Sfinxen en stokpaardjes

Karin (Jane)
"Hé, kijk eens wat leuk, Willemijn... stokpaardjes!"
Voor me rekt het diertje - een stokstaartje - zich, tot groot genoegen van het gezin naast me, nog wat verder uit. In gedachte zie ik de dikke kont van de man op het beestje neerkomen en ik vraag me vertwijfeld af of deze mensen dat gruwelijke beeld ook voor ogen hebben als iemand de uitdrukking 'hij zit weer op zijn stokpaardje' gebruikt. Waarschijnlijk denken ze er niet eens bij na.


Ik ga graag naar de dierentuin. Heerlijk gedachteloos rondwandelen en wegdromen bij de dieren. Ik kan het iedereen aanraden. Geweldig tegen de stress en je hoeft heus niet eerst een excuuskind te lenen bij familie of vrienden. Nee, gewoon lekker in je eentje.
Het beste tijdstip is 's ochtends vroeg, als de kans op blauwe enkels van de constant tegen je op botsende buggy's het kleinst is, maar soms is het ook leuk om juist de drukte op te zoeken. Pas dan hoor je namelijk wat een wonderlijke kijk sommige mensen hebben op het dierenrijk en wat een onzin ze vervolgens aan hun kinderen en kleinkinderen verkopen.

Natuurlijk kent niemand elk exotisch dier bij naam, maar je zou verwachten dat de meeste mensen toch wel weten hoe een tijger eruit ziet. Zo echter niet de man die, oog in oog met een reusachtig exemplaar, zijn dochter toefluisterde "En, wat zegt het leeuwtje dan?". Een vertederend tafereel en daarom onderdrukte ik de neiging om achter ze te sluipen en met een zo laag mogelijke stem "Ik ben een tijgertje" te brommen. Het had hun moment verpest en bovendien vermoedde ik dat het kind zelf ook wel wist dat haar vader het bij het verkeerde eind had. Welke vierjarige weet nu niet precies hoe een leeuw eruit ziet? Ze hebben tenslotte allemaal The Lion King wel eens gezien. Ik denk dat ze, om zijn gevoelens te sparen, het spelletje maar gewoon meespeelde.

De ervaring leert dat de meeste mensen er sowieso niet erg van gediend zijn om binnen hoorafstand van hun nageslacht verbeterd te worden. Een ouder dient immers alwetend te zijn. Als je eerst op het bordje gaat kijken welk dier er voor je staat val je door de mand, dus roep je maar wat. Zolang de kinderen zelf nog niet kunnen lezen zit je altijd goed en anders moet je maar hopen dat ze je op je woord geloven. Meestal lukt dat ook wel, als tenminste maar niemand zich er mee bemoeit.

"Kijk jongens, sfinxen!"
Een groepje zesjarigen komt achter de - onmiskenbaar Gooise - moeder aanhobbelen. Ze heeft vandaag de zware taak op zich genomen haar zoon en zijn vriendjes een educatief dagje dierentuin te bezorgen en in alles straalt ze uit dat niets haar zal beletten deze missie tot een goed einde te brengen. Ik glimlach haar vriendelijk toe.
"Lynxen"
Verstoord kijkt ze op.
"Wat?"
"Het zijn lynxen."
Behulpzaam knik ik naar het bordje naast haar hoofd.
Haar blik verraadt nu dat ze me het liefst ter plekke in een stenen beeld zou zien veranderen. Hoe durf ik haar ouderlijk gezag te ondermijnen en haar ten overstaan van de kinderen zo voor schut te zetten?
"Kom jongens, we gaan naar de egels kijken."
Stekelvarkens zal ze bedoelen, maar ik houd wijselijk mijn mond.


Mensen die neushoorns voor nijlpaarden aanzien, chimpansees voor gorilla's, een oma die haar kleinkind probeert te overtuigen dat de baviaan met de imposante erectie 'de moeder van dat kleine aapje' is, ik heb het allemaal voorbij horen komen. Ach, zo erg is het ook niet en ik vermaak me er prima mee. Toch kun je je afvragen of dit dezelfde mensen zijn die klagen dat het onderwijs zo hard achteruit holt en dat hun kinderen tegenwoordig zo weinig leren op school.

Mijn nichtje kreeg laatst te horen dat het absoluut verboden is haar vierjarige zoontje alvast thuis een beetje te leren schrijven. Hij zou allerlei verkeerde gewoontes aanleren die achteraf door de meesters en juffen moeilijk weer te herstellen waren. Misschien moeten we zo'n verbod ook maar instellen op het slecht geïnformeerd bezoeken van de dierentuin met je kroost. Gewoon verplicht eerst een maand lang naar Animal Planet, Discovery en National Geographic kijken voordat je ze mee mag nemen. Dat scheelt de biologieleraar later vast een hoop werk.