Koning, Keizer, Piraterij

Tim (TheGrandWazoo)
Onlangs is de piratenzender “Koning, Keizer, Admiraal’ uit de lucht gehaald. De zender stond bij de Duitse grens en was in een groot deel van Europa te beluisteren. Het deed me denken aan de laatste uitzending van Radio Veronica vanaf het schip, ver voor mijn tijd. Een groot avontuur van enkele hartstochtelijke radiomakers die het saaie Hilversum, waar immers geen popmuziek gedraaid werd, eens wakker wilden schudden. Tinneke De Nooij maakte zelfs haar radiodebuut bij Veronica. Dat was overigens niet de reden waarom het schip zonk. Het schip moest zinken vanwege de heersende politiek in die tijd. Piraterij was verboden, punt uit. Wat overbleef waren tal van jingles en losse programmafragmenten op band waar later weer een cd van verscheen. Radio Veronica was haar tijd ver vooruit als het ging om jingles en ze waren de eerste die de Amerikaanse manier van presenteren introduceerde.
Maar je hoeft niet op een schip te zitten om spannende en illegale radio te kunnen maken. Dat kan ook op zolder of in een tuinhuisje. Zo kwam in de jaren tachtig het fenomeen “radiopiraat” op. Boer Jan die, met een enorme echo op zijn stem, de meeste afschuwelijke plaatjes aan- en afkondigde. Verzoekjes stroomden binnen van de buren, de verre neef en natuurlijk van zijn eigen moeder.

Als kind was ik gek op dit soort zenders.Op vrije zaterdagmiddagen lag ik op bed met een kleine radio heel rustig aan de tunerknop te draaien. Via de AM kreeg ik te horen wat de FM niet kon verdragen. Politieberichten, boerende presentatoren, studenten die voor de grap een zender hadden gebouwd…er gebeurde van alles in dat oerwoud van frequenties. Een ruig gebied, een soort donker bos vol onbekende geluiden.’s Nachts droomde ik dat ik ook zo’n zendertje kon bemachtigen en dat ik een eigen radiostation had opgericht waar al mijn vriendjes aan deel zouden nemen. Ik maakte programmaoverzichten en bedacht programma-items. Het idee dat je volledig anoniem maar toch populair kon zijn intrigeerde mij enorm. Ik begon cassettebandjes te maken van zelfgemaakte uitzendingen en ik fantaseerde dat ik voor een groot publiek sprak. En als mijn fantasie op hol sloeg, wat wel eens gebeurde, dan hoefde ik alleen maar naar Jeroen van Inkel te luisteren die het natuurlijk allemaal veel beter deed….zucht.

“Gezocht, radiomaker voor lokale omroep, ervaring niet nodig." De lokale omroep bij ons in de buurt zocht radiopresentatoren! Wat een geluk, nu kwam het radio maken wel heel dicht bij. Snel schreef ik een brief naar de hoofdredacteur met de mededeling dat radio maken mijn lust en mijn leven is , hoewel ik het eigenlijk nog nooit in het echt gedaan had. Of hij me even wilde ontmaagden. Welnu, dat laatste viel iets anders uit dan verwacht maar de eerste keer doet altijd een beetje pijn. Ik moest saaie berichten voorlezen over de zoveelste pluimveemarkt in de buurt. “Je hebt veel te veel intonatie in je stem, je klinkt vreselijk Veronica-achtig”, zei de hoofdredacteur, “ ga nog maar wat oefenen.” Ik was teleurgesteld. Als dit het echte radiowereldje was dan kon ik net zo goed mijn eigen radiowereld creëren op mijn slaapkamer met een taperecorder en wat plaatjes. Enkele weken deed ik vrij weinig bij de lokale omroep, behalve wat uitzendingen bijwonen om te kijken hoe het nu eigenlijk “echt” moest. Wat zou het toch gaaf zijn als er ooit mensen naar mij komen kijken, dacht ik nog.

Niet veel later kreeg ik, mede door het vertrouwen van enkele redactieleden, een eigen programma. De zenuwen tijdens mijn eerste echte uitzending zijn amper te beschrijven. Ook al wist ik dat er naar de lokale misschien maar vijftien mensen luisterden, ik raakte volledig in paniek bij mijn opening. Ik struikelde over zinnen en de grammaticale rampen waren niet van de lucht. Maar ja, alles ging meteen “ on air” en je kon er niets meer aan veranderen. Door schade en schande werd ik wijzer en gedrevener. Elke vrijdagavond mocht ik mijn eigen show doen en het begon vorm en een eigen identiteit te krijgen. Ik zag mijn eigen kindje groeien,langzaam lopen en zindelijk worden. Ik stak veel tijd in mijn radiowerkzaamheden en het thuisfront moest mij regelmatig bellen of ik misschien nog eens kwam eten. Ik vroeg mensen aan de telefoon om hun favoriete muziek top drie op te dreunen en ik begon te experimenteren met het draaien van vreemde muziekstukken. Elke uitzending probeerde ik weer iets anders. Grenzen aftasten, heerlijk!

Tegenwoordig maak ik geen radio meer voor de lokale omroep. Ik zit bij een regionale zender en ben hard bezig met mezelf te professionaliseren. Maar elke keer als ik weer een uitzending moet doen voel ik een stroom adrenaline door mijn lijf jagen. Je verwacht dat de luisteraar een bepaald beeld van je heeft. Een van de mooiste uitzendingen die ik samen met een collega heb gemaakt betrof een nachtuitzending. We kreeg de meest vreemdste personen aan de lijn. De één was schrijver, de ander gewoon heel erg alleen. Een andere luisteraar wilde zijn verhaal kwijt over zijn familie die hem in de steek liet en zo ging het maar door.
Radio maken is een prachtig vak omdat je zoveel feedback kunt krijgen. En hoewel ik niet meer naar piratenzenders luister heb ik nog steeds respect voor de vrije radioman. De man die in zijn eentje een radiowereld creëert met een enorm publiek en een overweldigend succes. Terwijl hij misschien al jaren droomt van een prachtige radiocarrière maar tevreden is met een kleine zender en een schaars publiek.

Mag ik nog de groeten doen?