Altijd lente in de ogen van de tandartsassistente

Patrick (binsmeister)
Een aantal plaatsen wordt door een mens het liefst gemeden. Eén van die plaatsen is de tandartspraktijk. Dat geldt ook zeker voor de tandartspraktijk die ik jaarlijks met een bezoekje vereer. Ongelofelijk dat mijn tandarts zijn wachtkamer nooit aan enige verandering heeft blootgesteld. Nu hoeft het geen sfeervolle huiskamer te zijn waarin ik moet wachten tot de tandenfetishist mijn gebit onderwerpt aan een jaarlijkse keuring, maar een interieur dat meer weg heeft van een rouwkamer is het andere uiterste. Het lijkt godverdomme wel of ik in het crematorium van Staphorst zit te wachten tot ik de as van oma overhandigd krijg.

Nog steeds pronkt dezelde inspiratieloze kuttekening van een kutkind aan de depressief-grijze muur. De leestafel wordt nog steeds gesierd door dezelfde oude ´Panorama´s´ die er vorig jaar ook lagen. Naast de leestafel is een tafeltje ingericht voor kinderen die daar zo te zien kunnen tekenen. Een aantal stompe potloden ligt namelijk stof te happen op geel uitgeslagen tekenpapier. Ik denk overigens ook niet dat de huidige generatie kids geïnteresseerd zal zijn in de ´Bobo´ of de ´Star-Wars-puzzle´, die ook in het kinderhoekje liggen. Boven het tafeltje hangt ook een bordje met de tekst ´kinderhoek´ en ik kan er niets aan doen dat ik moet denken aan Ad van den Berg en zijn zieke pedoclubje.

Ik zit gelukkig niet alleen in de wachtkamer. Een vrouw wier gebit meer weg heeft van een peuter die tanden aan het wisselen is, zit stoïcijns in een fotoboek te bladeren met aandoeningen die je aan je gebit kunt hebben. Het zweet staat op haar voorhoofd. Ik ben benieuwd hoe zij erbij zou zitten in de wachtkamer van de GGD als zij die verblijdt met een bezoekje voor een soatest. Dat fotoboek is pas echt smerig!

Een meisje van een jaar of twaalf zit zenuwachtig voor zich uit te kijken. Waarschijnlijk gaat de tandarts haar beugeltje aandraaien en mag ze daarna een fluorbehandeling ondergaan. Mijn tandarts moet er vreemde smaakpappillen op nahouden, want nog steeds biedt hij arme kinderen de keuze tussen de smaken aardbei of peer bij zo´n behandeling, terwijl dit in de verste verte niet naar fruit smaakt. Het bezorgt je eerder kotsneigingen, dan dat je denkt een heerlijk stukje fruit in je mond te hebben. De sadist!

"U bent aan de beurt, meneer", zegt de tandartsassistente die de wachtkamer in is komen lopen. Ik weet niet op welke tandartassistente de tophit `Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente´ is gebaseerd, maar er is weinig lente te bespeuren in de ogen van dit vrouwfiguur. Zij lijkt meer op een Oost-Europese kogelstootster die haar man verruild heeft voor een geile Goldenretriever. Het zou zomaar kunnen dat de uitdrukking ´daar haal je je hond nog vanaf´ op haar verschijning gebaseerd is. Ik neem plaats op de stoel en lieg tegen de tandarts als hij me vraagt of ik comfortabel lig. Wat is er nu comfortabel aan het liggen op een met plastic beklede tandartsstoel wetende dat deze zieke smeerlap in je mond gaat kijken?

Tandsteenloos en zonder gaatjes loop ik de wachtkamer weer in om mijn jas te pakken. Ik kan het niet laten om de spanning bij de twee in de wachtkamer te doen laten stijgen en ik doe net of ik erg veel pijn heb aan mijn gebit. De vrouw met peutergebit is uitgebladerd in het fotoboek en lijkt nog erger te zweten dan daarnet. Leek het meisje met beugel net nog een wintersportvakantie achter de rug te hebben, nu is ze zo wit weggetrokken dat je dat niet meer kan zien. Ik verlaat met een glimlach de tandartspraktijk. Tot volgend jaar!