Column: Doe es normaal!

Leon (ED-209)
Ik kan me nog herinneren dat ik, toen ik jong was, genoot van de zomer, en zelfs de herfst en de winter. Ik liep door het platte land dat ons kleine dorpje omgaf en genoot van de lucht, de geur en de kleur die per jaargetijde omschoot. Geen zorg vulde mijn jonge hoofdje als ik daar liep. Tussen koetjes en kalfjes, paarden en veulens door rende ik over de ongeasfalteerde wegen van ons dorpje naar het drie kilometer verderop gelegen dorpje om er voor een gulden schuimblokjes te halen, en die op de terug weg te verorberen.

Ik ben nog net geen dertig nu, en ik kijk nu al met heimwee terug op die tijd.
De gulden is inmiddels vervangen door de euro, de onverharde weg is geasfalteerd, de weide grond werd bouwgrond en de twee dorpen grenzen inmiddels aan elkaar. Geen koetjes en kalfjes meer, geen paardjes.

Ik woon inmiddels in een grote stad, haast me van uur naar uur om werk te doen dat gisteren af had gemoeten, maar dat ik vandaag pas kreeg toebedeeld. Tijd om 3 kilometer doelloos door het veld te rennen heb ik niet meer.

Gisteren werd er bij ons in de buurt een jongen doodgeslagen. Omdat hij iemand anders vroeg normaal te doen.
Ik vraag me af of de jongen die sloeg dacht dat het normaal gedrag was om meteen erop los te rammen.

Het is diep triest dat je tegenwoordig een held moet zijn om iemand anders op zijn gedrag aan te spreken.
Het is nog triester dat we met zijn allen naar de etnische afkomst kijken van de dader en en masse denken zie je wel.

Vroeger woonden er 8 gezinnen in de straat waar ik geboren ben. Ik heb een broer en twee zussen. Bij ons tegenover hadden ze drie jongens en twee meisjes. Ik kende ze allemaal bij naam. Mijn ouders ook. Iedereen kende elkaar. De bakker, de slager, de kiosk, de drogist, de groentenman, de sigarenboer.Een mooie onschuldige tijd.

Nu wonen er 210 gezinnen in de straat waar ik geboren ben. Mijn ouderlijk huis is tegen de vlakte gegaan. Op de plek waar ik ben geboren staat een dertien verdiepingen tellende flat. Inmiddels zien de galerijen eruit als een slachtveld. Kapotte deuren, verlepte gallerijen. Niemand kent zijn buurman nog, laat staan de onder buurman.

Vroeger reageerde je normaal als iemand je aansprak.
Misschien word ik oud, maar volgens mij was het vroeger dan toch beter?