemmen waren nooit weg, nooit vriendelijk en ze hadden altijd gelijk. Al die jaren had hij geweten dat het aan hem lag. Het verleden had hem in een ijzeren greep gehouden, en hij had dat geaccepteerd. Elke keer als hij wat nieuws wilde beginnen waren er meteen de spoken van vroeger die hem er aan herinnerden dat hij een ongeschikt persoon was. Niet in staat een relatie te hebben, niet geschikt voor ambitie of echt ongebreideld plezier. Hij ging er altijd maar van uit dat hij te gemiddeld of te depressief was om echt iets te bereiken in zijn leven. En dus probeerde hij het niet meer.

In de brugklas begon het al. Er was die onaangename relatie met alles wat een beetje gezag had, maar weinig respect verdiende. Eigenlijk was de enige die hem beviel zijn leraar wiskunde. De man had lang haar en een dikke bril. De klas was altijd onrustig het vijfde uur. Vlak na de sportles. Andere leraren gingen schreeuwen, handen klappen of op een andere manier de aandacht trekken. Waardoor de kinderen hun energie moesten negeren en gedwongen werden in de bankjes te gaan zitten wiebelen. De rest van de les bleef het gedwongen rustig waardoor een leraar zijn boodschap niet kon over brengen. Zo niet deze man. Als iedereen binnen stroomde, en hij zag de verhitte koppies, pakte hij zijn krant en las tot het rustig genoeg was om zonder stemverheffing te praten. Meteor kon genieten van deze aanpak.

Hoe anders was het bij meneer Verbrak van Engels. De keren dat hij daar werd weggestuurd waren niet te tellen. De docent, hij noemde zichzelf niet eens leraar, kwam altijd exact op tijd het leslokaal binnen. Iedereen die later kwam, kon eerst zijn blauwe telaatkomerskaart laten tekenen bij de conrector. Alle andere leraren gebruikte de kaart alleen het eerste uur, maar niet deze man. Met zijn centenbakkes sloot hij de deur, en zelfs als er leerlingen aan kwamen rennen op de gang was hij onverbiddelijk. Een keer had Meteor hiertegen geprotesteerd. Het was een dag dat er vlak buiten de school een grote kraanwagen bezig was met het liften van een oude, dode eik. Zowat het hele schoolplein stond in de pauze vol. Iedereen bekeek de verrichtingen van de machinist die voorzichtig de enorme stam tussen de gebouwen door wist te manouvreren. Hierdoor kwam bijna de hele klas te laat. Meteor had weinig interesse gehad voor de show buiten en was op tijd in het lokaal aanwezig geweest. Tegen de lege klas, en niemand in het bijzonder had hij gemompeld: "wat een onzin."
"Ik hoop dat ik je verkeerd verstond." Zei meneer Verbrak.
"Hoe bedoelt u?" Meteor wist waar dit op uit zou draaien, en bedacht zich wat hij de komende twee uur zou gaan doen.
"Wat vind je onzin, jongeman?" De denigrerende toon, het lachje, Meteor was blij dat hij geen slag- of stootwapens in bezit had.
"Meneer," begon hij respectvol, "ik vind het onzin dat u de hele klas naar de conrector stuurt. Denkt u nu echt dat dit enige zin heeft?"
"Wat moet zin hebben, jongen?"
"Het heeft echt geen zin om iedereen maar naar de conrector te sturen, het doet niks goeds voor uw geloofwaardigheid. En zeker niet als iederéén te laat is."
"Oh, als iedereen in de sloot springt is het zeker goed? Dan doe jij het ook?" De docent keek voldaan, alsof hij een punt gescoord had bij zijn fucking hockeywedstrijd.
"Het vergelijk wat u trekt is onzinnig en wordt over het algemeen in andere situaties gebruikt. Dit is geen volggedrag, dit gaat om een incident waarbij door de gehele school gedoogd wordt dat de leerlingen te laat komen, behalve door u. De conrector zal het hier niet mee eens zijn, maar moet toch die kaarten tekenen. Zijn respect bent u vanaf nu ook kwijt, al betwijfel ik of u die überhaupt had. De klas zal een blok vormen, omdat iedereen op een onredelijke manier benadeeld wordt door uw beslissing. Ten opzichte van de hele school, wordt deze groep op een belachelijke manier benadeeld." Meteor was zijn tas al aan het inpakken. "Het feit dat ik hier, op tijd, zit heeft niks te maken met uw gevoerde beleid van telaatkomersstraffen, maar met de kou in het lokaal waar ik de komende twee uur moet verblijven omdat u mij er ongetwijfeld uit gaat sturen wegens respectloos gedrag. En terecht overigens, want net als de hele school, en waarschijnlijk uw vrouw, kinderen en hond, heb ik totaal geen respect voor u. En ik kan me voorstellen dat u daar boos over bent. En ik snap prima dat het fijn is om te zeggen dat het niet aan uzelf ligt, maar aan de brutale jeugd van tegenwoordig, dat klootzakje van een Meteor en dat tyfuswijf waar je mee getrouwd bent en dat bezig is je kinderen te verpesten tot de klootzakjes waar u zich de hele dag aan staat te ergeren."
Verbluft keek de leraar engels naar Meteor die het lokaal uit liep, en zich vrijwillig ging melden bij de conrector.

