Column: Misschien

Bas (Tha_BlonT)
Misschien is dit dan de conclusie die ik kan trekken uit mijn elfdaagse trek naar Annapurna Base Camp op 4100 meter hoogte in Nepal. Misschien had ik mijn gids niet na drie dagen moeten wegsturen , misschien had ik hem wel de hele weg mijn tas moeten laten dragen, maar misschien was ik dan niet achter het woord misschien gekomen. Het prachtige woord dat antwoord geeft op al mijn vragen. Wonderbaarlijk hoe het kan lopen wanneer je verstoken bent van alle gemakken van het dagelijks leven. Ik had misschien wel dood kunnen gaan toen ik met mijn hoofd vol snot en longen vol bacterieen als een bezetene de trappen naar het dak van de wereld besteeg. Ik had misschien wel al mijn spieren kunnen scheuren of al mijn botten kunnen breken toen ik daar alleen in de bergen liep te vechten tegen mijn onvermijdelijke inzinking. Mijn koppigheid en wilskracht hebben mijn leven gered en tegelijkertijd in de waagschaal gelegd, toen ik ongetraind met eigen backpack in drie dagen 3 kilometer steeg.
En misschien, als ik het rustiger aan het gedaan had de berg me geen hoogteziekte gegeven bij aankomst, waardoor ik 's ochtends om 6 uur als een hysterische mijn tas moest inpakken, alles om naar beneden te gaan en van de hoofdpijn verlost te wezen.

Misschien begrijpen jullie me helemaal niet en moet ik rustig wat uitleggen. Ik zit nu anderhalve maand in Nepal, te vrijwilligen om een reden die ik soms niet helemaal begrijp. Misschien is het goed voor mijn latere leven, iedereen zegt altijd dat de ervaring zo goed voor je is. Misschien ook wel niet, wie weet. Maar vrijwilligen is niet de enige klank van de klepel en er moet ook geavonturierd worden. En dit avontuur klonk aanlokkelijk. Elf dagen op pad in de uitgestrekte bergen van Nepal, van plaats naar plaats, lopend in de onbedorven energie, in werkelijk contact met moeder aarde. Met gids/ drager in aanslag was ik klaar om op stap te gaan. Ik had zeer hoge verwachtingen van deze reis die me meer trappen heeft laten zien dan alle kerken van Europa bij elkaar (met trappen bedoel ik stenen die tienmaal groter zijn dan die in je siervoortuintje). Misschien had ik zelfs de verwachting dat op deze trek alles me duidelijk zou worden, mijn levensvragen beantwoord zouden zijn of
dat ik in ieder geval een idee zou krijgen wat de vraag was. Misschien is dat de reden waarom ik na zeven dagen volledig instorte en jankend op 3500 meter hoogte in mijn slaapzak kroop.

Misschien ben ik nog steeds niet duidelijk en moet ik chronologischer zijn. Maar ik heb zoveel te vertellen en zo weinig woorden om jullie gekluisterd te houden. Het begon allemaal de eerste drie dagen waarin het maar niet lukte om in de juiste stemming te komen. Ik was chagrijnig en bij aankomst in een guesthouse was ik niet mezelf en depressief. Misschien deed ik iets verkeerd of misschien was het de gids die helemaal niet getraind was om mijn tas te dragen en het mij naar mijn zin te maken. Dat dacht ik, toen hij met eenzelfde chagrijnig hoofd zuchtend en puffend de trappen een kwartier laten dan mij besteeg. Het laatste leek de oplossing, de berg leek te roepen dat ik zelf mijn weg moest vinden (wat niet moeilijk is met één pad) en dat ik zelf mijn spullen moest dragen. Misschien heeft het hem pijn gedaan, toen ik hem vertelde dat zijn aanwezigheid niet meer op prijs werd gesteld, maar hij keek erg blij toen hij de rest van zijn salaris mocht houden.

Misschien was het gewicht van mijn tas de reden dat mijn wilskracht en ego het gezond verstand leken te verduisteren. Of was het het onzichtbare elastiek van de Zweedse dokter die haar tas wel liet dragen door een ervaren drager, of misschien wel de twee Noorweegse studenten die ik in het vizier had, maar die ook niet vies waren voor hulp met hun persoonlijk gewicht. Misschien dacht ik als enige dat ik de berg wat moest bewijzen en dat mijn inspanningen beloond zouden worden met inzichten in het menselijk leven. Misschien waren die laatste uren naar de top al een voorbode van het stompzinnige van dit idee toen ik met een gebogen hoofd en pijnstillers die niet wisten waar te beginnen teen voor teen vooruitstrompelde. Misschien vond de berg mijn inspanning maar matig, of juist ontzettend overdreven en vond hij dat ik voorbij ging aan al zijn schoonheid toen ik zo gedreven door een onbekende kracht enkel mijn spieren testte. Was dat de reden dat ik hoogteziekte kreeg en met ontz ettende hoofdpijn 500 meter lager op dag 7 de rest van de groep vaarwel zei en om twaalf uur 's middags naar een bed strompelde? Dat ik daar huilend lag, fysiek en mentaal gebroken, jammerend dat het niet eerlijk was. Misschien daagde het toen voor het eerst dat ik me de laatste dagen had aangesteld als een klein kind.

Maar misschien heb ik dit allemaal nodig gehad en heeft de berg mijn inspanning alsnog beloond. Was het de bedoeling dat tot vijf minuten voordat ik de taxi instapte en de bergregio voorgoed verliet ik nog steeds niets begreep van alles wat er deze elf dagen met me gebeurd was? Was het de bedoeling dat ik vier dagen zuchtend met een pen in de mond opnieuw een velletje papier in de prullenbak gooide? Misschien was het toevallig, dat juist op het moment dat ik het opgaf en de gifbeker van deze column wilde leeggieten in de rivier, ik het woordje misschien opschreef en ineens alles op zijn plaats viel. Dat het nauwelijks een misschien was dat ik dacht de ultieme waarheid in handen te hebben en dat ik dacht de enige te zijn die wist hoe je een berg spiritueel moest beklimmen. Dat ik me bij voorbaat had rijk gerekend in een realiteit die helemaal niet de mijne was. Dat ik mijn motto 'niets is waar' volledig had verloochend en met oogkleppen op de stairway to heaven was afgekukeld.

Misschien kijkt me aan.
'Misschien ben je dichterbij dan ik wil.'
'Misschien, maar zelfs jij bent niet waar, ook al lijk je verdacht veel op het onvermijdelijke lot. Je bent de geruststelling in het toekomst, het midden tussen ja en nee. Wanneer mensen je gebruiken is het duidelijk dat de toekomst het zal laten weten en ongeacht de uitkomst, het antwoord dat zal zijn dat moet gebeuren.
Je bent de regen die kan vallen, de baan waarop mensen hopen en het antwoord waar men niets aan heeft. Je bent de onzekerheid waarmee mensen moeten leven, doch de berusting in wier wij allen ons levenslot leggen. Had ik jou gebruikt dan was ik misschien meer openminded geweest en had ik veel meer genoten van de bergen in plaats van doodziek omhoog te strompelen. Had ik misschien, in plaats van zeker, een antwoord verwacht, dan was jij, misschien, veel eerder omhoog gegeven, of misschien wel nooit. Maar aangezien je misschien bent, ontkracht je je eigen waarheid, en zul je voor altijd misschien blijven.