Wel willen hebben, niet kunnen krijgen

Frank (havana)
Voorbeeld A: Ik rijd des ochtens rustig op mijn fiets (met lichtmetalen velgen weliswaar) naar school toe. Hoor ik toch ineens een enorm gebulder achter me. Het betreft een Volkswagen Golf type 2, zo blijkt. Achter het stuur zit een mediterraan-getint figuur met een shaggie in z'n bek. Een nadere blik verklaart het enorme lawaai. De persoon in kwestie wilde eigenlijk dolgraag een sportwagen hebben. Dit kon hij echter niet betalen, wat niet zo gek is, en daarom knapt hij een degelijke auto (lees: Kadet, Golf) tot een waar brulmonster met behulp van onderdelen als een knalpijp, verlagingssetje, booskijkers, notenhouten accenten, digitale toerenteller, lichtmetalen wijzerplaten, carbon-look stootstrips, GTI plaatje, Jetta bumper, Hella mistlampen, Ferrari riemen, kuipstoelen, zwart met blauwe achterlichten, geblindeerde ramen, Joko of Pioneer stickers, 3e remlicht met stroboscoop en natuurlijk een 6 miljoen-watt-installatie met 300 cd wisselaar

Er zijn nog veel meer, vaak materialistische, gevallen te bedenken. Wat te denken van het B-merk. Ik wil per se een nieuwe auto, dus ik koop maar een Daewoo. Ik wil per se een nieuwe scooter, dus ik koop maar een Hyosung. Ik wil per se een sportwagen, dus ik koop een Golf Cabrio. Of: ik wil per se een discman, dan koop ik een Supertech.

Slecht voorbeeld: er zijn nog veel betere: mobiele telefoons. Een geval van hoe een rage (of mode wat je wil) de massa dwingt tot het kopen van slechte producten. Grote hoeveelheden huisvrouwen en bouwvakkers kopen bijvoorbeeld de Pocketline Swing (aka "de baksteen" ), omdat iedereen tegenwoordig zo'n ding heeft. De laatstgenoemde groep doet er nog een schepje bovenop door de stoeptegel in kwestie te voorzien van een kangaroelederen hoesje. Persoonlijk ga ik liever zonder dood.

Leuk altijd als je aan die mensen waarom ze in godsnaam voor de Pocketline Swing kozen. "Ja nou, hij belt en dat is eigenlijk het enige wat ik ermee wil doen dus...".

Er zijn ook voorbeelden te verzinnen die geen verband houden met materialisme. Iedereen heeft wel leraren gehad die orde willen kunnen houden, en het volledig verkeerd aanpakken. Zo gaan ze bijvoorbeeld keihard schreeuwen of dreigen met strafwerk. Eén tegen 30 win je toch nooit, dit is de methode niet, dat weet iedereen. Zelf hebben ze niet door dat orde houden eigenlijk best simpel is let maar es op hoe leraren het nou eigenlijk doen: de meeste wachten gewoon tot het stil is.

Iets niet kunnen houdt vaak verband met onkunde, zo bedacht ik me gisteren bij de plaatselijke afhaalchinees. De eigenaar doet echt zijn uiterste best, maar het lukt hem maar niet een fatsoenlijke begroeting te verzinnen. Door de grote diversiteit van mijn wijk begroet de arme man zijn bezoekers voornamelijk met contaminaties: "Dag jonge meneer", "goedendag geachte mevrouw", etc. Ook de plaatselijke slijter kan er wat van. De dame in kwestie wil zo graag een winkel runnen, maar weet nog steeds niet hoeveel een vol krat Spa kost terwijl ik daar elke week op dezelfde dag dat krat kom halen. Ze wordt dan helemaal zenuwachtig, zweetpenen op het voorhoofd, en slaakt een diepe zucht als ik zeg: "17.55 excl. statiegeld".