Ridders, romantiek en okselhaar

Jelle (Phallus)
"Keek ze?"
"Echt wel, ze vindt je leuk man!"
"Hoe keek ze dan?"
"Nou gewoon, dat je heel duidelijk kon zien dat ze je leuk vindt."
"Doe eens na dan, hoe ze keek."
"Nu?"
"Ja, nu!"
"Hier?"
"Hier!"
"Ben je verliefd dan?"
"Ik weet het niet. Jij?"
"Op wie?"
"Op haar natuurlijk!"
"Ja hallo, nu draaien we het om. Het ging over jou!"
"Oh ja. Keek ze lang?"
"Wat is lang?"
"Nou, langer dan normaal."
"Wat is normaal?"

Wat normaal was? Wij waren het in ieder geval niet. Totaal overgeleverd aan de romantiek analyseerden we iedere ontmoeting, ieder oogcontact en iedere mogelijke aanwijzing tot in het kleinste detail. Hoe ze keek. Hoe lang ze keek. Of ze lachte. Of ze verlegen was. Wij zagen al signalen ruim voordat het betreffende meisje ze daadwerkelijk gaf. En dat terwijl mijn huidige vriendin me wel eens verwijt dat ik dingen niet aanvoel. Ze moest eens weten.
Uren hebben we doorgebracht daar onder aan die brug. We voelden ons ridders. Op een mooi wit paard. Of in ons geval op een witte omafiets. Ridders in de 'Orde van de Hatertsebrug' noemden we onszelf. Daar was geen lintje voor nodig. Helaas bestonden sprookjes toen ook al niet en moesten we beiden tegen etenstijd gewoon weer terug naar de 'Orde van de dag'.
Toen we ouder werden, begonnen we elkaar ook 's avonds op te zoeken. Aanvankelijk om een stuk te gaan hardlopen. De sportkleren aan en in looptempo naar de eerste de beste bank in het stadspark. Om daar vervolgens een heel pakje Marlboro weg te paffen. Gelukkig hebben bankjes geen oren en bleven onze verliefdheden strikt geheim.
Stinkend van de rook en hijgend als een oud paard kwam ik uren later de keuken weer ingewandeld. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Achteraf heb ik grote bewondering voor mijn ouders. Ze hebben zich vaak afgevraagd waar hun zoon in vredesnaam mee bezig was. En aangezien ik nooit vriendinnetjes mee naar huis nam, zullen ze zelfs mijn naderende 'coming-out' al wel ingecalculeerd hebben. Ze waren in ieder geval stomverbaasd toen ik op een dag tot over mijn oren verliefd met een meisje thuiskwam. Je ouders teleurstellen is nooit leuk.
Ik was eigenlijk altijd verliefd. En als je jong bent en nog niet echt uitgaat én dus altijd verliefd bent, zijn weekenden een hel. De Zaterdag viel dan nog wel mee. Dan moest ik voetballen. Hoewel ook dat voetballen me na een tijdje aardig begon tegen te staan. Langs de lijn stonden namelijk allemaal mooie meiden te kijken. En ik was er al heel snel achter dat ze er totaal niet voor mij stonden. Ze waren speciaal gekomen voor hun vriendjes. Mijn teamgenoten dus. Zelfs de meest lelijke jongen had een meisje langs de kant staan. En ik wist waarom. Zij hadden al okselhaar. En ik dus niet. Ik schaamde me kapot. Dit is tevens de reden dat ik bij de term 'schaamhaar' nog altijd eerst moet denken aan dat nest 'langpootmuggen' onder mijn armen. Toen ik alsnog okselhaar kreeg, had ik mijn voetbalschoenen al aan de wilgen gehangen. Maar goed, ik was nu tenminste een ridder mét okselhaar. Helaas heb je daar niet zoveel aan in je stikhete harnas.

De laatste tijd begin ik toch langzaam weer in sprookjes te geloven.
Een berichtje; daar begon het mee. Via 'schoolbank.nl' was ze aan mijn e-mailadres gekomen. Jarenlang ben ik verliefd op haar geweest. Uren heb ik op haar gewacht onder aan de brug. En als ze dan eenmaal vlakbij was, keek ik verlegen de andere kant op. Ik kende háár lesrooster net zo goed als het mijne. Ik wist precies waar ik haar tussen de lessen door tegen zou kunnen komen. Om vervolgens heel druk te gaan praten met mijn buurman als ze passeerde.
En uitgerekend van haar kreeg ik nu een mailtje. En wat denk je? Zij was ook op mij!