Het tweepartijenstelsel

Reya
Het getal twee is altijd al magisch geweest binnen onze natuur. We hebben twee ogen, twee neusgaten, twee oren, twee benen, twee armen, de mannen hebben twee teelballen, de vrouwen hebben twee eileiders. We hebben twee longen, twee nieren, er zijn twee geslachten en ook twee wezens nodig om een kind te creëren en ons DNA bestaat uit een dubbele spiraal. Is het dan niet logisch dat de keuze tussen twee in ons dagelijks leven volledig is geïntegreerd? Een keuze tussen twee verschillende personen, richtlijnen of partijen is veruit het makkelijkst. Een keuze van één is geen keuze en bij drie of meer wordt het veel te moeilijk. Een keuze tussen twee is een keuze tussen goed of slecht, voor of tegen, links of rechts, en alle andere tegenpolen in natuur of maatschappij.

Maar dan. Zijn wij niet dermate geciviliseerd dat wij zonder die tweepartijenonzin kunnen? Op het eerste gezicht wel. Ons stelsel is inderdaad wat gecompliceerder dan het Amerikaanse stelsel. Maar degene die dieper graaft, ziet een stelsel waarin tegelijkertijd onze keuzes zeer beperkt zijn. In het midden van ons stelsel staat het CDA. Toen in 1994 deze partij werd gepasseerd door Paars leek er zowaar een verandering in het politieke tij op handen. Maar de schijn bedroog, en na acht jaar had niemand meer trek in Paars. Het CDA kwam weer terug in het centrum van de macht. Dat bracht de christen-democraten terug in de positie waarin ze daarvoor altijd al hadden gezeten. Echter, een verandering in deze situatie – het CDA in het centrum, de andere partijen die daar omheen cirkelen – is niet ondenkbaar. Het CDA doet het slecht in de peilingen, en kan daar ook niks tegen doen. Een meer linkse koers en een kabinetsbreuk ligt op de loer, waarvan het CDA bij nieuwe verkiezingen gegarandeerd het slachtoffer wordt. Een meer rechtse koers, en ze verliezen alleen nog maar meer kiezers aan aartsrivaal PvdA. Mijn voorspelling is dat zowel VVD als PvdA spoedig het CDA zullen inhalen; en dat zal ontaarden in het zo alom gevreesde tweepartijenstelsel. Of zou dat te Amerikaans zijn?

De Verenigde Staten afkraken is erg makkelijk, en ik zal niet ontkennen dat ik het zelf ook vaak doe. Maar we weten tenminste waar Bush en Kerry voor staan. Ze hebben inderdaad een raar en onlogisch (lees: fraudegevoelig) kiessysteem aan de andere kant van de oceaan, maar dat is beide partijen wel eens ten faveure geweest. Bovendien krijgen wij in Nederland nu ook een kiesstelsel waar niemand voor warmloopt. Links noch rechts is enthousiast, maar CDA en VVD zijn genoodzaakt – D66 is tenslotte onmisbaar in de coalitie – om de plannen doorgang te geven. Het plan druist niet alleen tegen de evenredige vertegenwoordiging in, ook zullen grote partijen er gebaat bij zijn. Het CDA ook dus, en die partij probeert hiermee haar eigen ondergang af te wenden, voornamelijk ten koste van coalitiegenoot VVD. Ja, Amerika is hartstikke ondemocratisch.

Aan ons is de keuze: een fair tweepartijensysteem of een vaag onduidelijk systeem waarbij één partij met alle winden meewaait en altijd in het centrum van de macht blijft. Ons stelsel heeft weliswaar veel partijen, maar deze profileren zich slechts in machtsblokken. Aan de linkerkant leidt overduidelijk de PvdA, gevolgd door GroenLinks en de SP. In aardig wat gevallen staat de ChristenUnie ook aan de linkse kant. Aan de rechterkant is de VVD dé rechtse partij, samen met de nieuwe rechtse partijen en de SGP, en ook het CDA positioneert zich op het moment rechts van het politieke midden. Het tweepartijenstelsel komt dan al erg dichtbij. Slechts de positie van het CDA is nog onduidelijk, maar de macht van die partij is toch tanende. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn tot de VVD de grote rechtse partij wordt en het gehavende CDA zich onder de vleugels van haar huidige coalitiegenoot schaart. Dan heb je nog D66, maar zij noemen zich slechts Democraten, en zelfs die titel zijn ze nog niet waard. D66 zal als partij zonder duidelijke ideologie tussen de twee blokken zweven. Het tweepartijenstelsel is dan praktisch een feit. Maar we hoeven er niet eens ontevreden over te zijn.