Mist - Voor Anton

Tim (TheGrandWazoo)
Anton is niet meer. Althans, niet meer op FOK! Hij is er geruisloos vandoor gegaan. Geen dramatisch afscheid, geen magnum opus en ook geen laatste meesterwerk. En dat siert onze depriman. Want zo noemt hij zich.

Ik las ze niet, de columns van Anton. Ik wilde wel, maar haakte steeds in het midden af. Dat lag niet aan Antons intrinsieke schrijf kwaliteiten, maar meer aan mijn eigen gemoedstoestand. Anton had immers vaak last van depressies en wist dit prachtig en beeldend te verwoorden via het WereldWeideWeb. Maar depressie is voor mij al lang geen romantisch gegeven meer. Depressies zijn voor mij geen voedingsbodem meer voor kunstzinnige uitspattingen. Depressies werpen in mijn wereld alleen nog maar blokkades en beperkingen op. Het idee dat een kunstenaar zou moeten lijden, verafschuw ik dan ook met heel mijn ziel en zaligheid. Het beeld van de alcoholistische, onbegrepen, ongeschoren en obsessief rukkende schrijver (die denkt aan schapenaarzen en meisjeslaarzen, terwijl hij onder het mom 'in de kunst kan en mag alles' de meest vreselijkste, ranzige en haast ontoelaatbare pornografie op papier pleurt), is mijn inziens oubollig en achterhaald.

Dat was wel eens anders. Jaarlijks keerde de herfstdepressie terug in mijn brein. Het waaide, het stormde daar en af en toe viel een eikel gemeen hard neer. Zodra het buiten donker werd en de groene bladeren aan de bomen de herfstkleur aannamen, kon ik maar beter in mijn bed blijven liggen tot al die narigheid voorbij was, alwaar ik non stop Lou Reed en Joy Division op de achtergrond had spelen. Zware materie zoals daar zijn, 'waar gaat het heen' en 'hoor ik hier nog wel thuis', waren niet van de lucht, mijn haar zat nonchalant en ik had een mooie collectie zwarte coltruien opgebouwd.

Dit jaar heb ik echter een gratis lichttherapie gekregen. Niet van één of andere vage heks met dito gewaad, maar van onze lieve Heer zelve. Pardon? Jazeker. Nee, ik heb niet het licht gezien maar wel de zon en de zachte herfst gevoeld en geroken. De flauwe, doch warme, herfstzon die de bladkleuren een goudbruine kleur wist te geven. De herfstzon die zelfs de radicaalste suïcidaal hangend in een hoge boom nog van een schitterend panorama verschafte. De takken die mij normaliter rond deze tijden de nek willen omdraaien hingen verveeld en verward naar beneden, terwijl ik in de verdorde en afgestoten bladeren enkele vreugdedansjes deed.

Het is nu veertien november. Buiten is het mistig. Ontzettend mistig. Licht en wit. Zover het oog reikt. 'Of ik me al klote voel', wil een goede vriend van me weten. Nog lang niet. Eerst naar buiten, zonder jas en das. De mist in, de winter in mijn lijf maar de zomer in de kop. Terwijl ik zachtjes zing: 'Going to see the river man, going to tell him all I can about the plan for lilac time.
If he tells me all he knows about the way his river flows and all night shows in summertime.'( Nick Drake The River Man - 1968)