Vliegen is best grappig

Dennis (Atrimar)
Daar zit je dan, vers ingestapt voor een korte vlucht naar Londen. De vlucht zal een klein uurtje in beslag gaan nemen, en dan is het de subway in en naar het hotel. Een kleine horde om te moeten nemen voor een korte vakantie, maar wel een horde die zo heel soms nog wel eens kan tegenvallen.
Even een vluchtige blik om me heen om mijn medepassagiers te bekijken, we hebben net het standaard praatje van de stewardessen gehad, en iedereen zit ingesnoerd en klaar voor het opstijgen. In mijn directe omgeving zitten zo'n beetje alle soorten reizigers die je maar in een vliegtuig kan hebben zitten.
Direct naast me zit een vrij forse oudere man, die overduidelijk al eerder gevlogen heeft. Verveeld kijkt hij in het gratis vluchtblaadje dat in de stoel van zijn voorganger zit. Uit zijn hele houding spreekt irritatie over het feit dat hij, juist hij, zolang moet wachten tot het vliegtuig opstijgt.
Aan de andere kant van het gangpad zitten twee jonge kinderen, die juist weer duidelijk nog nooit eerder in een vliegtuig gezeten hebben. Opgewonden kijken ze rond naar wat er zich allemaal afspeeld in de directe omgeving, maar niets lijkt hun aandacht echt lang vast te kunnen houden. Hun moeder heeft alle moeite om ze een beetje rustig te houden voor het vliegtuig begint te taxieen naar de landingsbaan. (Die overigens nu gebruikt wordt als opstijgbaan, maar dat terzijde).
Waar de twee kinderen nog opgewonden waren over hun eerste uitstapje in de weidse vrijheid van de hemel, is er schuin tegenover me een man die echt nagenoeg zeven kleuren in de broek had lopen. Zenuwachtig plukt hij wat aan zijn riem, controleert die dan ook nog eens zo'n vijftien keer of die wel goed vast zit, en een paar kleine druppeltjes zweet parelen over zijn voorhoofd.
Voor de rest ziet iedereen die ik kan zien er normaaltjes uit, gewoon een boel mensen die in een vliegtuig zitten.

Tijdens het starten en opstijgen van het vliegtuig gaat alles eigenlijk naar verwachting, hier en daar wat gejoel van de kinderen als we boven het wolkendek uitkomen, en hier en daar wat kauwgom dat wordt gedeeld om de druk op de oren wat te verminderen. Als de lampjes "stoelriemen vast" gedoofd zijn, en de stewardessen zijn begonnen met het uitdelen van de koeken en drankjes kijk ik nog even rond.
De zenuwlijer heeft het ergste schijnbaar wel gehad, al zijn er nu toch echt twee knoopjes op zijn overhemd open. De kinderen knabbelen tijdens het naar buiten kijken wat op hun stroopwafels, en ik neem af en toe een klein slokje van mijn koele water.

Dan begint de ellende. Turbulentie.

Hop, daar gaan de lampjes voor de stoelriemen weer aan, en beginnen de stewardessen uit te leggen dat dit vaker voorkomt tijdens een vlucht. De kinderen lachen hardop als er weer een groots schudden door het toestel heengaat, en de zenuwpatient klappertandt in zijn stoel. Naast me stijgt er ineens een verontwaardigde kreet op van de oudere man. Tijdens een van de wat hardere schommelingen is zijn drankje uit zijn vadsige handen gegleden, en zijn hele broek is doornat geraakt.
Terwijl ik mijn lachen probeer in te houden hoor ik zijn tirade jegens de piloot, het weer, de wolken, het water, en de stewardessen aan.
Zijn gekrakeel over het grote onrecht wordt bruusk gestopt als het vliegtuig de landing begint in te zetten. Landen tijdens turbulentie is over het algemen geen probleem, het voelt alleen aan als een aardige achtbaan.
Als ik uit mijn raampje kijk tijdens de landing zie ik de flaps van de linkervleugel druk op en neer klapperen als de piloot een correctie uitvoert. Als we bijna op de landingsbaan zijn maakt het toestel een flinke ruk naar links, en de vleugel lijkt gevaarlijk dicht bij de grond te komen.
Op het moment dat de piloot de tegenbeweging gemaakt heeft voel ik de schok van het landingsgestel dat de grond raakt. Toch een beetje verbaast over het feit dat het niet zo heel veel scheelde wacht ik de rest van de landing en het indokken af.
Naast me begint het gezeur van de man weer, en het gezanik over zijn verpeste broek begint nu toch bijzonder irritant te worden. "Man het is maar water" hoor je bijna iedereen in het toestel denken.

Na de landing lopen we naar de bagageband terwijl de man de purser aanspreekt.
Terwijl ik glimlachend mijn tas van de rolband afpak hoor ik de laatste kreten van de discussie wegsterven.

Genoeg gezeur gehoord, tijd voor mijn vakantie.