Zwaar belast

Zoals stekelige netels kunnen prikken en mooie rode rozen zo mooi rood kunnen zijn, zoals de geur van vers gebakken brood altijd heerlijk zal blijven ruiken en je een hondendrol steeds tracht te ontwijken, zul je er altijd meer van lusten of wou je dat het gewoon niet bestond.  Wanneer ik je lach zie, spreekt ze de waarheid en lach ik automatisch mee.  Als ik je tranen zie, wil ik meehuilen, maar mijn verdriet verbergt zich net op tijd.  Lachen voelt goed en huilen voelt slecht, je wilt er meer van of je wilt het nooit meer voelen en dan voel je wat goed en kwaad betekenen.

Soms zweef ik daar, ergens op die golflengte, waar niets hoeft en waar denken even uitbesteed wordt. Eens ik daar bent, laat ik alles even los en de golven brengen me naar waar mijn geluk zich bevindt. Geluk, altijd net dat ietsje sneller dan mijn fysieke ik, trekt me richting gelukkig zijn en leidt me naar waar ik het liefste ben.

Alleen ben ik meestal niet meer dan mijn gewone “ik-je”, hoe goed of slecht, rijk of arm ik mezelf ook voel. Soms doe je denkelijk alles goed en toch blijkt je geluk onbereikbaar. Misschien omdat je concepten als goed of kwaad, rijk of arm en beter of slechter misinterpreteert. Terwijl je denkt ze naar waarde in te vullen, stapelen de vooroordelen zich op en raak je verstrikt in elk gesponnen draadje van je zelf verzonnen web.

Goed en kwaad, rijk en arm, eerlijk en oneerlijk, concepten… maar wat zeker oneerlijk is in deze wereld én dat ik het ook gezegd mag hebben, zijn de belastingen. Verheerlijkt bewezen in een debat gevoerd op het World Economic Forum ‘Davos 2019’, waar Rutger Bregman zijn zeg mocht doen en ons wees op het taxprobleem, waarbij hij niet alleen was, beroemde namen ontgaan me. De rijken moeten namelijk veel zwaarder belast worden, superrijken moeten zelfs tot 90 procent belast worden op hun alsmaar groeiend vermogen. Spijtig voor alle rijke families, goed voor iedereen daaronder.

Een ander probleem is het doorsluizen van geld, dit moet onmogelijk gemaakt worden, simpel. De rijken verdienen quasi onbelast super veel geld, sluizen vervolgens hun monsterkapitalen door en het geld verdwijnt uit de economie van herkomst. Ook een groot punt, een spildraad in het verhaal, is de politiek, want onze verkozenen maken dit allemaal graag mogelijk en doen gezapig mee, allen gesponsord met de centen van de gewone burger.. Vanwaar anders?

Neem de rijken een groot deel van hun geld af door hun grote kapitalen zeer zwaar te belasten en maak doorsluizen van geld onmogelijk en er dreigt een oplossing. Blijf ondertussen van de kleine verdiener zijn geld af en maak hem het leven gemakkelijker en comfortabeler en alles gaat beter gaan. Om Bregman kort en bondig te citeren “It’s not rocketscience.” Als dan het belastingprobleem opgelost is en de geldstromen eerlijk stromen zal er automatisch geïnvesteerd worden armoede tegen te gaan. Onrechtvaardigheid en oneerlijkheid zouden kunnen verdwijnen, er komt ten slotte zoveel geld vrij dat alles uit de armoede geheven kan worden. Vervolgens zou men moeten in wetenschap investeren, wetenschap voor iedereen, zodat iedereen beter weet heeft waar hij of zij mee bezig is. Er moet genoeg geld zijn voor ieders om ruimschoots toe te komen iedere maand en elke politieker zou minstens wetenschapper moeten zijn. Er heerst zo’n grote onwetendheid in de wereld dat haast niemand nog weet heeft in wat voor een oneerlijke wereld ze leven.

Arbeid verrichten, naar het werk pendelen, een ditje en een datje onderweg met alles wat erbij hoort zoals het benzineverbruik, de files, de chaos en heel de cirque erachter heeft in mijn ogen veel, zo niet alles naar de kloten geholpen. Het feit dat iedereen verplicht is om te werken, maakt dat wij allen tezamen onnoemelijk grote hoeveelheden energieën nodig hebben. Ons huidig systeem, de mechaniek van deze maatschappij, het corrupt verdienmodel, het monetair systeem en dat allemaal geregeld door een hoopje ongeschoolde democratie heeft kapitalisme, onrecht en uitbuiting in de hand gewerkt en versterkt, zodanig dat er straks steden overal ter wereld meters onder de zeespiegel zullen verdwijnen. De babyboom die nog steeds aan gang is, gaat onze energiebehoefte niet laten dalen, integendeel. Een paar cijfers, in 1800 waren er naar schatting één miljard mensen op de wereld, gerekend wordt dat we in 2050 met 12 miljard zullen zijn, wat nog eens de helft erbij is van het aantal mensen nu. Deze nieuwe zieltjes hebben ook allemaal eten, licht en verwarming nodig. Ik bespaar je het verdere verloop van de grafiek want niemand wil toch ooit op één vierkante meter leven? Nog in geen honderd jaar? Dacht u?