De grote tum-tumregen

Walter (Seborik)
Column door titi

De vlekkeloze man van de waarden en de normen heeft ook zijn ondeugden. Wist u dat niet? Jan Peter houdt van zoetigheid en zijn absolute favoriete lekkernij zijn tum-tummetjes. U weet wel, die veel te kleine kindersnoepjes, gesorteerd in een grote zak. Veel gesuikerde zachte en zoete snoepjes, af en toe een harde ertussen en als Jan Peter zo heel af en toe dat kleine chocoladesnoepje in het assortiment aantreft, stijgt hij tot orgastische hoogte. Maar dat is maar heel af en toe.
En als of een duveltje ermee speelt, bij de grote verscheidenheid aan snoepjes is er ook het groentje. Lekker zoet besuikerd aan de buitenkant dat wel, maar als je de tanden erin zet, dan is het kleinood zuur, heel zuur. En daar houdt Jan Peter niet van. Dus alvorens zijn dagelijkse zak in zijn Torenkamertje in de daarvoor bestemde glazen pot te doen, haalt hij eerst alle groentjes eruit. En netjes en opgeruimd als Jan Peter is, heeft hij voor de achterblijvers een aparte pot aangeschaft. Een hele grote rode pot van ondoorzichtig matglas.
U kunt zich wel voorstellen dat iedere werkdag in Den Haag een zak tum-tummetjes, na enkele jaren van sparen de rode pot bijna helemaal vol is.

Als Jan Peter het moeilijk heeft, permitteert hij een tweede zak voor die dag en u kunt zich voorstellen dat Jan Peter de afgelopen jaren menig dag zijn secretaresse de opdracht heeft moet geven om de dagvoorraad aan te vullen. Zo ook de afgelopen week. Prinsjesdag staat voor de deur en ook Jan Peter begrijpt dat zijn onderdanen eindelijk eens wat willen zien van de beloften die ze al jaren horen van de Balkenbende. Het zuur kennen ze nu wel, ze willen ook wel eens het zoet. Jan Peter begrijpt dat wel, terwijl hij de groentjes van de tweede zak zorgvuldig apart legt. Gelukzalig kijkt hij naar de nieuwe voorraad en helemaal bovenaan ziet hij zelf drie kleine chocoladesnoepjes. Met een voor Jan Peter onbekende begerigheid, pakt hij ze alle drie en stopt ze in zijn mond. Hemels kijkt hij naar boven.
Ineens weet hij het, de rode pot.
Een stijf rondedansje maakt Jan Peter bij deze Goddelijke ingeving. Hij trakteert de Nederlandse bevolking op de groentjes uit zijn rode pot. Hij is zo enthousiast dat hij verzuimt zijn genialiteit tot prinsjesdag voor zich te houden. Alle hem beschikbare middelen worden gebruikt om zijn blijde boodschap te verkondigen.
'Wij van het kabinet Balkenbende, gaan de groentjes voor het komende jaar verdelen.'
Met trots en een zuur lachje kijkt hij in de camera.
Want zelfs Jan Peter beseft wel dat het niet hoffelijk is om met zoet te strooien, terwijl de Majesteit de achterliggende zure boodschap moet gaan verkondigen.
Wij wensen haar, maar vooral die zestien miljoen onderdanen heel veel sterkte.