Column: Onze nieuwe nationale held

ChrisJX
Afgelopen zondag was het dan zover: dè finale. Een hele week lang werd er nergens anders over gesproken. Het prachtige weer was op slag irrelevant, instortende balkons waren sowieso allang vergeten, Bush boeide niet meer en de binnenlandse politiek was totaal niet meer interessant. Immers, dè finale zou gespeeld worden! Degenen die nu nog niet weten waar ik het over heb, hebben de afgelopen week onder een steen dan wel op een andere planeet gezeten. Lukte het tennisser Martin Verkerk op dinsdag 3 juni al de halve finale te bereiken, op vrijdag was het feest compleet toen de relatief onbekende speler door zijn winst op Coria de finale van Roland Garros wist te bereiken.

Zoals gezegd, afgelopen zondag spande het erom: dè finale tussen Verkerk en de Spanjaard Juan Carlos Ferrerro. Voor Verkerk was dit zijn eerste grand slam-finale en aangemoedigd door de sluimerende nationale gevoelens keken 2,6 miljoen Nederlanders naar de hopelijke overwinning van onze nagelnieuwe, nationale sportheld.

En deze sportheld hadden we duidelijk nodig. Het is tegenwoordig erg moeilijk om de individueel ingestelde Nederlanders met z'n allen warm te maken voor iets. Sport is normaal gesproken een goed hulpmiddel, maar dan moet er wel wat gewonnen worden. En daar wringt de schoen.
Om maar met volkssport nummer 1 te beginnen: voetbal. Hier kan ik heel kort over zijn: Oranje wint niet. Dag, nationale euforie. Echter, bij voetbal is er nog een tweede mogelijkheid: een plaatselijke club wint de UEFA-cup. Natuurlijk zou dit tot een groot nationaal feest kunnen leiden aangezien we er trots op zouden kunnen zijn dat een Nederlandse club het zo ver schopt (letterlijk en figuurlijk). Maar helaas, de tegenstellingen binnen de Nederlandse voetbalwereld zijn te groot, dus deze mogelijkheid kunnen we ook van het lijstje schrappen.
De tweede optie: schaatsen. Edelmetaal in overvloed, maar dit is een wintersport. Nederlanders zijn koukleumen, dus een feestje in de winter? Laat maar zitten.
Nummer drie: Darts. Barney en Co doen hun best, maar zeg nou zelf: een nationaal feestje vanwege een veredelde kroegsport?
Mogelijkheid vier: Formule1. Tenzij heel Nederland spontaan voor Schumi is, zal er weinig terecht komen van het nationale gevoel, gezien de vele grindbakavonturen van onze Jos.

Dus hadden we met z'n allen onze hoop gevestigd op Verkerk, in combinatie met het tennis. Er zijn binnen de tenniswereld geen noemenswaardige tegenstellingen, het was lekker warm, de sport staat hoog in aanzien en onze nieuwe vriend zou goede zaken kunnen doen. Kortom, elk ingrediënt voor nationale verbroedering was aanwezig, wat weer zou leiden tot niet eerder geziene taferelen: Feyenoorders en Ajacieden waren elkaar in de armen gevallen, cultuur- en geloofsverschillen zouden per direct opgeheven zijn, zelfs Abu JahJah zou een biertje hebben genomen op dit prachtige succes.

Natuurlijk ben ik niet de enige die deze belangen op het spel zag staan. Voor de wedstrijd werd Verkerk nog stevig toegesproken door allerhande mensen met goedbedoelde adviezen.
Z'n trainer adviseerde hem maar goed z'n ogen op de bal te houden, vele fans drukten hem op het hart maar gewoon te winnen, z'n moeder belde nog even om te zeggen dat ze sowieso trots op hem was. En voegde er gelijk aan toe dat ze dat nou allemaal wel leuk en aardig vond, zo'n tenniswedstrijdje, en dat ze het natuurlijk fijn zou vinden als hij zou winnen, maar hij moest zich wel even realiseren dat het huis al vol stond met vazen, maar dat het dienblad van tante Rie nou net gisteren kapot was gegaan in de vaatwasser...

Moeder van Martin, u wordt bedankt!