Grijswaarden

Shilka.nl
Dat is ook wat trouwens, die vergrijzing. Moet je je even voorstellen; nu - anno 2006 - loop je rustig op straat en je ziet her en der Dartelende Dertigers hun kroost ronddouwen over een pleintje, in een donker hoekje staan wat scholieren stiekem een jointje te roken, een paar Windsor-knopen zijn onderweg naar hun Mercedes voor een zakenlunch en wie weet zie je nog ergens een rollator of scootmobiel voorbij rollen. Niets aan het handje dus. Een normaal straatbeeld. Toch?

Maar nu: we draaien de tijd even, zeg 15 jaar, door. Het is 2021 en je bent.. wat.. 40? 45? Wat dan ook; je werkt hard en het ziet er naar uit dat je dat nog wel een jaar of 30 vol zal moeten houden. Het is ochtend, de wekker gaat, je staat op. Na een aantal ochtendrituelen die in de loop der jaren vast zijn geslagen in je dagelijkse ritme vervolg je je weg naar je werk. Je opent de deur van je woning en wilt naar je auto lopen. Maar wat gebeurt er? Je glijdt uit en dondert regelrecht met je gezicht op de net gepoetste zijspiegel van je nieuwe Opel. Ietwat duizelig - je bent immers nog niet lang wakker - krabbel je overeind en zoek je naar de veroorzaker van deze valpartij. Het is een plasje. Een bruin, glibberig plasje. Het is niet veel, maar het is wel genoeg voor de categorie 'plasje'. Je denkt eerst nog aan hondenpoep. Wellicht een hond die iets verkeerd heeft gegeten? Maar er liggen nog meer plasjes; de hele stoep zit onder. Instinctief volg je de, kleinduimpje-waardige, route. Je loopt de hoek om en je ziet in de verte nog net een electrische rolstoel rijden. En ik weet wat je denkt. En ik weet wat je vermoedt dat er 'lekte'. En ik weet dat je het eigenlijk gewoon helemaal niet wíl weten.

Ietwat verschrikt en confuus stap je uiteindelijk de auto in en ben je onderweg naar je werk. Krap tien minuten later sta je vast, muurvast. Midden op de ring. Ingesloten, geen afritten, nog 20 kilometer te gaan, je kan geen kant op. Je bent al met de zaak aan het bellen om een aantal afspraken te verzetten als er ineens wat opvalt. Je staat in een apart soort file.. De grijswaarden in deze file zijn hoger dan een ansichtkaart uit 1920 en het bouwjaar van de voertuigen kan je herleiden tot ergens in de koude oorlog.
Terwijl de secretaresse al een aantal keer tevergeefs "Meneer?.." heeft gezegd dringt het ineens tot je door; je bent slachtoffer van de vergrijzing. De vergrijzingsgolf is op zn absolute piek, het zenit, het hoogtepunt. En jij, jij staat er middenin.

Ineens wordt alles duidelijk. Ineens plaats je alles in perspectief. De bejaarde buurvrouw, de bejaarde buurman, de hangbejaarden bij de Lidl, het bejaarde vrouwtje wat altijd aan je hoofd loopt te zeuren dat je je vuilnis netjes bij het groepje van de rest moet zetten, de hoogbejaarde man die je elke zaterdagochtend al reutelend volgt naar de bakker om vervolgens met zijn sigaar zo dicht tegen je aan te gaan staan dat je hele jas in de fik vliegt en je te bang bent geworden om voor je lieve vrouw een croissantje te halen. Dat vervelende bejaarde echtpaar aan de overkant dat je regelmatig tot waanzin drijft als ze midden in de nacht keihard naar Wagner zitten te luisteren! Die bejaarde Marokkaanse mannen die eigenlijk helemaal geen scooter meer kunnen rijden, maar het gewoon keihard tóch doen en regelmatig ofwel je voortuin ofwel je kinderen schampen! Je - jawel - bejaarde schoonmoeder die te pas en te onpas je huis binnenstrompelt ("Schat, mijn moeder krijgt gewoon sleutels en daar is het mee uit!") om een sigaretje te roken terwijl ze je hele voorraad sherry er als een dorstige kameel doorheen jaagt! Om nog maar te zwijgen over de talloze seniele bejaarden die vanaf hun dak met hagel staan te schieten, je hele tuin vol gooien met dode duiven en de hele dag te pas en te onpas "BINGO!" roepen.

Je bent slachtoffer van de tijd. Je hebt netjes je premies betaald, je ouders met respect behandeld en het land weer uit een financiële dip getrokken. En jij niet alleen, met jou nog een heleboel andere Nederlanders. Maar niet genoeg. Niet genoeg om weerstand en overwicht te bieden aan de rimpels, de stoma’s, de kraaiepootjes, de permanentjes, de kanten gordijntjes en de Begonia’s. De tijd wint. Hoeveel kinderen je er ook tegenaan smijt; je wordt geconfronteerd met de lelijke kant van het recht van de sterkste; je staat aan de verkeerde zijde.

Het ergste is nog dat je nu wordt geconfronteerd met een naderende bevolkingsdip. Overvolle kerkhoven, een nieuwe verlofregeling voor frequente begrafenissen, verpauperde en leegstaande woonwijken, werkloos medisch personeel,.. kortom: crisis. Maar je maakt het niet meer mee. De bejaarden veroveren het land zoals een schimmel op een petrischaaltje en jij, en je leeftijdgenoten worden bedolven, onder de voet gelopen. Uiteindelijk wint het bejaarde monster en sterft het uit. Een leeg, uitgeput land achterlatend. De dijken worden doorgestoken, Nederland zakt onder water, wordt opgekocht door Amerika en omgevormd in een dumpgrond voor nucleair afval.

Kinderen. De redding... of toch ijdele hoop?