Word leraar zeiden ze (slot)

Tijl (tijl)
Tekst, uitgesproken door Tijl Rood, ter gelegenheid van de uitvaart van Henk Ter Wolde.

Geachte aanwezigen, familie, collega's en vrienden van Henk, figuranten.

Nog zo kort na het afscheid dat wij hebben moeten nemen van Henks moeder, onze dierbare, eh, kom hoe heet ze, nou ja Henks moeder dus, zijn we al weer onder zulke verdrietige omstandigheden bij elkaar. Gezellig ook wel eigenlijk. Persoonlijk geloof ik niet in de hemel. Maar als er een is, dan denk ik niet dat Henk er thuis hoort. Maar als hij er toch is, en hij kijkt op ons neer, en hij ziet ons verdriet, dan hoop ik dat hij het ons gunt dat wij leren te berusten, leren ons neer te leggen bij een leven in rijkdom, maar zonder hem.

In de korte tijd dat ik Henk heb mogen kennen, is een bijzonder intens contact ontstaan. Je kunt wel zeggen dat we alles wat ons dierbaar was, hebben gedeeld. Marieke bijvoorbeeld, jarenlang Henks vrouw, en nu sinds kort de mijne. Want op deze inktzwarte dag heb ik, als u het mij permitteert, toch ook een wat vrolijker mededeling: Marieke en ik zijn vandaag op het stadsdeelkantoor getrouwd. Dat verklaart meteen waarom ik voor de gelegenheid een misschien wat ongepast vrolijk, want oranje pak aan heb. Het geeft misschien wat troost als ik u vertel, dat ik nog wel de knalgroene strik verruild heb voor deze zwarte stropdas. Stijl is niet te koop, stijl is een keuze.

Maar Henk en ik hebben meer gedeeld. Zijn geld is bijvoorbeeld sinds kort mijn geld. En in de maanden op de Karrekiet heeft hij van mij wel eens een Sultana Cracker gekregen. Zo waren Henk en ik: we deelden alles.
Henk, Oh Henk. Henk die hier nu dus zwartgeblakerd in deze kist ligt en voor alle zekerheid straks nog de oven in zal verdwijnen, heeft gelukkige jaren met mijn Marieke mogen beleven, de laatste paar uren zelfs in bijna obscene welstand. Hoe grillig kan de gang door het leven zijn! Nog scherper wordt dat zichtbaar als ik u vertel, dat Marieke wijlen haar man nog bijna een bastaardzoon of -dochter had geschonken. Helaas, hij mag het niet meer meemaken. Maar inderdaad, klapt u maar even: Marieke, mijn Marieke, is zwanger! Van mij!

Maar hoe verheugd wij daarover ook mogen zijn, daarvoor zijn wij vanmiddag niet bijeen. Telkenmale gaan de gebeurtenissen van afgelopen vrijdag door onze hoofden. Waarom, waarom moest Henk zo'n heldhaftige poging ondernemen om kortsluiting te voorkomen? Ik bedoel, wat is nou helemaal kortsluiting? Een plus pool, een min pool, wat dondert het? Maar zo was Henk: problemen oplossen die er eigenlijk helemaal niet zijn. Ook al wordt het je einde.
Haddden wij hem tegen kunnen houden? Hadden wij hem op weg naar dat noodlottige stopcontactstekkerdinges of wat was het, niet desnoods beentje moeten lichten?
Maar schuldgevoel, wat breng het ons verder. We moeten tijd en ruimte maken voor ons verdriet, we moeten de rouw tot onze bondgenoot maken, en Henk een plaats geven in ons hart, tot we hem vergeten zijn.

Een halfuur moet genoeg zijn.
Daarna is het tijd voor een biertje, zometeen op het zonnige terras van Het Paardje aan het Gerard Douplein. Ik tracteer.
Dan luisteren wij nu naar het nummer Busje komt zo. Mensen die dat willen kunnen nog even langs de kist lopen, anderen mogen direct door naar de frisse buitenlucht. Het ruikt wel heel erg naar houtskool hier hè. En aansluitend dus op een drafje naar Het Paardje.
Namens de hele familie sprekend zou ik willen zeggen: Henk, auf wiederschnitzel hè pik. Je was eh, zo kort als het ook heeft mogen duren, was je, gewoon heel erg... Henk.

O jee, mijn gsm.
Hallo, met Tijl? Marieke! Goed dat je belt, kom je ook? Het Paardje.
Wat? Dood? Wie? Ellie O'Malley? Meen je dat nou? Te gek! Hoe dan? Hè? wacht even, let me get this straight. Hoe kwam ze aan die paddo's dan? Oké! En toen zei ze dat ze zich voelde alsof ze kon vliegen en toen heb jij het raam opengedaan. Behulpzaam van je. Ja, nee van 3 hoog overleef je niet nee. Nou lieverd, kom maar snel naar het Paardje, dan krijg je een kopje thee voor de schrik. Heb je dierenambulance al gebeld? Oké, doe ik zo wel. Wat denk je, zal ik solliciteren als schoolhoofd? Nou ja, daar hebben we het zo wel over, ik zit eigenlijk midden in een begrafenisspeech. Nee, geeft niet, ik was toch bijna klaar. Oké, toedeloe, ik ook van jou, tuurlijk wel, echt niet, tot zo, tot zo, kus, kusje, dahaag, dag liefie, dag. En hou die kleine nog even binnen hè. Oké. Tot zo, toedels."

Sorry mensen, dat was Marieke. Ze was de crematie vergeten. Maar waar waren we? O ja, we zouden naar het Paardje. Hup hup hup! Die kist ruimen de mensen van de organisatie wel op.