zomerzoetheid

Natascha (sataN)
Hoe heerlijk is het om jong te zijn in de zomer! Als ik opsta en mijn raam opengooi, zou ik er zelf zo uit willen springen, samen met de slaap-lucht mijn kamer verlaten. Niet uit zelfmoord-neigingen, maar alleen omdat ik zeker weet dat ik kan vliegen.
Waarom zou ik dat vandaag nou niet kunnen? Volgens mij is er niets wat ik momenteel niet kan. Wanneer de zon haar schuchterheid verliest schud ik mijn sufheid van me af, ik voel het stof langs mijn voeten dwarrelen, en zelfs dat stof, teken van mufheid, schittert nog in de zon! Ik adem heel diep in en mijn hele lichaam staat op springen, als ik niet ga gillen barst ik vast zo uit elkaar! Wat een heerlijke ervaring is het om op de toppen van je zintuigen te leven! Om alleen maar te zitten, en al je energie te besteden aan kijken, luisteren, praten, voelen, betasten. Kom maar zon, betast me, raak me aan, want ik voel je door alles heen. De zon is de vurigste minnares, want ze kan niet van me af blijven! In strelingen vol hartstocht zou ze me bijna pijnigen, zo vurig als ze is, en zo niet te stoppen. Ze wil me omarmen, en probeert uiteindelijk zelfs nog de schaduwen te verhitten. Kleren helpen niet, ik voel hoe ze me uitkleedt, er uit drijft. En ook haar schoonheid is zo onwerkelijk, ze verblindt me! Ik adem haar in met iedere teug godendrank die ik drink, maar ze onttrekt zichzelf weer aan mijn huid. Haar gouden gloed schittert vochtig op mijn gezicht, en ik wou dat ze me nooit verliet.
Ik wou dat ze me iets terug liet doen, maar ze is een minnares, geen echtgenote, en ik heb haar slechts in bruikleen. Ik kan haar niet liefkozen, het enige wat ik kan is me koesteren in haar omhelzing.
Hoe heerlijk jong te zijn in de zomer, letterlijk te voelen hoe je groeit, en weten dat je nog uit je eigen lichaam, knappen zal van alle emoties en gevoelen die rondrazen. Hoe heerlijk jong te zijn, en een dag te kunnen kiezen om de wereld de wereld te laten om gewoon ergens in het gras te gaan zitten met een groep vrienden en een fles wijn tot de wijn op is en het tijd is voor meer feest. Hoe heerlijk om jong te zijn en de muziek zo hard te horen dat je haar in je lichaam door voelt dringen totdat je bijna een bent met de klanken.
Wat heerlijk jong te zijn en de geuren te ruiken van seringen en pasgewassen lakens, wat heerlijk de aanraking van een andere zonverwarmde huid op de jouwe te voelen, en te weten dat de wereld van jou is. Niet zomaar weten, maar een diep besef dat doordringt in iedere vezel van het universum, de wereld is van mij, en ik kan alles!
Wat zalig te springen en te dansen en te trippen van geluk, wetende dat het allemaal zat stoppen, maar beseffende dat je het daarom nu juist uit moet buiten. Dat je in de dag moet duiken als in een droom, zodat de waterdruppels zullen schitteren en bevochtigen. Dat je de dag niet alleen moet plukken als een bloem, maar haar dan ook naar je gezicht moet brengen en haar aanschouwen, en ruiken en voelen en proeven en dat je zelfs een kan worden met haar! Wat een grandioos besef als je jong bent en weet dat je zou kunnen vliegen als je wil.
Wat een allesoverweldigend gevoel, wat je opvult van binnen met tintelende stoominkjes.
En dan, in wat een gouden kooi blijk ik gevangen! Want ik ben gebonden aan een agenda, waarin de dreigend rode letters het woord EXAMEN vormen, en een examen moet geleerd worden! Ik weet hoe ik leer van het leven en het zijn, maar dat is nog nooit de stof op een examen geweest! Was maar de vraag; Hoe heb je het intenste lief? Alleen men vraagt zich eerder dingen af over prokaryote bacteriën. Dus het is wachten en zwoegen. En als deze gouden kooi verdwijnt, krijg ik er een zilveren voor terug. Mijn diploma, sleutel van goud, sluit me zomaar op in een werkkooi, of een volgende school!
Maar ik ben niet gek, ik ga uitbuiten! Volgend jaar, volgend jaar doe ik lekker een jaartje niet mee!
Volgend jaar zien jullie me vliegen!