Kerst in Camp Sinbad

Francesca
“Love letters straight from your heart, keep us so near while apart”

Zomaar een liefdesdeuntje, gezongen door de legendarische Elvis. Het schoot even door mijn hoofd toen ik een brief las, geschreven door een onbekende jongeman die de komende feestdagen door moet brengen in Camp Sinbad, één van de Nederlandse militaire kampen in Irak.


Misschien ken je hem, is hij de vriend die ooit bij je in de klas zat en die na school een balletje met je trapte, een stapmaat met wie je elk weekend een biertje ging drinken, de militair op wie je nu zit te kankeren, omdat je er zo op tegen bent dat hij daar is.
Aan die discussie nam hij nooit deel, want hij ging, niet omdat hij dat graag wilde, maar omdat hij moest.

Een beetje gek moet hij wel geweest zijn, die vriend. Om zijn veilige slaapkamer met TV en DVD-speler te verruilen voor een kille container in crisisgebied, met standaardbed en oncomfortabel dun matras, een bureautje met gammele klapstoel en kunststof legkastje.
Geen dekbed met fantasieovertrek, maar een saaie legerdeken met daarop helm, wapen en munitie klaar voor gebruik, een scherfvest, halfopen, zodat hij het meteen kan aanschieten.
Geen groen in Camp Sinbad, alleen maar zand, grind en hesco’s (metalen kooien met stoffen bekleding, volgestort met grind ter bescherming bij een mortieraanval), wakkerende vlammen aan de horizon en de geur van verbrand plastic.
Geen telefoon op het nachtkastje, maar een geïmproviseerde telefooncel waar hij geduldig op zijn beurt moet wachten.
Geen gezellige stamkroeg, maar Bar Eenzaam op het kamp, voor een spelletje dart, een alcoholvrij biertje en een beetje lol met z’n maten.

Druk is het niet, in het kleinste Nederlandse kamp in Irak, er bevinden zich slechts honderd militairen. Maar zo’n kleine populatie biedt veel pluspunten: geen wachtrijen bij de fitnesstent of de keuken, ook de sfeer is gemoedelijk: kleinschaligheid heeft een positief effect op het geestelijk welzijn van de militairen. Ze zijn zelfs tevreden over de kookkunsten van de kok. Wekelijks wordt reikhalzend uitgezien naar “lazy Sunday”, naar de dag waarop alleen het hoognodige wordt gedaan en om 11.00 uur de brunch begint, het best gewaardeerde culinaire hoogtepunt van de week.

Nimmer hoor je over heldhaftige daden: je vriend maakt immers deel uit van een humanitaire missie en vecht niet voor vlag en vaderland.
Misschien maakt hij deel uit van Force Protection, is hij de militair die het konvooi beschermt en staat hij op een Jeep, stoer achter zijn mitrailleur, en vraagt hij zich dagelijks af of hij nu wel of niet de trekker moet overhalen, om zijn maten, maar ook zichzelf te beschermen.
Misschien wordt hij met grote regelmaat uitgedaagd, op de proef gesteld, door mannen met baarden en een fanatieke blik in hun ogen, mannen die het leuk vinden om met een auto vol dynamiet heel dicht naast hem te komen rijden, handgranaten te gooien en explosieven langs de weg te laten ontploffen.
Misschien stellen zijn heroïsche daden niet veel voor, omdat ze vooral bestaan uit het toepassen van humanitair oorlogsrecht en een bewonderenswaardige zelfbeheersing.

Misschien kun je het je voorstellen, de donkere dagen voor kerst in Camp Sinbad waar het overdag bloedheet en ’s nachts steenkoud is, waar het nooit echt donker zal worden, vanwege de affakkelinstallaties op de nabijgelegen olievelden. Een kamp in kunstmatige kerstsfeer, met een kunstkerstboom in de eettent en één Bar Eenzaam, met tientallen naamloze kerstpakketten hoog opgestapeld in de posttent, een luxe kerstgroet van de allerhoogste legerbaas in Nederland.
Een kamp heel ver weg, waar op Eerste Kerstdag kerstmuziek uit de luidspeakers knalt, keihard, om de kerststemming te verhogen, maar vooral om het monotone geluid van de generatoren, koelinstallaties, airco’s en het geronk van overvliegende helikopters te overstemmen.
Een kamp waar post prioriteit nummer één is, waar tweemaal per week een klein feestje wordt gevierd, omdat elk pakketje, e-mail, handgeschreven kaart of brief, hartverwarmend is voor elke militair en dikwijls zijn enige contact met thuis.

Ik probeer me hem voor te stellen, die onbekende jongeman, de Nederlandse militair die kerst viert in Camp Sinbad, want dit jaar krijgt hij ook een kaart van mij...