De hel.

Johan (iteejer)
Boodschappen doen is de hel. De terreur van de ouwe taarten die voordringen, die een gangpad versperren met hun cilindervormige kolossale aanwezigheid. De terreur van de eigen echtgenote. Het niets kunnen vinden. Danny heeft ooit de Kerstmarkt te Aken als zodanig omschreven; op de vraag wat hij er van vond antwoordde hij toen direct en serieus ‘Dit is de hel’. Maar voor mij ziet de hel er uit als een supermarkt.

Het begint al met het aan komen rijden. 'Stop stop stoooooooooop, laat mij hier maar uitstappen, dan zie ik je straks wel'. Dus, midden op straat stilstaan, piepende remmen achter je – doch men snapt gelijk wat er aan de hand is; ZE wil uitstappen. Uiteindelijk tussen allerlei krukkende huisvrouwen een parkeerplek gevonden, en dan naar binnen. Na enig zoeken vind je haar dan. Onderweg wat lekkers gezien, meegenomen om in het karretje te kiepen. 'Wat heb je nou weer? Dat is te duur/te goedkoop/smerig/te klein/te rood/te woensdag/gewoon niet goed!'. Verslagen wil je dan terugsjokken, maar nee, 'Nee neem het nou maar als jij dat zo graag wilt'.
Ok, het object in het karretje gelegd. 'Neeeeeeeeeeee leg dat nou niet daar, op die plek wil ik straks de melkpakken neerzetten!'. Uiteraard.

Dan is er een glimp van herkenning: een jong stel staat voor de groenteafdeling. De jongen, een aardige vent zo te zien, heeft een krop sla gepakt. Het meisje, een bloedmooi kreng, stond met het boodschappenmandje in haar handen en is het om één of andere reden niet met de sla eens. Zal wel ‘te woensdag’ geweest zijn. Na wat nijdige blikken laat ze ineens het mandje compleet met inhoud op de grond vallen. En stapt ze weg, de jongen volslagen verbluft achterlatend. 'Ik hoop niet dat je er al mee getrouwd bent' zeg ik hem met een brede grijns. Hetgeen me een koele blik van mijn echtgenote oplevert. De jongen pakt het mandje op, en gaat verder met boodschappen doen. Zou daar nog geneukt zijn die avond...?

De statiegeldautomaat werkt ook al niet mee. Twee flessen worden geweigerd. Ja, wat moet ik met die lege flessen? Als ik daarmee terug kom krijg ik op mijn kop... Dus, ik prop ze er weer in maar geef ze een enorme zwiep mee. Zodat ze aan de andere kant van het machien eruitknallen, en daar zo te horen van alles doen omvallen. Een gedempte kreet ‘Hey joh!’ klinkt vanachter de coulissen...
Naast me staat de tas van de zelfde oude taart die me net uiterst irritant de weg stond te blokkeren. Bijna zet ik hem op de lopende band waar men de statiegeldkratten op moet zetten...

Mijn echtgenote is inmiddels verdwenen, en ik ga op zoek. Ik kom langs een gangpad met pakken soep, het valt me op hoe hoog het opgestapeld is. Aan het eind van dat gangpad weer teruglopend in de daarnaast liggende gang, zie ik weer die stapel met soep. Aan mijn kant staat de marmelade, als ik een pot marmelade pak en ik stoot per ongeluk tegen die soepstapel... en ja hoor. Rammelploframmelrammelplofplof. Snel kijken waar het terechtgekomen is: deels in het winkelkarretje van een taart, en deels op die taart.

Doch dan versteen ik: ik ben betrapt. Door mijn echtgenote, die me ijzig staat aan te kijken. 'Als ze je oppakken hoor ik er niet bij hoor! Geef me de autosleutels maar alvast, voor als je gepakt wordt!' prevelt ze.
We gaan verder. Ik zie wat broodbeleg waar ik wel trek in heb. 'We hebben een hele kast vol, steeds maak je iets nieuws open en het oude laat je staan!' Maar ik wil het écht. Dus ik pak het in mijn twee handjes, val op mijn knieën midden in het gangpad en met luide stem smeek ik of ik dit mag hebben, en dat ze die avond als beloning in bed op me mag poepen. Ze wordt knalrood en sist 'Idioot! Ja neem maar weer hoor! Ophouden nou!'.

Nu zegt ze gevaarlijk weinig meer tegen me. Maar we lopen verder. We komen bij een pilaar, en ik krijg de instructie om daar te blijven wachten. 'Want je bent veel te vervelend vandaag!'. Bij de pilaar staat een grote mand met aanbiedingen soep. Het lukt me om ongemerkt in 3 karretjes van anderen zo’n pak soep te kiepen.
Eindelijk bij de kassa: doch ook daar doe ik alles fout. Het moet namelijk op een bepaalde volgorde op de lopende band. Weet ik veel...

Ik ben bezig dat te doen, hoor ik ineens een stemmetje achter me: 'Meneer! Meneer! U heeft net per ongeluk uw soep in mijn karretje gegooid, gelukkig zie ik u nog anders had u zonder soep gezeten he?' en met een van trots stralend gezicht geeft een oud vrouwtje mij die soep...

De hel dus. Bijna net zo erg als schoenenwinkels en kledingwinkels... Bijna...