Robby 9: Zie, de mens!

Bas (Tha_BlonT)
De hoge Bergen lagen al ver achter Robby. Onder hem zag hij houten huizen, wegen en weilanden. Rare beesten stonden in omheinde stukken land, op de wegen reden metalen blikken. Ronkend en stomend reed een glimmende worm door het landschap. Vanuit de lucht zag het er allemaal vredig uit en hij kon zich niet voorstellen dat de mensen die hij al gezien had zo'n gevaar vormden, voor zichzelf of voor de Teddy's. De vogel vloog onvermoeibaar verder en Robby vroeg zich af of hij zelf moest bepalen of hij ergens afstapte of dat de vogel hem ergens heenbracht. Het was jammer dat hij niet zomaar ergens met iemand kon gaan praten. De astrale wijsheden en Methusalem waren daar vrij duidelijk over geweest. Mensen waren niet te vertrouwen en sneden alles open wat nog niet beschreven was in boeken. Leren noemde ze dat.



De vogel maakte een scherpe bocht naar rechts en in de verte zag hij meerdere wegen bij elkaar komen. Ze stonden vol met blikken, neus aan neus allemaal dezelfde richting op wijzend. Naar een plaats met vele huizen, sommige ontzettend hoog, van glas en steen. Robby keek zijn ogen uit. Beneden hem liepen duizenden mensen, ze keken niet op of om, begroeten elkaar niet, liepen en liepen. De lucht stonk, wazig van de rokende blikken, van de schoorstenen die stonden op ingewikkelde buizenconstructies. Af en toe stond er een boom verlaten temidden van betonnen wegen. Ze maakte er een rondje omheen, alsof ze hem ingesloten hadden. Klaar om zijn stam te verzwelgen en te vereeuwigen in een koud grijs monument dat herinnerde aan hoe het ooit was geweest. De vogel vloog lager en zeilde langs bruggen waar mensen lagen, ontheemd, zich warmend aan vuur van kranten. Ze dronken van flessen, Robby herkende de blik van Teddy’s die teveel honingdrank hadden gehad. Het was gebroken, geen levenslicht was er te vinden. De vogel zeilde langs stegen, waar vrouwen stonden te lonken naar mannen, zonder schaamte, zonder wil. Hij vloog over parken, zag mensen elkaar bevechten, anderen schichtig toekijkend, vluchtend, slachtoffers aan hun lot overlatend. Hij snapte er niks meer van, het was te overweldigend voor woorden. Teveel indrukken, teveel onbekenden, teveel mensen. Hij rukte aan de kop van de vogel.
'Weg hier, breng me weg!'
Maar de vogel vloog onverstoorbaar door. Robby timmerde wanhopig met zijn pootjes op de rug maar het had geen enkel effect. De tranen stonden in zijn ogen en hij keek omhoog.
'Help Tamara, help me dan,' prevelde hij.
De vogel keek om en sprak met de stem van Tamara.
'Sorry Robby, je zult dit moeten zien, om het te begrijpen.'

Opnieuw maakten ze een bocht en vlogen met grote snelheid de stad uit. Nog geen half uur later vlogen ze over de bossen en rivieren. Hij haalde opgelucht adem. Dit leek op zijn eigen leefomgeving en met lange teugen ademde hij de frisse boslucht in. Maar niet voor lang toen hij in de verte gele monsterblikken zag. Bomen, groter dan de meeste gebouwen in de stad, braken als luciferhoutjes en kreunden onder de zagen van mensen. Verder vlogen ze weer. Hij hoorde doffe knallen, schel geratel. Het stonk hier naar rottend vlees. Onder hem lagen ontzielde lichamen, de aarde was rood en ademde rook. Grote groene blikken spuwden vuur en zaaiden verderf in de verte. Hij hoorden kermen van pijn, uitroepen naar goden, naar vrouwen, naar kinderen. Diezelfde vrouwen en kinderen die niet veel verder bij elkaar werden gedreven. Hoge stemmen, weeklanken. Borstkassen ontploften en lieten gerafelde lichamen achter bij huilende kinderen. Robby sloot zijn ogen.
'Genoeg, alsjeblieft, breng me weg, ik kan het niet meer zien.' De vogel keek weer achterom en zag de roodbetraande ogen.
'Je hebt voldoende gezien voor een dag, ik zal je naar een veilige plaats brengen.'
Maar Robby hoorde het al niet meer, zijn maag keerde zich om bij het zien van het vele geweld. Hij probeerde het nog tegen te houden maar het lukte niet. Een mengelmoes van zaagsel en honing golfde uit zijn mond, over de kop van de vogel. Geschrokken door zijn plotselinge blindheid maakte de vogel een zwenk naar links en dook naar beneden. Robby kon zich niet meer vasthouden en gleed van de rug.
'Help!'
Maar de vogel zag niks meer en na een vrije val van tientallen meters belandde Robby midden in een berg afval.


ATTENTIE! BEREN IN DE HOUDING

Bolke liep met geheven hoofd voor duizenden beren. Een grote opkomst, precies zoals hij had verwacht. De herauten hadden hun werk goed gedaan. Nog maar een week geleden had Wijze Winnie in een volkstoespraak de beren verteld over het bestaan van de Bruinen. Paniek was op de gezichten te lezen toen men hoorde dat deze nieuwe buren niet veel goeds in de zin hadden gehad. Maar ze hadden dit lang voorbereid. De bruine gevangene kwam goed van pas in de overreding van het volk. Stiekem hadden ze hem een hallucinerend middel gegeven en toen ze hem aan het volk voorstelde was hij een gruwel voor het oog. Met schuim op de kaken brulde hij het uit, zijn stem ging door merg en been. Het touw was express losjes gebonden, en toen hij onvermijdelijk loskwam vloog hij de eerste beer aan die hij zag. Bolke wachtte erop, een hallucineerde beer was niet moeilijk te verslaan. Enkele welgemikte stoten deden hem op de grond belandden en Bolke sprong op zijn borst. Gejuich steeg op, en hier stond hij nu, publiekslieveling nummer 1, maar bovenal, gekozen generaal, met zeer gemotiveerde troepen. Een tevreden glimlach kon nog net ontglippen alvorens hij met grimmig gezicht zijn nieuw verworven manschappen toesprak.



'Met trots mag ik jullie aanspreken, mijn blanke Beren. Jullie die vrijwillig hebben toegestemd om tezamen ons bos te bevrijden van een bedrieglijk kwaad. De Bruinen zijn sterk, maar bovenal zonder eer. Dit maakt ze tot een geduchte tegenstander. Wij, wij moeten trainen voor wat komen gaat. Oorlog voeren is niet wat wij gewend zijn. Maar als het moet zijn wij bereid om onze levens te geven voor de toekomst van onze komende generaties!'
Gejuich steeg op

'Wij Blanken staan voor rechtvaardigheid, moraliteit en zijn bovenal superieur aan elke vorm van leven. Wij hebben de plicht het bos te onderhouden naar ons evenbeeld. Jullie, Wij, zullen de geschiedenis ingaan als de redders van het Bos. Dit is het jaar van de BLANKE BEER!'
Stampende voeten, klappende handen. De Teddy's ogen schitterden, van macht, van moordlust.

'Niet iedereen zal het overleven, maar weet dit. Jullie namen zullen worden genoemd, één voor één, als legenden zullen jullie worden besproken in boeken. Jullie zijn allemaal helden. Helden met maar 1 doel. Het bos ontdoen van al zijn bruin!'

Tekeningen door JoaH