Verwende mensen in het 'blauw'

Submit (Ingezonden)
Column door Collegablauw

Naar aanleiding van het artikel 'Verwende kereltjes', auteur Francesca, wil ik duidelijk maken hoe verwend je bent met een baan bij de politie.

Want als anderen slapen, mag ik waken. Ik mag werken op zaterdag en zondag. Alle feestdagen mag ik mijn uniform aan. Ik mag handhaven bij grote evenementen en sportspektakels. Ik mag mijn lijf insnoeren in een veiligheidskorset. Ik mag al mijn gereedschap, zolang het nog allemaal aan mijn koppel past, om mijn heupen hangen en het rondsjouwen tot mijn botten schrijnen.

Ik mag, soms drie avonden achter elkaar, mijn prakje opwarmen in de magnetron. Soms wel twee keer op één avond, omdat het tussendoor nog even koud werd door een 'spoedklusje'. Ik mag de sleutels van een dienstauto pakken en lekker een beetje rondtoeren. Ik mag ook gas geven. Ik mag hard rijden, 'met toestemming' door rood, om er wel binnen tien minuten te zijn. Ik moet daarbij voorzichtig zijn, maar mag risico's nemen. Ik mag door de kots van dronken horecapubliek lopen. Ik mag in de stront staan bij een 'ongeval' in een gierput. Ik mag ook stervende mensen reanimeren omdat ik er toch vaak als eerste ben. Ik mag uitzinnig, emotioneel publiek op afstand houden. Ik mag een verkeersslachtoffer steun geven (als dat mogelijk is).

Ik mag handschoenen aantrekken om geen bloed aan mijn handen te krijgen. Ik mag misselijk worden van de stank van een vereenzaamd en vergeten lijk. Ik mag uitleggen aan een slachtoffer van geweld, dat de rechter-commissaris in alle wijsheid heeft besloten, de dader te schorsen en naar huis te sturen.
Ja, ik mag ook stiekem huilen bij de plotselinge dood van een kind op straat. Ik mag bekeuringen uitdelen. Ik mag steeds weer aanhoren, of ik nou echt niks beters te doen heb.

Van mijn chef mag ik horen of ik mijn productie haal. Ik mag met een afgerukt been slepen op een duistere mistige spoorbaan, waar honderd meter verder een grote gele intercity stilstaat. Ik mag er de machinist als eerste opvangen. Daarna mag ik daar in macabere resten zoeken naar een naam en adres. Als het in de buurt is, mag ik gaan vertellen dat iemand nooit meer thuis zal komen, en heb ik ook geen antwoord op 'Waarom?'
Ik mag niet beledigd of vernederd worden, maar hoor dodelijke ziektes over me uitroepen. Ik mag vechten bij een aanhouding. Als het helemaal niet anders kan, mag ik zelfs schieten. Ik mag dan in een fractie van een seconde beslissen over dood en leven, van mij of een ander. Ik mag zelfs een blog schrijven maar heb op deze plaats gewoon te weinig ruimte om al mijn zegeningen te tellen. Ik buig mijn hoofd, schaam mij diep. Ik ben eigenlijk maar een verwend kereltje... Toch...?

Desalniettemin, het mooiste beroep dat er is. Wie zal anders de taak op zich nemen om hulp te verlenen aan wie het nodig is, te handhaven waar het nodig is en het in de 'eerste instantie' doen voor de werkzaamheden die het beroep je biedt, en niet om het salaris!