Good things come to boys who wait...

De locatie: een kroeg. De gelegenheid: een debat.
Mei Li Vos, een sociologe en 'die dominee van tv' hebben de avond vol gekletst rondom het thema Vrouw & Werk. Het is bijna middernacht. Ik giet mijn glas leeg en zet het op de bar. Ineens trekt het licht voor mijn ogen weg en voel ik desoriëntatie aan terrein winnen. Oh, help! Zijn de stoppen doorgeslagen? Zijn míjn stoppen doorgeslagen? Ik stuur m'n hersens de recente geschiedenis in om de oorzaak van dit zwarte gat te achterhalen.

Ik kwam aan mét oud-collega. Hem moest ik echter binnen 't uur afstaan aan een man met weinig haar en veel polsbandjes. Vond ik niet erg; zij elkaar, ik Mei Li om me te amuseren. Ze riep vragen op. Waarom deden aanwezigen redelijk en aardig tegen de knuffeldominee en de sociologe en redelijk ónaardig tegen mevrouw Vos? Vanwege de zelfingenomenheid die zij tentoonspreidde? Naast mij stond een jongen. Met z'n geringe lengte, asblonde haar en pukkelige huid zag hij er ongevaarlijk uit. Mooi!, dacht ik. Mijn integratieproces -in Amsterdam- is in volle gang, dus leg ik het graag aan met locals. Ook als ze Danny blijken te heten en ik nog altijd grote twijfels heb over 't bestaansrecht van die naam.
"Denk jij dat Mei Li zich bewust is van haar afstotelijkheid?", vroeg ik hem.
"Haha", antwoordde hij. Hij knikte 'nee', ik knikte ook 'nee' en dat schiep een band. Het werd gezellig, (want) we dronken veel. Het was een aardige jongen, die Danny, hoewel ik merkte dat hij steeds minder luisterde en zijn blik steeds meer afd(w)aalde.

Het debatverhaaltje werd uitgeblazen door een grijze muis die een belabberde poging deed tot samenvatten. Het was bijna middernacht. Ik goot mijn glas leeg en zette het op de bar. Niets vreemds aan het handje dus en toch werd het zwart voor mijn ogen. Ik moet wel dronken zijn en K.O. op de grond liggen, wat anders?
Ik voel iets langs mijn gezicht en krijg dan de doorslaggevende hint: een laffe bierlucht dringt mijn neus binnen. Aha. Ik zie het probleem.
Er zit een Danny tegen mijn gezicht geplakt.

Het punt is: daar zit ik niet op te wachten. Bij sommige jongens ja!, maar bij Danny gokte ik op vriendschap. Met mijn armen maai ik om me heen en duw hem weg. Overrompeld kijk ik hem aan. Hij sluit zijn hongerige ogen. Z'n lippen kruipen terug in het tuitje en hij buigt zich opnieuw naar me toe.
"Hé!", roep ik. "Heb ik je soms het idee gegeven dat ik deze kant op wilde vanavond?"
"Nee, nee, nee, maar ik dacht, je lijkt me wel een aardig meisje. Dus..."
"Doe je maar een poging?"

Net was Danny nog een normale, aardige jongen. Een paar biertjes later en hij is getransformeerd tot een, door testosteron aangestuurde, marionet. Dat kan snel gaan. Danny besluit z'n Lucky Luke-blik in te zetten. Compleet met opgetrokken wenkbrauw en grijns. Alleen zonder grasspriet en, belangrijker nog, sex-appeal. In de hoop dat het nog wat uithaalt vermoed ik. Helaas.
Ik zucht. Ik ga. Tot ongenoegen van mister I wanna have sex tonight.
"Ga je weg? Maar het begon net gezellig te worden! Ahhh...?"
Ja, ga smeken. Dát is aantrekkelijk.

Tragisch en jammer, zulke 'wie niet waagt wie niet wint'-pogingen. Hij laat zich verleiden tot dadendrang met mij als lijdend voorwerp en verplicht me zo de avond af te sluiten met hem afwijzen. Terwijl ik liever 'bedankt en tot ziens!' zeg en ga met een lach. Daar heeft hij vast niet bij stilgestaan.
"Dag Danny", zeg ik gedecideerd.
"Huhmm...", is zijn repliek en hij staart naar de grond.
Agossie. Ik heb met hem te doen; een blauwtje lopen is niet leuk. Het zou alleen fijn zijn als híj zich zou realiseren dat een blauwtje uitdelen evenmin een feest is.