Tong's voetbalverhalen # 271

Van alle culthelden die Feyenoord in de jaren negentig op het veld had staan, was József de meest geliefde. Alsof het de Taaie Tijgers uit Louloenersloot, het stripboekenelftal van de bananen etende spits Appie Happie betrof, stonden ze als markante en kleurrijke persoonlijkheden op het veld.

John de Wolf was een stoere, bebaarde kaarten verzamelaar, Ed de Goey gewoon, degelijk goed, Gaston en Regi kwikzilverachtige dartelaars en Mike Obiku aandoenlijk exotisch. József was vooral gewoon gewoon. Echter, doe normaal dan doe je gek genoeg, gold niet voor deze Hongaarse aanvaller van wereldklasse. József Kiprich stond gewoon in het telefoonboek en woonde gewoon in een eengezinswoning in Sterrenburg, een gewone, rustige jaren-zeventigwijk in Dordrecht. Net zoals de doorsnee-supporter, die hem zag als een buurman die er af en toe uit het niets een bal in trapte op zondagochtend, op een trapveldje in het park vlak bij de woonwijk. Daarna een sigaretje rookte en verder ging met het spel tussen de vier jassen als doelpalen.

József Kiprich de tovenaar uit Tatabánya, de puffende Hongaarse magiër. Heel veel doelpunten maakte József niet. Maar áls hij ze maakte, waren ze vaak belangrijk, curieus of gewoon mooi. Neem nou de wedstrijd thuis tegen PSV, in het seizoen ’94-’95. In de vijftigste minuut wordt de jonge Brazilaan Glausio bij een doelpoging door PSV doelman Menzo geblesseerd. Per brancard wordt hij van het veld gedragen. Kiprich staat klaar om de Braziliaanse dribbelaar re vervangen.

Echter, de bal rolt nog en Mike Obiku wordt door Stan Valcxk gevloerd. Valckxs krijgt zijn tweede gele kaart en dus rood. Strafschop. En wie neemt hem..............................? Zonder warming-up, sloft hij met z'n karakteristieke hangende schouders naar de stip. Wacht net zo lang tot PSV doelman Stanley Menzo een hoek kiest, en schiet ‘m niet overdreven hard in de andere: 2-2. Twintig minuten later scoorde hij ook nog het winnende doelpunt. Het publiek was uitzinnig en scandeerde de rest van de wedstrijd ‘Jóóóózsef, Jóóóózsef’. Evert kwam met het legendarische 'Dekselse.' Het briljante, Everiaanse clichéwoord. Ditmaal voor een Hongaarse held op magische voetbalschoenen.

De Tovenaar van Tatabánya maakte zijn bijnaam weer waar. De mystieke Magyaar had de Kuip voorgoed omgetoverd in een sprookjesstadion voor geweldige voetballers zonder sterallures.

tong80