Ton Elias: Duidelijke taal

Redactie
Het ergert me als er neerbuigend over de politiek wordt gesproken. En het ergert me nog meer dat Kamerleden daar vaak aanleiding toe geven. Officieel is de Tweede Kamer het hoogste gezag in Nederland. Het kabinet moet uitvoeren uit wat die Kamer wil. Kamerleden horen uiteraard naar hun burgers te luisteren, maar wel degelijk ook eigen keuzes te maken. Voor hun ingenomen standpunten leggen ze dan in verkiezingstijd verantwoording af. En ze vragen dan opnieuw om politieke steun in de vorm van uw stem op hen.

Ja ja - zo zou het allemaal eigenlijk moeten gaan. Helaas gaat het in de praktijk vaak anders. Kamerleden zijn kommatijgers geworden, die de grote lijn uit het oog verliezen. Verder lopen ze te braaf achter het kabinet aan als ze in een regeringspartij zitten. En de oppositie? Die stemt op de automatische piloot tegen. Herman Tjeenk Willink, de belangrijkste man na Koningin Beatrix in de Raad van State, heeft er dit voorjaar nadrukkelijk op gewezen dat de Kamer losser van het Kabinet moet komen en flinker moet opereren.

En waarom praten die Kamerleden allemaal zo overdreven ingewikkeld en technisch?
Verder is onze volksvertegenwoordiging merkwaardig genoeg nauwelijks een vertegenwoordiging van ons hele volk: driekwart was eerder leraar, onderwijzer of lid van de gemeenteraad. Maar het zou ook gewoon moeten zijn dat rechters, ondernemers, politiemensen en winkeliers in die grote blauwe stoelen willen zitten.
Het zou dus goed zijn als, net zoals in Amerika, vaker mensen die al carrière maakten in het bedrijfsleven een paar jaar willen optreden als controleur van de democratie - als Kamerlid dus. "Ik kijk wel uit om in die slangenkuil met z'n gezeur over details te kruipen", zeggen ondernemers vaak tegen me. Daar zit wat in. Maar het is ook het kip-ei-probleem. Als er niet ooit een beginnetje wordt gemaakt, verandert er nooit iets.

Ik ga het dus serieus proberen en sta op de lijst voor de VVD. Met flink wat andere nieuwelingen, ook bij andere partijen, zijn we van plan om de boel op te schudden en de controlefunctie van het parlement te versterken. Het kan best tien jaar duren, want ik ben ook realistisch. Maar als je niet begint, duurt het nog langer.
O ja, nog dit: u mag me er aan houden dat ik gewoon Nederlands zal blijven praten! Mijn dringende vraag is of u op mij wilt stemmen op 22 november.

Ton Elias, kandidaat 23 voor de VVD