London 2005 (1)

Tim (TheGrandWazoo)
Ik leerde haar kennen op een camping van een festival. Ze lag, samen met haar vriendin, twee tenten verderop. Bij het ontwaken op dag één (we hadden onze tenten al de nacht tevoren opgesteld en goed gesmuld van de Finse wodka.) keek ze recht in mijn rode en slaperige ogen. Een waanzinnig aanzicht. Vanuit mij gezien dan. Zwart krullend haar, helse bruine, stevige benen en een partij sierraden waar de gemiddelde Indiaanse Panfluit & Prullaria Winkel jaloers op zou zijn. Met een zwaar Liverpools accent wenste ze me lachend een goedemorgen waarna ze meteen haar tent weer in kroop. Alsof ze King Kong zelve had gezien en zich snel moest verstoppen in haar grotje. Gelijk had ze, ik zag er schandalig uit. Typische tijd om op te rotten richting openbaar douche en toilet. De zaakjes fatsoeneren, een sloot koffie drinken en een bammetje met tevredenheid. Ik hield mezelf voor om over een uur weer helemaal in de plooi te zijn en uit te gaan zoeken wie deze mysterieuze, exotisch uitziende dame was.

Ze bleek geen kaartje te hebben voor de show en was op goed geluk gaan reizen naar het evenement. Bleek in Griekenland te zijn geboren (dat verklaarde haar benen wellicht) groeide op in Liverpool maar woont thans in London en heeft een vriendje zitten in Amerika. Ze studeert filosofie en Duitse geschiedenis. Ík was zowaar verliefd geworden en rolde haar onder de hekken door om haar toch op het festivalterrein te krijgen. Uit dankbaarheid gaf ze me gratis bier. Het hele festivalweekend trokken we met elkaar op. Ik kocht haar een sjaal omdat ze het koud had en zij kocht me een fles wijn omdat ik immer dorst heb. De laatste festivalnacht nam ik afscheid van haar. Zij zei dat ze zelden zo gelachen had en ik had haar e-mail adres. De volgende ochtend zag ik alleen nog maar de afdruk van haar tent in het gras. Ze was vreselijk vroeg vertrokken. De verse dauw en prille zonnestralen maakten me melancholisch. Gelukkig maakte de misselijkmakende en penetrante stank van overvolle Dixie toiletten daar snel een einde aan.

We mailden wat op en neer de daaropvolgende maanden. Over koetjes, kalfjes en Nietzsche. Van dat laatste begreep ik maar weinig. Überhaupt gewauwel over filosofie kan mij zelden bekoren. De mails begonnen mij danig té intellectueel te worden maar gelukkig beschik ik over een wonderlijke gave om net te doen alsof ik overal verstand van heb. Zarathustra had ik nog wel gelezen dus daar kon ik mee wegkomen. Gelukkig schreven we elkaar ook over meer aardse dingen zoals 'het resultaat van drie dagen niet afwassen' en de wonderlijke wereld van de televisie.

Ik moest haar zien. Haar filosofisch geblaat las stiekem toch zeer sexy en bovendien wilde ik altijd nog eens naar London. Ik was dit landje meer dan genoeg en de Balkenende-muren kwamen op me af. Ik nodigde mezelf uit en zij had daar maar genoegen mee te nemen. En dát deed ze. Meteen vroeg ze vrij van haar werk om mij te vergezellen in de drukke stad. De schat. Twee dagen later pakte ik mijn tas en ging op weg naar de grote Ben en twee mooie bruine ogen.

Ik nam het schip omdat ik niet van vliegen houd. Natuurlijk durf ik wel maar ik voel me altijd onprettig tussen al die stewarddessen. Mijn libido wil dan nog wel eens hoog oplopen. Op een schip kom je dat soort dames niet tegen. Meestal zijn schippersvrouwtjes extreem stevig (om niet te zeggen vadsig) en oud. En ze zien een beetje groen van het vele varen over veel te hoge golven. Daarbij is aan boord van het schip (stena-line, ik kan het iedereen aanbevelen) genoeg vertier te vinden. Een bioscoop met de laatste hete films, een restaurant met bar, een bar met restaurant, een bar met discotheek en een restaurant met een bar plus een discotheek en een restaurant met casino met bioscoop en een restaurant. Horendol liep ik wat in de ronde, kijkend naar al dat moois alvorens het schip zou gaan varen. Ik besloot aan een tafeltje met prima uitzicht op de haven te gaan zitten. Ik kieperde wat reispillen naar binnen met een halve pint Irish Red Beer. Ironie alom, daar ik naar de UK ging. Ik begon langzaam in te dutten tot ik gegiechel en geschreeuw hoorde aanstormen. Ik dacht nog dat het aan de pillen lag, die ik met twee teveel naar binnen had gewerkt om er zeker van te zijn dat ik tijdens de rit lichtelijk zou gaan trippen. Het bleek een op hol geslagen kudde hormonenpoepers te zijn van de school voor toerisme. Mensen die je later als gids overal tegenkomt in een museum als je bijvoorbeeld net staat te genieten van de appels van Cezanne. Die met overslaande stem hun culturele bagage uitstorten op toeristen met witte sokken en volle rugzakken met appelsientjes en boterhammen met ouwe kaas. De pubers moesten natuurlijk van hun leraren naar London om daar ongestraft zich te bezuipen en vreemd te gaan met hongerige Britse jongens en meisjes.

De schipper meldde via de intercom dat de golven maar liefst drie meter hoog waren. Drie meter! Kolere, ik mocht me wel eens ergens gaan vestigen want van rondwandelen op het schip was geen sprake. Ik besloot aan de bar te hangen naast het restaurant bij de bioscoop. Ik bestelde me nog wat rode Ierse knaapjes en schreeuwde stoer en met schorre stem 'Ahoy' toen het schip in beweging kwam. De trip kon beginnen. Opeens flikkerde er overal licht aan en op een groot scherm was Chris Rea te zien die het elke kerst weer flikt om naar huis te rijden. Ik had het kunnen verwachten, het was immers december dus ik kon de hele reis tenenkrommende kerstliedjes weer aanhoren. Hopla, Kleff Richard op rolschaatsen gevolgd door Mariah Kerry met sneeuwballen tussen haar benen. Binnen een mum van tijd veranderde de bar in een discotheek vol puistenkoppen die dansten op negermuziek. Hoewel dansen, men viel en struikelde het hele schip door. Ik durfde het niet te wagen op te staan. Met mijn smoel plat op de bar probeerde ik de slaap te vatten.