Tovervoeten

Michel (methodmich)
Die middag had ik een onwaarschijnlijk doelpunt gemaakt. Bijzonder rap ook, om het nog mooier te maken. We trapten af en ik besloot om na het zetten van drie passen de bal met akelige precisie over de te ver voor zijn doel staande keeper te mikken. Toch zeker veertig meter, maar het lukte. Een unieke prestatie, die ik thuis maar moeilijk kon delen. Dus liep ik op blote voeten. "Is dat niet koud?" vroeg ze liefdevol. Ik schudde mijn hoofd: "Nee, we hebben toch vloerverwarming." Daar had ze even niet aan gedacht, maar ze besloot toch nog te antwoorden: "Je hebt echte voetbalvoeten."

Ja, echte voetbalvoeten. Hoe zien die er in vredesnaam uit? Want als ik na de wedstrijd mijn teamgenoten zie zitten, zie ik toch echt allemaal verschillende voeten. Weerbarstige, knoestige boerenpoten, maar ook verfijnde artiestenvoeten. Voeten met lange, uitstekende haren en eeltbonken. Gladde voeten. Zouden alle vrouwen zeggen dat wij echte voetbalvoeten hebben? Ach, niet zeuren. Het is lief bedoeld en misschien zit er wel wat in. Daarnaast is het natuurlijk geen enkel probleem om voetbalvoeten te hebben.

Totdat ik Arouna Koné zag. Ivoriaan van geboorte, via België steeds dieper in Nederland geraakt. Na een tussenstop in Kerkrade speelt hij nu alweer voor het tweede seizoen bij PSV in Eindhoven. Daar moet hij de laatste stap zetten richting de mondiale voetbaltop en dat proces leek enigszins vertraagd te worden. Want Koné kreeg de laatste tijd wat kritiek te verwerken. Hij scoorde te weinig. Sterker nog, hij had al een paar maanden niet meer gescoord in de competitie en dat kan niet bij een aanvaller van een vooraanstaand titelkandidaat. Dan vergeten we de zomerstop voor het gemak maar even en dan is het inderdaad een lange periode geweest.

Spitsen moeten scoren. Dat is nu eenmaal zo vastgelegd in het grote boek der voetbalwetten. Waarin keepers eenlingen zijn, linksbenige spelers creatief of een beetje gek en centrale verdedigers als harde jongens worden gezien. Kom er maar eens los van, dat lukt je niet. Als een doelpuntenmachine als Klaas Jan Huntelaar een paar wedstrijdjes hapert, is het land in rep en roer. De concurrentie wrijft zich in de handen en de eigen fans zitten met de handen in het haar. Want spitsen moeten scoren. Zo niet, dan gaan ze kapot. Dan worden ze afgemaakt door alles en iedereen. Ze worden verbannen naar de bank of de tribune of zelfs getransfereerd naar clubs waar spelers zomaar twee dagen vrijaf krijgen na een nederlaag. Mogelijk blijven ze clubloos achter in de vergetelheid.

Arouna Koné kan ook wel scoren. Een doelpuntje of tien per seizoen, dat mag je best van hem verwachten. Maar deze jongen kan meer. Hij is een voetballer die moet sprankelen. Die moet dansen over het veld zoals Hein Vergeer met zijn schaatsdametje op het ijs deed. Die de bal moeiteloos laat volgen in zijn bewegingen, gehypnotiseerd als deze is door de voeten van Arouna Koné. Voetbalvoeten, zou mijn vriendin zeggen. Tovervoeten, mijn liefste, niets meer en niets minder. Arouna Koné heeft ze. Ooit gekregen in Ivoorkust, waar hij ongetwijfeld als klein jongetje op zijn blote voeten over terreintjes zweefde die men voetbalveldje noemde. Met een bal die de naam eveneens niet mocht dragen, maar met het plezier dat bij het spel hoort. Een medicijnman keek en zag dat het goed was. Dit jongetje had talent en zou zich redden.

Inmiddels betovert Arouna Koné verdedigers in de Nederlandse eredivisie. Hij passeert ze alsof ze niet bestaan en slaat ze van zich af als vliegen. Vergeet af en toe volledig wat hij aan het doen was. Dan is de spreuk niet af en wreed verstoord door zo'n heiden van een voorstopper. Zo'n jongen die alleen maar destructief bezig is. Van die kerels die af en toe thuis eens iets slopen om hun partner te tonen dat ze het echt menen en die te bang zijn om hun emoties te tonen over de ware schoonheid van het leven. Die Arouna Koné storen in zijn kunst. Die na negentig minuten lang horendol te zijn gedraaid toch nog met opgeheven hoofd het veld durven te verlaten, omdat Koné niet heeft gescoord. Bah, wat een viezeriken. Want er zijn nog wel wat medespelers die kunnen profiteren van de klasse van Koné. Laat hem maar toveren en laat dat aardse en westerse effectbejag maar over aan die collega-aanvallers van hem.

's Nachts droomt hij dan nog een spreuk, die hij later weer eens gaat uitproberen. Af en toe maakt hij dan een doelpunt tussendoor, om de monden weer even te snoeren. Liefst een adembenemende goal. Waarna ze hem zeggen dat hij echte tovervoeten heeft. Ik niet, ik heb maar gewone voetbalvoeten. Wel echte. Ik ga slapen, want ik ben evengoed tevreden. Het is namelijk veel leuker om naar een goochelaar te kijken als je niet weet hoe het kunstje werkt.