Een gemis.

Natascha (sataN)
Alle voorbij gegane momenten, gedeelde gedachten en ingeslikte opmerkingen.
De vergeten kussen en de onopgemerkte dromen. Alle weggeworpen keren dat ik je aan had kunnen raken en de verloren woorden die ik niet heb onthouden maar die jij wel hebt gezegd.
Alle proppen van de mislukte brieven om dingen uit te leggen die niet voor uitleg vatbaar zijn, alle mogelijkheden die we niet zagen en de avonden die we hebben laten lopen.
Alle verslapen uren en alle alleen in nutteloos waken doorgebrachte tijd.
De nooit opgeborgen letters die ik toch best had kunnen schrijven. Al de herinneringen die me even zijn ontschoten en de fantasieën die we nooit hebben bedacht. De verloren gegane plannen en de bijgeschaafde nirvana’s.
Alles wat we hebben bedacht, gemaakt, gedroomd, verzonnen, gedaan, beleefd, nog zouden doen en daarna weer zijn weggegooid, vergeten, verlept, laten slingeren, onvoltooid gebleven, afgebroken en zich daarna hebben verzameld en langzaam zijn vastgekoekt en ingedroogd totdat ze er uit zijn gaan zien als de onderkant van het tandenborstel-rekje. Zeeprestjes en tandpastakloddertjes die nu, onidentificeerbaar, niet meer zijn waarvoor ze ooit waren bedoelt; schoonmaken, maar het tegenovergestelde hebben bereikt en nu als een onaangenaam verwijt daar nog kleven.
Alle tederheid en woede, alle machteloosheid en ook de triomfen van de zojuist toch weer overwonnen hindernissen die een tijd geleden nog onoverwinnelijk leken. Al de zware en lichte gevoelens die ooit een tijd innamen van ons leven, was het voor een dag of misschien voor maanden, maar die nu dreigen op te lossen in de stortvloed van toekomst en verleden.
Alle kleine scherven waarin het is uiteengespat en die nu achteloos verspreid over de hele wereld liggen als de voetstappen op alle plaatsen waar we liepen. Al de kleine korrels zout in de onbekende aarde waar we huilden en alle echo’s van de geluiden die we maakten in de ruimten die ik niet meer ken.
Alle sporen die we ooit achter lieten met een grote onverschilligheid omdat we niet geloofden ooit een gebrek aan toekomst te hebben, alle beelden op de netvliezen van de anderen die ons zagen, beelden die we niet misten omdat we dachten dat we zelf altijd genoeg beelden zouden hebben.
Alle dingen die we zo in overvloed verspilden maar waarvan er nu geen meer bij komen.


Ik wil ze terug.