Op de gang kwam hij groepjes leerlingen van zijn klas tegen. De meesten weigerden naar de les te gaan.
"Hee, Meteor, ben jij ook te laat?" Raoul was een van de weinige mensen die voor niemand gevaarlijk was. Hij was een centraal punt in de klas. Echte vrienden had hij niet, Meteor beschouwde zichzelf er niet toe, maar Raoul was een roddelnicht. En dat was vaak interessant.
"Nee, ik was op tijd." Meteor lachte, de meeste leerlingen volgden dit gesprekje van een afstandje. Maar weinig mensen konden goed overweg met de dromerige inborst van Meteor, en dus luisterden ze liever wat hij en Raoul te bespreken hadden dan zich rechtstreeks tot Meteor te wenden.
"Wat doe je dan hier?"
"Ik ben er uit gestuurd."
"Huh, nu al, wie waren er nog meer in de klas dan?" Inmiddels waren er een aantal leerlingen dichterbij gekomen. Meteor besefte zich dat hij bijna alles kon vertellen. Elk verhaal zou er in gaan als zoete koek. De 'menigte' was ontvankelijk voor alles, elke gebeurtenis zou voor waar worden aangenomen. Zeker als het negatief was ten opzichte van meneer Verbrak. Meteor voelde zich even machtig. Alsof hij nu de crowd kon opzwepen om de gefrustreerde man te lynchen.
"Er was niemand, na een kort gesprekje heb ik besloten mezelf vrijwillig te gaan melden bij de conrector."
"Wat heb je gezegd dan? Hij heeft je niet weggestuurd?"
"Nee, daar was hij even te diep voor in gedachte verzonken. Ik heb alleen gezegd dat er weinig respect over blijft als hij zo blijft handelen. Hij werd zo kwaad dat ik er maar vanuit ben gegaan dat hij me er uit zou sturen als hij weer kon praten." Meteor liep verder, "ik zie jullie bij Duits."

Het was een flits uit het verleden. Meteor had een kort moment van zelfvoldaanheid. Even een momentje waarin hij zich best tevreden voelde over iets dat hij ooit gedaan had. Die momenten kwamen niet vaak voor. Meteor wist ook wel waarom. Hij voelde zich vaak schuldig over zijn daden. Zijn invloed op mensen was vaak, altijd, negatief. Na zijn scheiding had meneer Verbrak zelfmoord gepleegd. De klas was tegen hem in opstand gekomen, en al snel deed de hele school mee. Zijn lessen werden geboycot met stilte. De aanblik van die zwijgende klassen, en de verschikkelijke leegte in het huis waar hij zijn gelukkige jaren met vrouw en kinderen had beleefd waren hem fataal geworden. Er was haast niemand op zijn begrafenis. De gedachte dat hij dat in gang had gezet deed Meteor pijn.

Om de flitsen uit het verleden, de steeds terugkerende schaamte, te dempen, om het stemmetje dat hem bij elke herrinnering vertelde wat hij verkeerd had gedaan, welke levens hij had verwoest het zwijgen op te leggen, begon Meteor ook vandaag zijn dag met een grote whiskey en een dikke joint. Het werd al weer mistig. Meteor had geen idee wat hij moest gaan doen met zijn dag. Hij had tijdelijk korte metten gemaakt met de herinnering aan vervlogen tijden. Alle last die hij al die jaren had mee gezeuld had hij voor even van zich af geschud. En nu wist hij niet wat hij moest doen. En dat kon hem voorlopig helemaal niks schelen.